En de overheid, zij groeit maar door
Hoezo "neo-liberaal bezuinigingsbeleid"?

Titelfoto: Skyscraper City door Roel Wijnants, CC BY-NC 2.0.
De overheid richt zich steeds minder op het bieden van gelijke kansen en steeds meer op het gelijke uitkomsten. Ongelijkheid wordt niet getolereerd en eindeloos wordt geld overgeheveld voor armoedebestrijding en inkomensondersteuning. De collectieve sector groeit gestaag, ondanks geklaag over ‘kapot bezuinigd’. De roep om meer overheid houdt pas op als de totale gelijkheid is gerealiseerd. En zo wordt de gezamenlijk te verdelen koek elk jaar kleiner, stelt Wouter Roorda.
In Nederland is het verdelen van de koek belangrijker dan het vergroten van de omvang. Met de koek bedoel ik het nationaal inkomen. Steeds weer blijkt dat van de Nederlanders een meerderheid kiest voor een gelijkere inkomensverdeling als een grotere omvang van het nationaal inkomen gepaard zou gaan met meer ongelijkheid. Bestrijding van ongelijkheid is de kerntaak van de overheid geworden. Dit als logisch equivalent van het tegengaan van discriminatie, dat via artikel 1 van de Grondwet leidraad is voor al het maatschappelijk handelen van diezelfde overheid.
Gelijke uitkomsten
Ongelijkheid is echter niet per se slecht, al zitten er natuurlijk kwalijke kanten aan. Juist die laatste worden overal breed uitgemeten. Gelijkheid opleggen daar waar er verschillen zijn of waar verschil zelfs gewenst is, leidt tot onwenselijke uitkomsten. In de loop der tijd is de tolerantie voor verschillen zodanig opgeschoven dat we van een beleidsmodel dat focuste op het zoveel mogelijk bieden van gelijke kansen naar eentje zijn gegaan waarin het steeds meer draait om het bereiken van gelijke uitkomsten.
Minimumloon
Zo is het vrijwel gelijktrekken van de minimumuitkeringen aan het minimumloon ingegeven door de wens voor zowel werkenden als uitkeringsgerechtigden eenzelfde inkomensvangnet te creëren. Dat de minimumloner daar tot veertig uur per week niet altijd even uitdagend werk voor moet verrichten en de uitkeringsgerechtigde niet en de laatste zonder noemenswaardige gevolgen voor dit soort werk de neus kan ophalen, is een prijs die de samenleving blijkbaar graag wil betalen.
Bij veel uitkeringsgerechtigden valt moeilijk vol te houden dat zij in deze krappe arbeidsmarkt onvrijwillig werkloos zijn. Bovendien klopt de impliciete suggestie hierachter maar zeer beperkt, dat door het armer maken van de ene groep de bestedingsproblemen van de ontvangende groep zullen zijn verholpen. Voor de betalers geldt dat de overdrachten een negatieve weerslag zullen hebben op hun verdienvermogen en op de bereidheid daarin verder te investeren. Dat is het probleem bij alle inkomensoverdrachten, ook die naar arme landen.
Ondersteuning
Niet alleen is er geen oog voor de minimumloner of de zelfstandige die hard moet werken om aan een minimum inkomen te komen, de nadruk in het publieke debat ligt vooral op wat degene met een uitkering tekort komt. Voor deze groep zijn tal van inkomensondersteunende regelingen in het leven geroepen. Ook kunnen zij rekenen op de warme belangstelling van gemeenten via kwijtschelding, bijzondere bijstand en allerlei collectieve en/of individuele aanvullende budgetten. Geld dat vaak niet terecht komt bij de eerdergenoemde minimumloner of zelfstandige op het minimum.
Voedselbanken
Een ander bewijs dat wordt aangehaald voor het tekortschieten van de minimumuitkeringshoogte zijn de voedselbanken. Op het redden van nog prima eetbaar voedsel is natuurlijk niets tegen, maar het is niet zo dat je van je uitkering in Nederland geen eten kunt kopen. Het gaat er juist om dat je veel dingen niet kunt kopen die voor anderen heel gewoon lijken, zoals een smartphone of IPad.
Daardoor blijft er onvoldoende geld over voor de basale levensbehoeften of moet men zich in de schulden steken om de begeerde spullen alsnog te krijgen. Het zijn vaak deze mensen die in de media worden opgevoerd als het over armoede gaat. Als zij zich bevinden in een schuldsaneringsregeling dan kunnen zij tot wel tien procent onder het sociaal minimum zakken met hun inkomen. Dat geeft aanleiding tot krantenkoppen van gezinnen die van minder dan X euro per week moeten rondkomen, zonder de verdere context te schetsen.
Kapot bezuinigen?
Inkomensondersteuning en armoedebestrijding kunnen in Nederland op een breed draagvlak rekenen. Het is één van de motoren achter een alsmaar groeiende collectieve sector. Zorg en onderwijs zijn twee andere terreinen waar de uitgaven voor veel burgers nog meer omhoog mogen dan in de afgelopen decennia is gebeurd. Voortdurend lezen we verhalen over kapot bezuinigen, neoliberaal afbraakbeleid en een collectieve sector die wordt uitgemergeld. Kloppen deze verhalen als we naar de cijfers kijken?
Stijging collectieve lasten
Laten we eerst naar de macrototalen kijken waar het gaat om het procentuele beslag van de overheidsuitgaven op het nationaal inkomen. Onder Rutte zijn de collectieve uitgaven na een aanvankelijke daling weer terug op het niveau van tien jaar geleden en omvatten bijna de helft van het nationaal inkomen. Het beslag was in de decennia voor Rutte soortgelijk.
De collectieve lasten namen de afgelopen tien jaar gestaag toe van 35,5 procent van het nationaal inkomen tot bijna 40 procent in de laatste paar jaar. Ze zijn daarmee terug op een niveau dat we de afgelopen vijfentwintig jaar niet hebben gezien. Hier zit weliswaar enige vertekening in vanwege de omvang van de Covid-gerelateerde maatregelen, maar ook zonder deze uitgaven blijft deze conclusie overeind.
Ook als we kijken naar de absolute bedragen geven de overheidsbestedingen elk jaar in lopende prijzen een toename te zien vanaf 1970. Alleen in de periode 2010-2013 bleven deze min of meer gelijk, maar in die periode was het nationaal inkomen gedaald, zodat het relatieve beslag toenam.
“Everyone wants to live at the expense of the state. They forget that the state lives at the expense of everyone.” – Frédéric Bastiathttps://t.co/B9w2UYbBuu
— Gunther Schnabl (@GuntherSchnabl) October 29, 2021
Groei
Als we inzoomen op verschillende sectoren wordt het verhaal niet anders. Natuurlijk zijn er beleidsterreinen waar de overheid op heeft bezuinigd, zoals defensie. Daar staan veel meer andere tegenover die juist extra zijn gegroeid. Met name de terreinen volksgezondheid, onderwijs en sociale bescherming laten van jaar op jaar een, soms flinke, stijging zien volgens het CBS.
Voor de afgelopen tien jaar geldt dus dat de overheidsuitgaven sneller zijn gestegen dan het nationaal inkomen en dat daarbinnen de onderdelen zorg, onderwijs en sociale zekerheid nog eens bovengemiddeld zijn toegenomen. Niks kapot bezuinigen dus en geen kil neoliberaal saneringsbeleid.
Wie verder inzoomt op bijvoorbeeld de gezondheidszorg ziet, dat de afgelopen jaren de uitgaven van vrijwel elk onderdeel (soms fors) zijn gegroeid en dat zelfs op de jeugdzorg geen sprake is van bezuinigingen. Daarmee zijn we op het punt dat bezuinigingen in Nederland meestal ombuigingen zijn van snelle uitgavenstijgingen uit het verleden, waarbij alleen het tempo van de stijging afneemt.
Reflex
Ondanks het voorgaande is zowel op links als op rechts de reflex het eisen van steeds hogere overheidsuitgaven en meer overheidsbemoeienis (alleen niet met zichzelf).
In #onderwijsdebat staan alle partijen weer in de rij om NOG meer geld te eisen. Zo ongelooflijk gemakzuchtig is dat. In 1995 werd €3057 per PO-leerling besteed. Toen konden ze allemaal lezen, schrijven, rekenen. In 2020 was het € 8910 per leerling en was 24% semi-analfabeet. pic.twitter.com/Mtk5LiwS4r
— Harm Beertema (@harmbeertema) November 17, 2021
Recent zagen we dat weer met de woningmarkt, waar meer geld geven aan woningbouwcorporaties, zodat deze meer sociale huurwoningen kunnen bouwen, als de oplossing van alle problemen werd gepropageerd. Dit terwijl het juist de duurste en minst effectieve aanpak van de problematiek is. Eén belangrijke oorzaak van deze reflex is overigens dat veel opiniemakers die in Nederland voor rechts doorgaan in hun jongere jaren links waren en hun voorliefde voor de staat niet zijn kwijtgeraakt, waar het gaat om ingrepen in het sociaaleconomische domein.
Totale gelijkheid
De roep om meer overheidsingrijpen en hogere overheidsuitgaven houdt pas op als de totale gelijkheid is gerealiseerd. Wereldwijd welteverstaan. Tot die tijd zal men steeds nieuwe problemen vinden die om overheidsingrijpen vragen en waarbij interventie vooral moet worden gerealiseerd via hogere uitgaven. Het is een kostbare verslaving, waarbij ook nog eens verwoed wordt getracht private kosten op andere partijen af te wentelen of voor zichzelf uitzonderingen of voordeeltjes binnen te hengelen. Zie wat er al jaren gebeurt met subsidies voor bijvoorbeeld elektrische auto’s.
Nergens een stap terug
De uitgaven zullen in de toekomst alleen maar verder toenemen, nu de overheid grote ambities heeft aangekondigd met dito uitgaven op terreinen als de energietransitie en het tegengaan van klimaatverandering. Ook staan ons steeds hogere kosten te wachten als gevolg van de voortdurende immigratie en moeten we enorme bedragen bijdragen aan verschillende EU-fondsen. Daar staat geen beleidsterrein tegenover waar diezelfde overheid een stap terug gaat doen.
Heel veel geld uit laten geven door de overheid en de deur wagenwijd open voor immigratie; CDA en VVD zijn definitief overgestapt naar de linkerkant van het politieke spectrum. #kartel https://t.co/NhC8FZ3nKl
— Wouter Roorda (@WouterRoorda) November 17, 2021
Integendeel, want ook de kosten van de gezondheidszorg en het onderwijs zullen snel stijgen gezien de plannen van partijen aan de formatietafel. We stevenen dus af op een steeds verdergaande collectivisering van de economie, waarin de overheid steeds meer zaken belooft en taken op zich neemt. Dat ze daarbij op tal van terreinen opzichtig faalt doet er niet toe. Doel is immers het streven om tegen elke prijs (nog) meer gelijkheid te realiseren. Dat daardoor de koek voor iedereen kleiner wordt, is het offer dat (liefst door anderen) moet worden gebracht.
Over de auteur

Recent gepubliceerd
Politiek Internationaal27 augustus 2023Wij hebben geen ereschuld aan Afghaanse beveiligers
Migratie25 juli 2023Bij asiel en immigratie doen de harde feiten er niet meer toe
Economie24 mei 2023Graaiflatie: een linkspopulistische complottheorie
Economie12 maart 2023De onthutsende toestand van ons land na ruim 12 jaar Rutte
Het is duidelijk dat Nederland richting socialistische samenleving gaat. Nivellering is een feest, blijkt niet alleen voor de PvdA te gelden maar ook voor partijen die zich rechts noemen maar links
doen geleid door neo socialist Rutte. Iedereen is gelijk en niemand mag meer hebben dan een ander. Deze gelijkheid was van begin af aan de grote struikelblok van het socialisme. Want wij willen en zijn niet in staat om allemaal hetzelfde te hebben. Deze gelijkheid maakt meer kapot dan je lief is. Bovendien waarom zou je je uitsloven als je hetzelfde voor krijgt als iemand die liever minder doet. Bovendien zijn wij ook niet gelijk in ons denkvermogen of andere prestatie. Daar past geen gelijke beloning bij afgezien van extremen waarbij zulke bedragen nooit de echte verdiensten kunnen representeren. Op andere kant worden de uitkeringen door diverse ingrepen opgewaardeerd zodat die mensen vaak meer overhouden dan een minimum loner die acht uur voor moet werken. De ongelijkheid die niet lekker zit is de groei van miljonairs tegelijk met de groei van voedselbanken. Dat is asociaal maar dat los je niet met socialisme. Die ongelijkheid zal in elke systeem stand houden ook de socialistische. Dat de sociale uitgaven de nationale inkomen overstijgen is te wijten aan de populatiegroei door mensen die hun leven lang zullen moeten worden onderhouden. Plannen zoals Green Deal zullen dit verschil nog groter maken. Kortom, de linkse ziekte zal ons de kop kosten zoals het al zo vaak is bewezen. Dan is zeker dat de koek niet alleen kleiner wordt maar dat ie verdwijnt. Links laat ons vaak en graag zien de schoonheid en puurheid van de armoe in andere landen en dat is wat zij ook nastreven en ons gunnen. Ik bedank voor die gelijkheid.
Een heel herkenbaar verhaal, goed verwoord.
“De roep om meer overheidsingrijpen en hogere overheidsuitgaven houdt pas op als de totale gelijkheid is gerealiseerd. Wereldwijd welteverstaan. ”
Precies – en dat geeft ook aan dat we niet alleen hebben te maken met ‘een overheid’ maar met een verpolitiseerde overheid, geen neutrale overheid, maar een instrument in de handen van een marxistische elite, die een gramsciaans programma uitvoert.
De gelijkheid die ze in hun hoofd hebben, kan op de grond echter niet worden gerealiseerd, vanwege de verschillen in economisch opzicht tussen landen en de verschillen tussen mensen in opzicht van aangeboren en aangeleerde vaardigheden.
Dus een mission impossible.
Daarom is de Sovjet-Unie in elkaar geploft. En de EU zal bijna zeker volgen.
Lees de boeken “De puinhopen van acht jaar Paars” en “De verweesde samenleving”
van Pim Fortuyn.
Ongelijkheid is juist iets om toe te juichen. Het motiveert de onderlaag van de samenleving om te presteren. Voor een beter leven. Maar als alles wordt aangereikt is de motivatie weg en wordt de onderlaag een laag van collectieve handophouders.
Voor de bovenlaag geldt hetzelfde, ook zij worden door de ongelijkheid gemotiveerd om te presteren. Om tot die bovenlaag te blijven behoren. En als bij hen alles extra wordt belast werkt dat ook demotiverend. Wie wil er nu keihard werken om de grote groep handophouders maandelijks te voorzien van een nieuwe geldinjectie?
Met andere woorden, “gelijke uitkomsten” motiveert mensen niet om het beste uit zichzelf te halen. “Gelijke kansen” doet dat wel. Als iedereen dezelfde kansen krijgt wordt iedereen gemotiveerd om het beter te doen dan de rest.
Het enige wat niet gelijk wordt getrokken en waar echt wel grote verschillen in zijn en die enkel groter worden zijn de vermogensverschillen.
Het is eigenlijk best raar, dat we een inkomens-ondergrens, de armoedegrens, hebben in het beleid. Maar geen rijkdomsgrens, geen bovengrens aan wat nog acceptabel zou zijn aan rijkdom in bezit van 1 persoon.
Het is gevaarlijk gebleken dat die multimultimiljardairs, soms met vermogens die landen niet hebben, beleid wereldwijd kunnen beïnvloeden.
Zou hier ook niet eens een debat over gevoerd moeten worden?
Niet uit afgunst, er mogen van mij best rijke, zelfs heel rijke mensen zijn. Meestal werken die ook hard voor hun vermogen, of nemen veel risico’s, of zijn hun privéleven kwijt, of moeten leven in een bewaakte gouden kooi.
Nee, het gaat mij om de obscene rijkdommen in handen van enkelen.