Referendumdebat: de zelfgenoegzaamheid van de besturende klasse
Referenda verstoren het gevestigde politieke netwerk
De uitkomst van het debat over de intrekking van het raadgevend referendum stond al bij voorbaat vast: democratie is mooi, maar je moet er als bestuurder geen last van hebben. De regeringspartijen konden het dedain voor de gewone kiezer nauwelijks verbergen. De Speld verwoordde het op de eigen, karakteristieke manier heel treffend: D66 over referendum-draai: ‘Mensen bij nader inzien tyfusdom’.
Partijleden
Steeds weer wordt ons voorgehouden dat we ons gelukkig mogen prijzen: we leven immers in een democratische rechtstaat. En daar is niet veel op af te dingen. Of toch wel? Natuurlijk, veel is hier goed geregeld, we worden ordentelijk bestuurd en worden berecht door onafhankelijke rechters. Maar er is ook veel om je zorgen over te maken en die zorgen lijken alleen maar toe te nemen.
Kort geleden las ik dat het aantal leden van politieke partijen dit jaar weliswaar is gegroeid, maar die groei is voornamelijk toe te wijzen aan de opkomst van Forum voor Democratie, dat in korte tijd meer dan 20.000 leden aan zich wist te binden. Al met al zijn maar zo’n 317.000 mensen lid van een politieke partij, slechts 2,5% van de bijna 13 miljoen stemgerechtigden. En uit die beperkte groep rekruteren de politieke partijen hun kader, onze volksvertegenwoordigers en bestuurders.
Bestuursnetwerk
Nederland wordt eigenlijk op een opmerkelijke manier bestuurd: voor tal van functies, die in de meeste democratieën via verkiezingen worden vervuld, kent Nederland politieke benoemingen: u kent ze wel: de burgemeesters, Commissarissen van de Koning, bestuurders en leden van het woud aan adviesorganen en besturen in de semipublieke sfeer: allemaal banen die bezet worden – nogal eens door coöptatie – met leden van vooral die partijen die al decennialang hier de dienst uitmaken. Nederland wordt bestuurd door een bijna onzichtbaar en schier onontwarbaar netwerk van partijpolitici en hun vrienden. Zo’n 30.000 bestuurders, “die er min of meer hetzelfde uitzien, min of meer hetzelfde denken en min of meer hetzelfde doen”.(Ewald Engelen, De Groene).
In die zin heeft Baudet met zijn ’kartel’ wel een punt, maar dit netwerk is niet ontstaan op basis van vooraf gemaakte afspraken. Het is historisch gegroeid: van de standenmaatschappij en de regentenklasse uit het verleden naar de verzuilingsafspraken uit de vorige eeuw. Weliswaar hebben die zuilen aan maatschappelijk betekenis ingeboet, maar het handelen in belangen en de verdeling van de macht draagt daar nog steeds de kenmerken van. Het zijn de ingrediënten van het deeg waaruit de politieke consensus wordt gekneed.
Lobbycratie
Syp Wynia wees onlangs op nog een belangrijk en vaak veronachtzaamd kenmerk van het Nederlandse bestuur: de grote invloed van lobby’s “Lobbycratie is een Hollandse ziekte”
Maar die ziekte beperkt zich niet tot Nederland: nergens is de invloed van lobby’s zo groot als in Brussel. Het Financieel Dagblad (7 oktober 2016) telde bijna tienduizend lobbyorganisaties met ruim 90.000 mensen in Brussel, die op de een of andere manier, al dan niet met succes, het beleid van de Europese wet- en regelmakers proberen te beïnvloeden.
En dan heb ik het niet eens over de mate waarin bewindslieden door ‘de Vierde Macht’ ingekapseld kunnen worden. We hebben allemaal gezien hoe bewindslieden jammerlijk de aftocht moesten blazen, omdat ze geen greep kregen op hun departement. Ook daar zijn immers belangen in het spel. Ik herinner me uit mijn eigen ambtelijk verleden hoe we ten departemente alvast waren begonnen aan het opstellen van het werkprogramma van de nieuwe bewindspersoon, nog zelfs voor die aantrad. Die hoefde bij binnenkomst alleen nog bij het kruisje te tekenen!
Democratie?
Ik kan dan ook moeilijk geloof te hechten aan uitspraken dat we met het kiezen van volksvertegenwoordigers, eenmaal in de vier jaar, voldoende garantie hebben dat wijze professionals borg staan voor een onbevooroordeelde, beredeneerde afweging van belangen en op basis van hun expertise onbevangen de juiste besluiten nemen. We weten immers hoe dichtgespijkerd de regeerakkoorden zijn, hoe de coalitiedwang het maken van onafhankelijk keuzes belet en hoe we geketend we zijn aan de uitkomsten van het ruwe machtsspel in Brussel. Hoezo democratie?
Kiezersdiploma
Kortom: is het zo gek als we, dat we als volwassen burgers, af en toe onze mening over belangrijke onderwerpen kunnen uiten? Dat we met een referendum de gekozenen bij de les houden en er nog eens aan herinneren dat wij ze hebben gekozen op basis van programma’s en beloftes. Dat we kunnen corrigeren als we van oordeel zijn dat met onze belangen te lichtvaardig wordt omgegaan omdat, bijvoorbeeld, hogere, maar onbekende of verhulde belangen in het spel zijn? Dat we, bij spelbederf recht hebben op ten minste een waarschuwing? Daar hebben we echt geen ‘kiezersdiploma’ voor nodig. Want Nederland werft bestuurders uit dertigduizend min of meer dezelfde mensen, aldus De Groene Amsterdammer.
Democratie is niet voor bange mensen en zeker niet voor bange bestuurders.
© OpinieZ.com 2018. U kunt dit artikel delen via de knoppen onder de advertenties.
De OpinieZ-artikelen van Freek van Beetz (volg @fvbeetz) vindt u HIER
Over de auteur
- Freek van Beetz, studeerde Planologie en Politicologie, was van 2001-2010 adviseur van de MP van de Ned.Antillen. Auteur van Vergeefse Moeite ( roman,2023),Uitzicht op Zee (roman, 2015) en van Het laatste Kabinet (2010) en Het einde van de Antillen (2013).www.freekvanbeetz.nl
Recent gepubliceerd
- Antisemitisme9 maart 2024Enkele gedachten bij de opening van het Nationaal Holocaustmuseum
- Antisemitisme30 januari 2024Over de obsessieve anti-Israël berichtgeving in de media
- Antisemitisme6 november 2023Huiveringwekkend: antisemitisme is weer volop aanwezig
- Islam/Moslims13 oktober 2023Moreel kompas is afwezig bij verslaggeving over Israël
De burger weer mond dood gemaakt
Inderdaad worden we belazerd met open ogen
Politiek grootste hufter zooi op deze aardkloot
Eerst ik dan nog eens ikke
De rest kan stikken
Vanaf de 2e wereldoorlog heeft iedere nieuwe generatie meer welvaart gekend, meer mogelijkheden, meer vrijheden, meer zeggenschap.
Het verbijsterende is dat er een soort kantelpunt lijkt te zijn opgetreden – de nieuwe generaties van nu – gaan meer in de gaten gehouden worden, gaan meer geregistreerd worden, zullen minder inspraak hebben, moeten langer doorwerken, zullen moeilijker zelf een huis kunnen betalen. Anders gezegd – de mogelijkheden nemen af.
En het ergste is dat ze zich daarbij bedienen van wetteloosheid – een wet kan terugwerkende kracht hebben (nadat zij in werking is getreden), maar een wet kan geen effect hebben VOORDAT zij in werking is getreden. En dat is precies wat Ollongren en de coalitie partijen erdoor drukken.
Zorgelijk
de boodschap is mij al tijdje duidelijk, de elites geven niks om de werkenden, dat zijn slechts slaafjes, daarom geef ik niks om de regering en de eu, ik betaal niks aan belasting en zorg goed voor mezelf. ik verwacht niks van de ratten die ons besturen. onze overheden zijn onze vijanden geworden.
Ik ben van mening dat het referendum in de huidige vorm niet werkbaar was en een gedrocht. Ben ik daarmee dan een tegenstander van de intentie van die wet? Nee, absoluut niet.
We leven in een maatschappij, waarin alles sneller moet, alles vooral snel veranderd en toch wordt er geregeerd met een regeerakkoord, dat volkomen is dichtgetimmerd, doorspekt met ondoorzichtige compromissen, die onmogelijk vooraf op werkbaarheid kunnen worden getest. En daar moet een regering het dan 4 jaar mee doen.
Een kind kan begrijpen, dat zoiets niet bestaat. Waar bestuurders mijlen ver van de werkelijkheid af staan en dan ook nog geen enkele inbreng vanuit de bevolking accepteren, vergroot die afstand steeds meer.
Bij dit alles probeer ik dan ook nog uit te gaan van de integriteit van de politici, maar helaas, die is steeds vaker ver te zoeken.
Democratie in de huidige vorm is een onwerkbaar instrument geworden en is inderdaad afhankelijk van lobbies geworden. Een duistere en slinkse beweging, die helemaal niets met democratie van doen heeft, maar wel de belangrijkste speler in het veld geworden.
Als een minister beweert, dat we wat nieuws moeten verzinnen, dan is ze daar toch wel rijkelijk laat mee, al zeker zo’n vijftien jaar en misschien nog langer. Sterker nog, hoewel ik niet pessimistisch van aard ben, vrees ik, dat we al te laat zijn en dentert dit bestel regelrecht de afgrond in. Het einde van dit tijdperk van deze beschaving is in zicht, dat kunnen wij niet meer voorkomen, of hebt u misschien nog wel een voorstel. Ik wil het graag vernemen en meedenken.
De democratie is samen met de Nederlandse burger de nek om gedraaid zoals ze het vroeger deden met kippen en duiven.