De benauwende braafheid van de Rijksakademie
Als men aan de leerling de meester herkent, dan moet het docentenkorps van de Rijksakademie van beeldende kunsten te Amsterdam met onmiddellijke ingang ontslagen worden. Daar wil je je kind toch niet laten ontsporen!
Afgelopen weekend was het dan zover: de Open Dagen van de Rijksakademie. Eenmaal per jaar mag deze gesloten instelling open en laat de jongste garde haar kunsten zien. Uiteraard gesloten, immers pas dan kun je de vrije change agent worden die directeur Els Odijk voorstaat. Want stelt zij politiek correct: ‘binnen de hedendaagse maatschappij die steeds meer geconcentreerd raakt op consumeren, rendement en amusement, hebben kunstenaars de mogelijkheid om de vaste cyclus te doorbreken.’
Curatorklets beheersen de artistieke junioren al op hoog niveau. Aan de leerling herkent men de meester
En er was natuurlijk heel veel change te zien in de Rijksacademie te Amsterdam: stenen op de vloer, snoepjes op de vloer, plankjes op de vloer, nog meer stenen op de vloer en voor de afwisseling een verrekijker op de vloer en katoentjes op de vloer. En wie genoeg had van de tuinslangen, bloemen en vuilnis op de vloer, die vergaapte zich aan de change objects aan de muur, die natuurlijk uitermate diepzinnig gemonteerd waren. Zo oreert change talent Christine Moldrickx bij haar dingetje in de muur: ‘My selection of objects rests on a suspicion rather than knowledge: the suspicion that these things, when removed from their context, say something about ‘existence’. Curatorklets beheersen de artistieke junioren al op hoog niveau. Aan de leerling herkent men de meester.
Ten slotte kwam ik terecht in een kelder, in een bibliotheekje waar een beamer heel erg change beelden boven een kast projecteerde. Ik wilde een boek pakken dat mijn aandacht trok, maar werd hierin onmiddellijk belet door een jonge change agent. ‘Dat mag niet’, zei ze. ‘Ik wil dat boek even inzien.’ ‘Dat mág niet’ herhaalde ze een paar keer. ‘Maar dit is toch een bibliotheek’ probeerde ik nog. ‘U moet dan een afspraak maken. Dit mag alleen op afspraak.’ Even jubelde mijn hart. Ik dacht: Ik ben in een gereconstrueerde change performance terechtgekomen waarin schijn en wezen stuivertje wisselen. Maar nee, ze keek bloedserieus. Op de Rijksakademie van beeldende kunsten te Amsterdam van directeur Els Odijk leert men kleuren, braaf en tussen de lijntjes.
Verloren, zou ik denken, voor altijd verloren
Soms prijs ik me gelukkig dat ik geen vader ben, geen dochter heb die naar mij toekomt om mij te zeggen: ‘Pap, ik ben toegelaten tot de Rijksakademie van beeldende kunsten te Amsterdam.’ Ik zou stilvallen en koortsachtig nagaan wat ik in de opvoeding fout had gedaan: was het de bakfiets waarmee ik haar naar het Montessorischooltje bracht, de balletlessen die mislukten? Ik zou haar overtuigen: ‘Ga naar Seattle, naar Singapore, op mijn kosten, zoek je weg, word autodidact. Ik zal een etage voor je kopen in Kreuzberg in Berlijn, multicultureel. Alles wil ik doen, maar doe dit niet. Niet naar de versteende achterhoede van de Rijksacademie te Amsterdam’.
Dan zou ze mij na een jaar whatsappen en vragen of ik zou komen. Naar de Open Dagen van de Rijksakademie van beeldende kunsten te Amsterdam. ‘Wat heb je gemaakt, poppetje’ zou ik haar vragen. ‘Pap’, zou zij mij antwoorden, ‘ik heb vuilnis geraapt op het Weteringscircuit. Die leg ik op de vloer. Als deconstructief change statement om de teloorgang van de human agency te tonen.’
Verloren, zou ik denken, voor altijd verloren.
Over de auteur

-
Managementboekenschrijver, leiderschapshistoricus en veranderkundige.
Werkt op dit moment aan drie projecten:
1. Onderzoek naar Leiderschap in veranderingsprocessen (met de Kring Andragologie en de UvA).
2. Intellectuele geschiedenis: Leiderschapsadviezen in de Westerse cultuur, van Homerus tot Johan Cruijff.
3. Het boek: ‘Wijvenstreken’, het politieke spel van vrouwen in organisaties.
Schinzel, (maakt foto’s zoals wij dat ook kunnen (maar niet mijn dochtertje van drie): één klik op de knop en klaar. Resultaat: niet meer en niet minder dan de feitelijke weergave van de (eventueel bizarre) werkelijkheid), laat die blogger (Joep Schrijvers, schrijver van Hoe word ik een rat) nou toch lekker zijn bloggende gang gaan.
Ik krijg een associatie bij de foto bij dit blog-artikel (De benauwende braafheid ….).
Ooit trof ik twee nog jonge jongens aan met dure opnameapparatuur bij de goeddeels ondergrondse vuilniscontainer aan de andere kant van de straat voor mijn raam. Ze slopen eromheen op hun tenen en hielden de microfoon dicht bij de grond rondom het bovengrondse deel van de container. Ik was zo verbaasd dat ik naar buiten rende op mijn sloffen. ‘Jongens, wat …?’ Ze keken verontrust op en zeiden: ‘Sssst, sssst, we zijn aan het opnemen. Geluiden die je misschien niet hoort, die van de container en de straatstenen.’
‘Zijn jullie dan kunststudenten,’ vroeg ik lichtelijk perplex. Dat bleek zo te zijn. Niet aan de Rijksacademie, maar de Rietveld Academie.
Dit is op Visual artist Jacqueline van der Venne herblogden reageerde:
Curatorklets die houden we erin!
Schinzel, zie reactie hierboven: Je hebt dan misschien wel gelijk, feitelijk gelijk, zoals je daar staat aan de ene kant, – ik begrijp ook wel dat je je een beetje over je kunstenaarspikkie gefietst voelt, dat mag – , en aan de andere kant, die van Joepie Schrijvers, die ouwe brillen- en snorremans, hij geeft ons ook maar een indruk van zijn gevoelsmening. En die is zeker wel grappig, – vooral hoe hij zichzelf en zijn dochter opvoert. Maar, edoch, om met jou te zijn, Schinzel, feitelijk is hij niet, ik bedoel dat hij zich niet aan de feiten houdt (die Schrijvers).
Ik krijg een associatie bij de foto bij dit blog-artikel (De benauwende braafheid ….).
Ooit trof ik twee nog jonge jongens aan met dure opnameapparatuur bij de goeddeels ondergrondse vuilniscontainer aan de andere kant van de straat voor mijn raam. Ze slopen eromheen op hun tenen en hielden de microfoon dicht bij de grond rondom het bovengrondse deel van de container. Ik was zo verbaasd dat ik naar buiten rende op mijn sloffen. ‘Jongens, wat …?’ Ze keken verontrust op en zeiden: ‘Sssst, sssst, we zijn aan het opnemen. Geluiden die je misschien niet hoort, die van de container en de straatstenen.’
‘Zijn jullie dan kunststudenten,’ vroeg ik lichtelijk perplex. Dat bleek zo te zijn. Niet aan de Rijksacademie, maar de Rietveld Academie.
http://www.rijksakademie.nl/NL/residency/aanmelden/
Er is een fundamenteel misverstand in dit artikel: De Rijksacademie is geen onderwijsinstelling – ook geen kunstacademie. Ze heeft geen docenten en ook geen toelatingen. Echter is ze een werkplaats waar al afgestuurde kunstenaars twee jaar lang een atelier en stipendium krijgen. In het Engels zou je dit een “artist-in-residency space” noemen.
De Rijksacademie noemt zichzelf “postacademische instelling”, maar is officieel een pure cultuurinstelling. Ze rijkt geen diploma’s uit en is ook niet als onderwijsinstelling geaccrediteerd.
Geen toelatingen?????
http://www.rijksakademie.nl/NL/residency/aanmelden/