Integratie: ieder creëert z’n eigen werkelijkheid
Op de schildercursus die ik jaren geleden volgde in het roemruchte Leidse Ars Aemula Naturae, sprak de docent de cursisten bij de zoveelste maar half geslaagde poging tot een kunstwerk bemoedigend toe: “Ieder schept zijn eigen werkelijkheid.”
Daar moest ik denken toen ik de afgelopen dagen een aantal artikelen las over de problemen bij de integratie van immigrantenkinderen.
In een indringende reportage in De Groene Amsterdammer van de afgelopen week “Twee werelden, twee werkelijkheden”, verkent Margalith Kleijwegt de drang tot radicalisering onder gelovige moslimleerlingen op scholen voor hbo,mbo en vmbo.
Bij mij drong zich het verontrustende beeld op van een groeiende groep jongeren die zich hier niet thuis voelt of zich hier niet thuis wil voelen. Jongeren met allerlei problemen, die zich ook nog vaak op sleeptouw laten nemen door sociale media en in de islam hun zekerheid zoeken. En scholen die daar al schipperend een weg in zoeken.
een groeiende groep jongeren die zich hier niet thuis voelt
“Waarom willen die jongeren niet bij ons horen?”, vroeg schrijver Özcan Akyol zich af, toen hij waarnam dat de kleinzonen van de gastarbeiders van destijds zich meer vereenzelvigen met de sociale omgeving die hun grootouders op jonge leeftijd verlieten, dan met het Nederland waarin zij opgroeien.
Ik denk omdat zij zich niet zoals Dilan Yesilgoz (Parool, 30 januari) de haarscherpe keuze eigen willen maken:
“Dit is mijn land en als iemand daar moeite mee heeft, is dat lullig voor diegene. (…) Ik heb wel eens een heel bozig stukje getikt over Turkse prominenten die schreven dat zij zich niet meer thuis voelden in Nederland. Hoe kun je dat nou zeggen. Je bent hier godverdomme geboren. Dit is jouw land.”
In Trouw (30 januari) zegt journalist-schrijver Erdal Balci, nadat hij na een verblijf van 16 jaar in Istanbul, in Nederland terugkeerde: “Misschien is dat wel het mooiste wat Nederland mij heeft gegeven. (…..) Daarom wil ik mijn kinderen hier een toekomst geven. Laatst zag ik samen met mijn dochter op tv hoe Khadija Arib gekozen werd als voorzitter van de Tweede Kamer. ‘Kijk goed’, zei ik tegen haar. ‘Arib is ook pas op haar vijftiende hier gekomen en zie hoe ver zij het heeft geschopt. Dat kan jij ook.’ Daar werd ze heel blij van.”
En daarom werd ik juist een beetje treurig van het door nogal wat prominenten ( o.a. door D66-kamerlid Sjoerdsma en VVD-veteraan Weisglas) op Twitter bejubelde larmoyante verhaal van Nadia Ezzeroili in De Volkskrant van afgelopen zaterdag: “Nederland en ik, we gaan uit elkaar.” Over de verkiezing van Arib schrijft zij: “Er gaat geen maand voorbij of moskee-bezoekers wassen het varkensbloed van hun stoep, politici storten zich als hyena’s op de afkomst van Kamervoorzitter Khadija Arib.” Hier is een vorm van overdrijving gesublimeerd, de publieke kritiek gold niet zozeer Arib’s afkomst, maar haar dubbele paspoort.
De ontvangende samenleving – met schotelantennes en al – de rug toekeren zal de groeiende kloof echt niet dichten
Ebru Umar hekelde in NRC Handelsblad (28 januari) ouders die het in hun hoofd halen om hun kinderen los te laten tussen gelovigen en eisen dat de maatschappij zich maar aan de migrant en minderheid moet aanpassen in plaats van andersom. Dezelfde krant die tot tweemaal toe ruimte biedt aan een uitvoerig pleidooi voor het Salafisme!
Het is waar: nieuwkomers moeten zich extra inspanningen getroosten, integratie vergt wilskracht en doorzettingsvermogen. Het is de prijs die voor een succesvolle plek in de samenleving betaald moet worden. Het aanmeten van de rol van slachtoffer, hoe bloemrijk verwoord ook, helpt daarbij niet. De ontvangende samenleving – met schotelantennes en al – de rug toekeren zal de groeiende kloof echt niet dichten. Ook solidariteit moet van twee kanten komen.
Foto: Fullinsight.com
Over de auteur

- Freek van Beetz, studeerde Planologie en Politicologie, was van 2001-2010 adviseur van de MP van de Ned.Antillen. Auteur van Uitzicht op Zee (roman, 2015) en van Het laatste Kabinet (2010) en Het einde van de Antillen (2013).
Opdat zij hun rekeningen kunnen betalen,zorgt de roverheid er voor dat wij de onze niet meer kunnen betalen;met de beste wil van de wereld niet!
Praten over solidariteit hoeft niet meer voor de Nederlandse burger, die ziet dagelijks dat deze solidariteit is opgelost, verdampt door de foute en misdadige inzet van deze regering. Ze moet niets meer verwachten van de burger dan alleen nog een grote opstand en als ze zo door gaan wordt het een burgeroorlog om wat nog rest aan bezit en waarde dit te verdedigen. Want ze blijven de burger beroven om door deze krankzinnige imigratie de rekeningen te kunnen betalen.