Hoe draait de baantjescarrousel écht?

Er moet een einde komen aan de bobo-cultuur

Titelfoto: Klaas Dijkhoff. Screenshot door redactie OpinieZ van YouTube-video, kanaal Leukste YouTube Fragmenten

Gister vond in de Tweede Kamer een hilarisch debatje plaats tussen de fractievoorzitters van de VVD en het Forum voor Democratie. Thierry Baudet draaide zijn retorische grammofoonplaat over de baantjescarrousel weer af. Klaas Dijkhoff reageerde zo ad rem als je op voorspelbare aanvallen kunt reageren.

Hij ontkende behendig (“ik kan niet reageren op wat niet bestaat”), om vervolgens toch uit te leggen hoe de carrousel volgens hem werkt (“ex VVD-politici zijn zó goed en gewild dat iedereen ze graag in hun midden wil hebben”). Daarmee won Dijkhof in de ogen van velen het debat (zelfs uiterst linkse toeschouwers applaudisseerden er op Twitter op los), maar ontkrachtte zijn aanvankelijke ontkenning van het bestaan van een baantjescarrousel en liet ons achter met een volstrekt ongeloofwaardige uitleg ervan. Maar hoe zit het dan wel?

Middenveld
Een belangrijk deel van de baantjescarrousel speelt zich af in het oer-Hollandse middenveld, waar ik een deel van mijn werkzaam leven als professional doorbracht. Vele honderden organisaties, waaronder branche- en beroepsorganisaties en bijvoorbeeld sportbonden, zoeken met de regelmaat van de klok gezichtsbepalende bestuurders in de kringen van (oud) politici, hoogleraren of gepensioneerde captains of industry. Meestal in hun besturen of raden van toezicht, vaak als voorzitter.

Soms zie je dezelfde bobo’s in vergelijkbare functies en rollen bij verschillende non-profitorganisaties. Bijvoorbeeld als bestuurder van een brancheorganisatie én een sportbond. Zelfs de combinatie van het voorzitterschap van beide ben ik tegengekomen. Ze zijn vaak belast met de benoeming en het ontslag van de professionele directeur of bestuurder. Het hoeft niemand te verbazen dat na de benoeming van zo’n directeur of bestuurder soms blijkt dat de benoemde een goede kennis van de benoemer is.

Bobo-cultuur
De gevolgen daarvan laten zich raden en kunnen desastreus voor de rest van de organisatie zijn. Zoals conflicten die uiteindelijk met hoge vergoedingen beslecht moeten worden, met hoge kosten, lange tijd gekoppeld aan een lage productiviteit en effectiviteit van de organisatie. Menig professional in de non-profitsector zal dit patroon helaas herkennen.

Het wordt tijd dat het middenveld zich van deze bobo-cultuur ontdoet, waarmee tevens een eind zal komen aan de daarbij behorende baantjescarrousel. Ik zie twee oorzaken die aangepakt kunnen worden.

Vertrekregeling
Een. Het besturen van een non-profitorganisatie wordt nog lang niet overal als een professie gezien. Vaak zijn de vereiste competenties onduidelijk en ontbreekt deugdelijke scholing om non-profitorganisaties adequaat te leiden.

Twee. De inkomsten van veel non-profitorganisaties bestaan uit contributies van leden die weinig of geen relatie hebben met de geleverde prestaties. Daarom is een exorbitante vertrekregeling (ooit vertrok een directeur-voorzitter van een maatschappelijk non-profitorganisatie met een afscheidscadeau van € 1.000.000!) in de praktijk niet meer dan een onvoorziene overschrijding van de begroting van de vereniging, die bij sommige organisaties vaker regel dan uitzondering is.

Professionaliseren
De oplossing is in de kern van de zaak simpel: non-profitorganisaties moeten (verder) professionaliseren. Het leiden van zulke organisaties is een vak dat uitsluitend door daarvoor opgeleide en gekwalificeerde kandidaten kan worden uitgeoefend. En non-profitorganisaties moeten professionele bedrijven worden die tegen passende betaling adequate belangenbehartiging en dienstverlening bieden en daarop door leden aangesproken kunnen worden.

Toezicht
Het toezicht moet even professioneel en adequaat zijn en zich onthouden van bemoeienis met het bestuur en beleid van de organisatie. Dat is de verantwoordelijkheid van professionals. Daar behoort ook de rol van boegbeeld bij. Wat er onmiddellijk toe zal leiden dat veel bobo’s vrijwillig zullen vertrekken, omdat de organisatie zich dan niet langer leent voor eigen profilering.

Natuurlijk zijn niet alle non-profitorganisaties over één kam te scheren. Er zijn ook branche- en beroepsorganisaties en sportbonden die het vereiste niveau van professionalisering al ruimschoots hebben bereikt. Chapeau! Wie deze mooie schoen past trekke hem aan. Tien tegen één dat bij die organisaties weinig of geen bobo’s van naam zijn te vinden. Dat hun goede voorbeeld goed mag doen volgen!

Henk Strating – Twitter: @HenkStrating

© OpinieZ.com 2017. U kunt dit artikel delen via de knoppen onder de advertenties.

Over de auteur

Henk Strating
Henk Strating
Henk Strating is oprichter van HS ARBEIDSVOORWAARDEN CAO-advies & onderhandelingen en schreef het boek 10 JAAR PUZZELEN over de Nederlandse arbeidsverhoudingen in de periode 2007-2017.
Te bestellen op https://www.bol.com

Reacties worden gemodereerd. Let op uw taalgebruik. Schelden en tieren is niet toegestaan.                                                 >>> Lees hier onze spelregels <<<

Reacties die onze regels schenden worden verwijderd. Herhaalde overtredingen, oproepen tot geweld, beledigingen, Holocaust-vergelijkingen en antisemitisme leiden tot een permanente ban. De redactie treedt niet in discussie over de reden voor verwijdering van een reactie, noch over een ban. Ongeldige e-mail-accounts worden geblokkeerd.