CU-plan beziet de wereld te rooskleurig

Afgelopen vrijdag kwam het verkiezingsplan van de ChristenUnie uit. De ChristenUnie heeft strategisch slim afgelopen december de saaie Arie Slob vervangen door de vlottere en ervaren Gert-Jan Segers. Segers legt de lat voor zichzelf hoog, gezien zijn uitspraken in de uitzending van Pauw op 5 oktober: “Als ik minder zetels haal dan we nu in de Kamer hebben, dan zou het zo maar kunnen dat ik stop“.

Om zijn ambitie nog eens extra te ondersteunen schreef Segers een boek (Hoop, voor een verdeeld land), dat enkele weken geleden uitkwam. De titel van het verkiezingsprogramma is Hoopvol realistisch.

Hoop
Het valt op dat zowel het boek en het verkiezingsprogramma zijn opgebouwd rondom het woord “hoop”. Zoals ik al vaker als realist heb geschreven is “hoop” eigenlijk niets meer dan “uitgestelde teleurstelling”. Voor de hoopvolle stemmers van de ChristenUnie is mijn uitspraak extreem cynisch, de pessimisten in de maatschappij zullen vinden dat ik nog te vrolijk ben. Hoop is als het ware het licht in de maatschappij, maar er is ook duisternis. Dit wordt in de literatuur, filosofie, maar ook voor de ChristenUnie belangrijke Bijbel “het kwaad” genoemd.

Het kwaad
Het kwaad zien we terug in oorlogen en terreuraanslagen in het Westen, maar ook dichterbij: armoede onder ouderen, ambtenaren die bedreigd worden of voor Nederland negatieve beslissingen in de EU. In de introductie van het CU-programma staat: “Wij geloven dat God deze wereld heeft geschapen en de mensen opdracht heeft gegeven vrede na te streven en dienstbaar te zijn aan elkaar“. Dit is een stevig stukje wensdenken en met name gericht op de lichte kant in de samenleving. Wanneer we het kwaad onderkennen zou deze zin luiden: “We zien in de maatschappij dat er onrecht, duisternis en verderf is. Als ChristenUnie gaan we deze problemen verminderen, maar we beseffen dat we hier nooit helemaal in zullen slagen“.

Het plan
Het concept-verkiezingsprogramma van de ChristenUnie bestaat uit 14 hoofdstukken die een Bijbelboeklengte van 106 pagina’s beslaan. Er zijn 10 hoofdlijnen gedefinieerd die direct na de inleiding staan. Dit is als het ware de samenvatting. Na deze samenvatting volgen de hoofdstukken, qua lengte varierend van 1 pagina (overheidsfinanciën) tot 11 pagina’s (economie). Per hoofdstuk staat een inleidend stukje proza gevolgd door enkele standpunten. Bij deze standpunten valt op dat ze veelal ruimte laten voor eigen interpretatie. Het had een stuk puntiger gekund.

Vragen
Een voorbeeld. “De ChristenUnie wil investeren in de kwaliteit van onderwijs in krimpregio’s. Van scholen wordt verwacht dat zij samen zoeken naar toekomstbestendige oplossingen, maar de vrijheid voor eigen keuzes blijft overeind (p.37).” Zo’n standpunt roept enorm veel vragen op: Hoeveel wil de ChristenUnie investeren? Op welke manier? Wanneer ben je een krimpregio-school? Wat is een toekomstbestendige oplossing? Is er een probleem met de vrijheid van krimpregio-scholen? Zeer onduidelijk.

Van een afstandje bekeken valt op dat de ChristenUnie probeert om het CDA leeg te eten. Zo wordt er vaak gesproken over het gezin (“wij willen het beste voor ons kinderen”, H.6), grote aandacht voor duurzaamheid “we versnellen naar een groene economie”, H.10) en impulsen voor de regio en landbouw (H.11 en het einde van H.12).

Migratie
Historisch heeft de ChristenUnie een linkse positionering. In dit verkiezingsplan komt op het asielthema (H.5) daar een wijziging op. Zo krijgen asielzoekers geen geld meer (zorgtoeslag, huurtoeslag, bijstand), maar gaat dit via de gemeente lopen. Voorzieningen worden dan betaald in nature and via eventueel leefgeld. Als je redeneert vanuit de hoop dat dit systeem gaat werken, dan lijkt dit een goed voorstel. Wanneer we rekening houden met het kwaad, dan zal dit system gaan vastdraaien, er zal selectiviteit per gemeente ontstaan en de spanningen zullen toenemen tussen asielzoekers en de gemeente (“ik heb recht op mijn geld”).

Europa
Naast de koerswijziging op het migratiethema, zet de ChristenUnie ook een hardere lijn in rondom Europa. Zo vindt de ChristenUnie “het tijd voor een serieuze reset” (p.87). Er moeten exitcriteria en draaiboeken komen voor de Euro en Schengen. Ook moet Griekenland uit de euro. De toetreding met Turkije zal worden afgebroken en er moet een noodremprocedure komen (als de helft van de parlementen tegen is, dan moet voorstel worden ingetrokken).

Maar ook hier valt weer op, dat de ChristenUnie geen rekening houdt met het kwaad. Zelfs met een aanwezig veto-recht bij het associatieverdrag met Oekraïne heeft Nederland nog niets in handen. Het werkt zo niet en er wordt te veel vertrouwd op het goede in de mens. Wat Nederland ook vindt in de EU, we kunnen feitelijk niet anders dan gewoon achter Frankrijk en Duitsland aan te lopen. Dit hoofdstuk is dus hoopvolle spierballentaal, zonder enige vorm van realiteitszin.

Financiën
Uit het verkiezingsprogramma blijkt dat hoop niet gratis is. Sterker nog, bij hoop hoort investeren, zonder dat hier duidelijk financiële dekking voor is. Zo is er het voorstel om slechts twee belastingschijven te hebben van 35% en 49%, hetgeen een lagere belastingdruk geeft. Dit kost de overheid vele inkomsten. Het defensiebudget groeit met 2 miljard in 4 jaar (p.101) en er wordt 1 miljard gestoken in het verhogen van de kinderbijslag en kindgebonden budgetten (p.31). Ook wordt de overdrachtsbelasting (aankoop huis) voor starters afgeschaft (p.81) en de ontwikkelingshulp gaat met 1 miljard omhoog (p.97).

De weg kwijt
Zoals vaak in politiek is het makkelijk om voor alles te kiezen, maar er bestaat ook zoiets als de kwade beperking van de financiële eindigheid. Dat de ChristenUnie op financieel terrein totaal de weg kwijt is, blijkt heel duidelijk uit p.15: “Het enorme gat in de rijksbegroting van enkele jaren geleden is gedicht“. Graag breng ik in herinnering dat in 2016 er nog steeds 10 miljard meer wordt uitgegeven dan er binnenkomt op bij het Rijk. Rutte heeft in deze kabinetsperiode zo’n 50 miljard euro te veel uitgegeven.

Tot slot
In een goeddraaiende maatschappij zou het ChristenUnie programma de juiste toon raken. Nederland draait weliswaar economisch beter, maar we zitten nog midden in vraagstukken rondom vrijheid, bedreigingen vanuit de radicale islam en druk op de pensioenen en koopkracht. De Britse premier Benjamin Disraeli deed eind 19e eeuw een beroemde uitspraak : “I am prepared for the worst, but hope for the best“. Gezien het kwaad in de wereld is het naiëf om alleen maar te hopen op het beste. Het advies aan Segers is om zich beter voor te bereiden op het kwaad, zonder zijn charmante hoop uit het oog te verliezen.

Mijn analyses van andere verkiezingsplannen kan je hier lezen:
GroenLinks
D66

50Plus

PVV

VVD
CDA
SP

Reacties worden gemodereerd. Let op uw taalgebruik. Schelden en tieren is niet toegestaan.                                                 >>> Lees hier onze spelregels <<<

Reacties die onze regels schenden worden verwijderd. Herhaalde overtredingen, oproepen tot geweld, beledigingen, Holocaust-vergelijkingen en antisemitisme leiden tot een permanente ban. De redactie treedt niet in discussie over de reden voor verwijdering van een reactie, noch over een ban. Ongeldige e-mail-accounts worden geblokkeerd.