Gevolgen globalisering bestrijd je niet met links post-kapitalisme
Ons eigen Rijnlands model is zo gek nog niet
Toen Francis Fukuyama in 1992 The End of History en de overwinning van het kapitalisme had aangekondigd na de val van de Berlijnse muur, bleef het lange tijd stil in linkse kringen. Dat veranderde met het boek Kapitaal in de 21ste eeuw van Thomas Piketty, die de negatieve aspecten van het globalisme aan de kaak stelde. Hij liet aan de hand van veel statistisch materiaal zien dat de kapitalistische wereldeconomie een toenemende sociale inkomensongelijkheid in de maatschappij veroorzaakt. Zijn alternatief: “post-kapitalisme”.
Piketty’s opvattingen worden in Nederland verwoord door Ewald Engelen in Follow the Money en Thomas van der Dunk in de Volkskrant. SP, GroenLinks en de PvdDieren propageren dit nieuwe adagium.
Eens met @ewaldeng: er zijn linkse alternatieven nodig! AOW op 65, huren omlaag, einde marktwerking zorg, lonen omhoog. Geen populisme, maar reële alternatieven. SP verkiezingsprogramma doorstond (zelfs) neoliberale modellen van CPB 👍 https://t.co/7B81BEirgR
— Renske Leijten (@RenskeLeijten) May 24, 2018
En zelfs de PvdA heeft afstand genomen van het marktdenken, vooral in de Zorg, maar ook in sectoren als openbaar vervoer, energie en de woningbouw.
Vandaag stemde de Eerste Kamer over de toekomst van het Nederlandse spoor 🚈 Door dit wetsvoorstel dreigt ook het 'hoofdspoornet' aanbesteed te worden. Wij hoeven geen verdere #marktwerking op het #spoor. Daarom hebben we samen met SP en GroenLinks tegen deze wet gestemd. @PvdA pic.twitter.com/bn0u3TuWrM
— PvdA Eerste Kamer (@PvdA_EK) January 29, 2019
Mager alternatief
De analyse van Piketty klopt voor een belangrijk deel. Globalisering brengt ongelijkheid met zich mee. Of zijn alternatief, de post-kapitalistische samenleving, een oplossing biedt voor de gesignaleerde problemen is echter de vraag. Als we de stukken van Piketty en andere in linkse kringen populaire economen als Jozef Stiglitz en Paul Krugman goed lezen, blijkt het geboden post-kapitalistische alternatief vrij mager. Men komt niet verder dan het nationaliseren van banken, basisindustrie en nutsbedrijven, een dominerende rol in de economie voor de overheid, het afschaffen van de dikke bonussen in het bedrijfsleven en een basisinkomen voor iedereen, ongeacht of hij of zij werkt.
Chavismo
Het klinkt mooi, maar de praktijk heeft uitgewezen dat een dergelijke aanpak niet werkt. Als de prikkels tot ondernemen en werken, resp. winst maken en meer verdienen dan degenen die niet werken, worden weggenomen, klapt de economie in elkaar en holt een hyperinflatie de koopkracht van de bevolking uit, zoals we recentelijk in Venezuela hebben gezien. Het aanvankelijk ook door links Nederland bejubelde post-kapitalistische Chavismo (het radicaal-linkse model van de voormalige Venezolaanse president Hugo Chavez) blijkt niet meer dan oude wijn in nieuwe zakken te zijn: een communistische, staatsgeleide economie.
De geschiedenis staat bol van dergelijke experimenten. Landen die de socialistische route hebben gekozen leveren geen bloeiende economieën en gelijke rijkdom voor iedereen op. Het leidt tot samenlevingen waar iedereen arm is, behalve de elite van het leidende politbureau en hun zetbazen. We hebben dit eerder ook gezien in de Sovjet-Unie, China, de Oost-Europese communistische staten, Cuba en Noord-Korea.
Rijnlands model
Het gaat niet om een keuze tussen slechts twee modellen: de min of meer staatsgeleide economie die de kritische economen en linkse Nederlandse politieke partijen voorstaan of het hardere Angelsaksische kapitalistische systeem. Er is nog steeds een andere, ruim beproefde optie: het Rijnlands model. Ook wel genoemd het kapitalisme met een menselijk gezicht. Het staat voor een overlegcultuur, voor solidariteit, voor waardering voor vakmanschap en voor andere waarden dan alleen geld, zoals kwaliteit en geluk. Het bijzondere van het Rijnlands model is dat overheid en bedrijfsleven zich actief bezighouden met zaken als milieu, ruimtelijke ordening, onderwijs en sociale vraagstukken. Anders dan in het Angelsaksische model zijn werknemers meer dan een kostenpost.
Sociale markteconomie
Nederland kent dit poldermodel sinds de Tweede Wereldoorlog. Inmiddels hebben de vakbonden, de SER en de Stichting van de Arbeid wel wat aan invloed ingeboet en zijn er nieuwe marktdeelnemers opgekomen, zoals de grote groep ZZP-ers. Maar het principe van de sociale markteconomie, waarin meer belangen worden meegewogen dan die van de aandeelhouder alleen, staat nog recht overeind. De overheid is nog altijd de marktmeester die ingrijpt wanneer marktpartijen zich schuldig maken aan ontoelaatbare praktijken, zoals prijsafspraken of ander monopolistisch of oligopolistisch gedrag.
Gezamenlijk belang
In Buitenhof pleitte de CEO van DSM Feike Sijbesma onlangs voor het behoud van het Rijnlandse model. Hij zette uiteen dat zowel de overheid als de werkgevers en werknemers er gezamenlijk belang bij hebben. De ondernemer moet, zo betoogde hij, behalve winst maken ook zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Hij noemde daarbij de voorbeelden van Anton Philips, Freddy Heineken en – van recentere datum – zijn eigen DSM.
Gevolgen globalisering
Het is duidelijk dat ook de vrije markteconomie – ook in het Rijnlandse model – tekortkomingen vertoont. De belangrijkste reden daarvoor is de globalisering van de economie. In Nederland kunnen overheid en bedrijfsleven zich natuurlijk perfect aan de regels van het model willen houden, de wereldwijde concurrentie dwingt bedrijven om soms anders te opereren. Op straffe van faillissement moet soms keihard in de kostenstructuur te worden gesneden, met als gevolg ontslagen of verplaatsingen van bedrijfsonderdelen naar het buitenland.
Voorbeelden zijn er te over. De textielindustrie verdween om die reden uit Nederland en andere industriële activiteiten werden verplaatst naar Oost-Europa. Veel bedrijven werden weggeconcurreerd door goedkope producten uit China en andere landen in Azië. De bedrijven die bleven stelden loonsverhogingen zo lang mogelijk uit en opteerden voor flexwerkers i.p.v. vast personeel.
Belastingverlaging als sleutel
Liever dan de vrije markteconomie op te doeken, is het verstandiger de negatieve effecten van de globalisering te bestrijden. Binnen het Rijnlandse model is dat goed mogelijk, bijvoorbeeld via belastingverlaging. Daarmee sla je twee vliegen in één klap: werken wordt weer lonend, de koopkracht van de werknemer neemt toe en de kosten voor de werkgever worden minder, wat de concurrentiepositie op de wereldmarkt verbetert. De consequentie is wel dat de overheid op korte termijn minder inkomsten heeft. Maar op de langere termijn kunnen de belastinginkomsten toenemen als gevolg van een beter presterend bedrijfsleven en een toegenomen koopkracht van de consument.
Betutteling
Minder overheidsbemoeienis hoeft natuurlijk geen ramp te zijn. De betutteling van de overheid, de toegenomen regeldruk – er zijn 1000 regels bijgekomen in acht jaar Rutte – en de inefficiënte optredende overheid in allerlei semi-publieke organisaties worden door velen als beknellend ervaren.
Belofte: "Premier Mark Rutte beloofde al na de eerste verkiezingen die hij won dat hij het aantal wetten en regels juist wil laten dalen. Daar maakt de VVD zich ook hard voor."
— Rutger van den Noort (@RutgervdNoort) January 24, 2019
Realiteit: ruim 1000 wetten en regels meer dan 10 jaar geleden👇 #stemzeweghttps://t.co/lQW4y3tvdW
Inefficiënte Zorgsector
Een goed voorbeeld van een inefficiënte aanpak is de Zorg. Linkse politieke partijen zijn eensgezind in hun afwijzing van marktwerking in de zorg. Zij vinden dat invoering van marktwerking een desastreus effect heeft gehad. Wat in werkelijkheid is gebeurd is dat er een kongsi van zorgverzekeraars is gecreëerd. Dat is geen marktwerking, dat is marktregulering. Het cruciale element om een markt goed te laten werken, concurrentie, ontbreekt. De vier grote zorgverzekeraars Achmea, VGZ, CZ en Menzis hebben prijsafspraken gemaakt en de markt onderling verdeeld. Er is een oligopolie ontstaan. Concurrentie tussen andere spelers in de Zorg bestaat er niet, niet tussen ziekenhuizen en niet tussen zorgverleners. Er is dus niet te veel marktwerking, maar te weinig.
Stemmen voor meer of minder marktwerking in de #zorg? Dit willen de politieke partijen #TK2017 https://t.co/Ymusz5NMpi pic.twitter.com/tTVQKtLGOr
— Follow the Money (@FTM_nl) March 14, 2017
Negatief imago
Marktwerking heeft ten onrechte een negatief imago gekregen. De vrije markteconomie heeft veel welvaart gebracht. De ondernemersgewijze productie en de wereldeconomie moeten we koesteren. We moeten echter tegelijkertijd niet blind zijn voor de negatieve aspecten. En dan is het zonneklaar dat het kabinet-Rutte te weinig doet om de positie van de gedupeerden van de globalisering te verbeteren. Dat zou moeten gebeuren met een pakket van belastingverlaging, stimulering van om- en bijscholing en financiële compensatie voor zwakke groepen op de arbeidsmarkt.
Als er ooit een realo-rechtse coalitie komt – een kabinet van VVD, CDA, SGP, PVV en FvD – hoop ik dat die kiest voor de vrije markteconomie naar Rijnlands model, met zorg voor degenen die het niet op eigen kracht redden. FvD en PVV moeten zich niet laten verleiden het gedachtengoed van de kritische economen te omarmen. De beloften van deze heilsprofeten klinken mooi, maar zijn leeg en leiden tot rampspoed.
Heilstaat
Linkse visioenen over het post-kapitalisme komen neer op invoering van radicaal socialisme, een samenleving waar geen plaats meer is voor het individu en waar de overheid van de wieg tot het graf alles bepaalt. In armoede wel te verstaan. Want de socialistische heilstaat klinkt mooi, maar brengt weinig brood op de plank en heeft niets met individuele vrijheid.
Over de auteur

Recent gepubliceerd
EU16 september 2023Machtsbeluste EU in ons land geen verkiezingsthema, in Polen wel
Politiek Nederland1 september 2023Wordt het nog wat met een realo-rechts kabinet?
Kolonialisme12 augustus 2023Staatsgreep in Niger wijst op tanende invloed Westen
EU17 juli 2023Wat gaat Spanje doen als tijdelijk EU-voorzitter?
Een beter alternatief is een radicale robotisering (industrialisering). De koopkracht van de werklozen wordt op peil gehouden door een belasting op de arbeid van de robot. De werklozen krijgen hun koopkracht gecompenseerd naar gelang zij omscholen in beta wetenschappelijke vakken zoals natuur- wis- en scheikunde, programeren enz. voor beroepen van de toekomst in het wetenschappelijk onderzoek naar stamcel, genoom, nano, kwantum etc en in de zorg, onderwijs, politie, leger en de ruimtevaart naar de Maan en Mars kolonies. Nederland kan op Mars 100 miljard vierkante meter claimen als onderpand voor een pensioenstelsel 2.0.
Haha, dat is wel erg buiten de gebaande paden gedacht. Voortgaande automatisering is een logische en ook noodzakelijke ontwikkeling. Robotbelasting is een geniaal idee. Zolang ze geen stemrecht hebben of de verkiezingen gaan manipuleren. Robotisering van de Tweede Kamer begint al enige vorm te krijgen. Rob Jetten verdient in ieder geval genoeg om hem flink te kunnen belasten. Nog even over Mars: de totale oppervlakte daarvan is 144.800.000 km². Dan is 100 miljoen vierkante meter (100 km2) wel heel weinig. Zeker voor een nationaal pensioenstelsel van een niet al te groot landje, in wat voor versie dan ook.
Over het algemeen ben ik het met de teneur van het stuk van de heer Vervloed eens. Ewald Engelen vind ik veel moeilijker te plaatsen. Hij is in ieder geval een van de ‘knapste’ (radste) praters van Nederland. Zijn pleidooi voor minder ongelijkheid zou prima passen in het Rijnlandse model. Het gevaar is alleen dat het Rijnlandse model ‘links’ wordt ingehaald door het imperialistische ‘marktgeweld’ van China, of anders wel ‘rechts’ door op superwinsten gerichte globaliserende bedrijven en handel. Als we het Rijnlandse model verloren laten gaan komt het misschien nooit meer terug. De WTO gaat ons op dat punt geen steek verder helpen. En wat de EU op dat vlak kan betekenen blijft vooralsnog in nevelen en regelen gehuld. Een ander probleempunt is dat van het lager belasten van arbeid: zoals we onder Rutte 1, 2 en 3 hebben gezien is de neiging om arbeid meer te belasten of anders de burger via de BTW terug te pakken, iets waar de rijken aanmerkelijk minder last van hebben. Daarbij komt dat bedrijven steeds minder belast worden. Een groot probleem, dat wel heel moeilijk oplosbaar is. Bijv. in China zijn de winsten zo enorm hoog door de gigantische thuismarkt en de extreem lage arbeidskosten (en de lage grondstoffenprijzen, m.n. voor chinese bedrijven, door een geleide grondstoffenpolitiek). Tot slot, een eventuele realo-rechtse coalitie zal wel iets slims willen doen met de werking van de zorg. Dat gaat niet alleen om ziektekosten (en de beheersing ervan), maar ook om de zorgproblemen van en rond de alleroudsten.
Het traditionele economische model in Nederland zat ook vol met door de overheid gecontroleerde kartels. Die hielden concurrentie in stand zonder de race to the bottom uit te lokken.
De overheid hield de bedrijven redelijk, en de kartelvorming zorgde er voor dat de bedrijven dat konden betalen.
De achilleshiel van het rijnlands model zijn de deelnemende partijen. Vakbonden, werkgeversorganisaties en andere lobby-clubs hebben net zo min binding met hun “achterban” als de bestuurders en politici.
Niks mis mee toch? Laten we het vooral verbeteren en finetunen!
“Maar het principe van de sociale markteconomie, waarin meer belangen worden meegewogen dan die van de aandeelhouder alleen, staat nog recht overeind. De overheid is nog altijd de marktmeester die ingrijpt wanneer marktpartijen zich schuldig maken aan ontoelaatbare praktijken, zoals prijsafspraken of ander monopolistisch of oligopolistisch gedrag”