Het pijnlijke afscheid van de Indische Archipel
Nieuw boek stelt anti-koloniale geschiedvervalsing over Nederlands optreden aan de kaak

Foto: Parachutisten Korps Speciale Troepen (KST) op vliegveld Magoewo bi (1948)
Onlangs verscheen Het pijnlijke afscheid van de Indische Archipel. Deze artikelbundel wil een objectief beeld geven van de dekolonisatie van Nederlands-Indië in de periode 1945 – 1950. Een tegengeluid tegen het officiële dekolonisatieonderzoek (2022) dat een politieke afrekening was op grond van een antikoloniale ideologie. Te lang hebben historici en mainstream media – daarin gesteund door de regering – Nederland eenzijdig geframed als extreem gewelddadige onderdrukker. Redacteur Bauke Geersing licht toe.
Ordelijke dekolonisatie
Het is 1945, de Tweede Wereldoorlog is geëindigd. Nederland ligt in puin en begint met de wederopbouw. De Geallieerden besluiten op de Conferentie van Potsdam hoe de naoorlogse situatie in Nederlands-Indië vorm moest worden gegeven. Het Nederlandse gezag zou worden hersteld, maar moest leiden tot een ordelijke dekolonisatie. Zij beoogden op een ordelijke manier de ontwapening en repatriëring van de Japanse militairen in Nederlands-Indië te regelen, de gevangenen uit de Japanse kampen terug naar hun huizen te laten gaan en op een ordelijke wijze de dekolonisatie van Nederlands-Indië te laten verlopen. De wereldorde stond op een keerpunt, de Koude Oorlog ontbrandde.
Geweldsexplosie: Bersiap
Op 17 augustus 1945 begon de rebellie tegen de besluiten van de Geallieerden. Soekarno las een korte proclamatietekst voor, riep de onafhankelijkheid van Indonesië uit, onder druk van hoge Japanse officieren en van door de Japanners geïndoctrineerde en militair getrainde radicale jongeren. Dat was het begin van een gewelddadige revolutie die gepaard ging met wreedheden, terreur, onderdrukking en moorden die ook werden gepleegd op de bevolking, het vernielen van de eigen infrastructuur, wegen, bruggen, spoorlijnen, huizen, kampongs, de tactiek van de verschroeide aarde, onafhankelijkheid door strijd en de koloniale onderdrukker met geweld verjagen.
Deze extreme geweldsexplosie, de Bersiap, begon in oktober 1945 op Java en Sumatra, en had duizenden, volgens sommige bronnen zelfs tienduizenden doden tot gevolg. Allemaal onschuldige burgers van ‘verkeerde’ huidskleur met ‘verkeerde’ standpunten.
Inzet 200.000 Nederlandse militairen
Een reactie op dit extreme geweld bleef niet uit. De Britten slaagden er niet in de orde en rust te herstellen. De Nederlandse militairen werden pas vanaf maart 1946 toegelaten. Toen begon de opbouw van een krijgsmacht waarbij circa 200.000 militairen betrokken waren. De grootste militaire operatie uit onze geschiedenis. Het doel was de rust, orde en het normale economische leven herstellen en de dekolonisatie ordelijk tot een politiek akkoord te brengen. Nederland zocht een weg in dit dekolonisatieproces in een extreem gewelddadige context, gecreëerd door de radicale en wrede revolutionaire beweging onder leiding van ‘Java’, die de rol van Nederland als kolonisator wilde overnemen.
De Nederlandse militairen waren gedwongen op een rijdende trein te springen om een eind te maken aan deze extreme geweldssituatie. Er waren nationalistische leiders die deze geweldsorgie aanmoedigden; de groep Soekarno/Hatta had niet de controle over de gebeurtenissen. Er ontwikkelde zich een proces van strijd, onderhandelen, strijd dat uiteindelijk op 27 december 1949 leidde tot de overdracht van de soevereiniteit van Nederland over Nederlands-Indië aan de Verenigde Staten van Indonesië, een republiek bestaande uit een federatie van onafhankelijke deelstaten.
Moralistische geschiedschrijving
In Nederland ontstaat vanaf eind jaren zestig een ontwikkeling in de historiografie, media en politiek die de periode van de dekolonisatie eenzijdig en vooringenomen in termen van beweerd extreem en excessief geweld van Nederlandse kant beschrijft. De veroorzakers van het geweld worden daarin als onafhankelijke vrijheidsstrijders en slachtoffers verbeeld. De Nederlandse bestrijders van dat geweld worden als daders weggezet. De geschiedenis op zijn kop. Ideologisch moralisme is de drijfveer.
Het typeert Nederlandse media die tot op de dag van vandaag niet evenwichtig kunnen omgaan met geweld waarbij Nederlandse militairen zijn betrokken. Met de moralistische bril op willen historici, media en politici van Nederland een moreel gidsland maken.
Oorlogsmisdaden
Lou de Jong neemt in de jaren tachtig de dekolonisatie mee in zijn grote geschiedenisproject over de Tweede Wereldoorlog. Hij vindt dat Nederlandse militairen tijdens de dekolonisatie van Nederlands-Indië oorlogsmisdaden hebben gepleegd. Er ontstaat onderbouwde oppositie tegen deze moralistische opvatting. Historici van naam en Indiëveteranen treden actief op, publiceren, voeren het debat en De Jong keert terug op zijn moralistische schreden. Het is 1987/1988.
Dan start rond 2008 het Comité Nederlandse Ereschulden een actie rond het beweerde excessieve geweld bij de kampong Rawahgedeh. De Haagse rechtbank veroordeelt in 2011 de Nederlandse staat, er wordt schadevergoeding betaald en er worden excuses gemaakt. Gestimuleerd door die rechterlijke uitspraak proberen de instituten NIOD (Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies), KITLV (Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde) en NIMH (Nederlands Instituut voor Militaire Historie) een groot onderzoek naar het beweerde extreme geweld van Nederlandse militairen van de grond te tillen met financiële steun van de overheid. Het plan mislukt in 2012.
Dekolonisatieonderzoek
De instituten zetten door. Boeken en publicaties verschijnen en krijgen toenemende aandacht in de volgende media. Het narratief van structureel excessief geweld van de Nederlandse militairen ontwikkelt zich verder. In 2016 is het zover, het boek De brandende kampongs van Generaal Spoor is de aanleiding voor de regering om alsnog overstag te gaan en met de financiering van ruim € 4 miljoen een groot dekolonisatieonderzoek mogelijk te maken. In een brief van 2 december 2016 maakt het kabinet echter duidelijk dat het een breed, omvattend, vanuit de internationale historische context, objectief onderzoek moet worden waarin het geweld niet centraal mag staan. Uitdrukkelijk wordt gesteld dat de humanitaire acties van de Nederlandse militairen onderdeel van het onderzoek moeten zijn.
Anti-kolonialistisch
De instituten NIOD, KITLV en NIMH worden met het onderzoek belast. De onderzoeksleiding schrijft zich uitstekend te kunnen vinden in de onderzoeksopzet van het kabinet. Maar wat blijkt? In de eerste publieksbijeenkomst, waarin de voortgang van het onderzoek wordt toegelicht, zegt onderzoeksleider Van Vree, NIOD, dat de onderzoekers zijn geselecteerd op hun hedendaagse anti-kolonialistische overtuiging. Hij zegt ook dat de focus van het onderzoek het beweerde excessieve geweld van de Nederlandse militairen is. Aan de onafhankelijkheidsdatum van 17 augustus 1945 zal niet worden getornd, stelt Van Vree uitdrukkelijk. Aan het destijds geldende recht voelde men zich niet gebonden. Zo kiest het dekolonisatieonderzoek bewust een koers die in strijd is met de randvoorwaarden van het kabinet.
In een vlammend betoog fileert #BaukeGeersing het #dekolonisatieonderzoek van 2017-2022 door de instituten NIOD, KITLV en NIMH en de links-gepolitiseerde aansturing ervan vanuit #Doofpot66 kringen. Zo worden de #barbaarsheden van Indonesiers genegeerd.https://t.co/TM5elF4tBy pic.twitter.com/T3x3GUvVWY
— Hugo Haasen (@HugoHaasen) August 14, 2022
Politieke afrekening
Op 17 februari 2022 worden de onderzoeksresultaten naar buiten gebracht. Het onderzoek is niet uitgevoerd volgens de opzet uit december 2016. Het is geen objectief, wetenschappelijk omvattend onderzoek, maar een politieke afrekening met het eenzijdig voorgestelde koloniale verleden van Nederland. De conclusie is desondanks dat de Nederlandse krijgsmacht als instituut zich schuldig heeft gemaakt aan “doelbewust, stelselmatig en wijdverbreid gebruik van extreem geweld” om de tegenstander zijn wil op te leggen en de oorlog te kunnen winnen.
Tot twee maal toe onderschrijft het kabinet Rutte IV deze conclusie. Daarmee accepteert het kabinet dat de onderzoekers zich niet hebben gehouden aan de vooraf overeengekomen onderzoeksrandvoorwaarden. In dit boek nemen wij de onderzoeksrandvoorwaarden van de kabinetsbrief d.d. 2 december 2016 wél tot uitgangspunt.
Objectief
Wij bieden met Het pijnlijke afscheid van de Indische Archipel een objectieve beschrijving op hoofdlijnen van de geschiedenis, van de historische context met de belangrijkste aspecten, duidelijke op historische, militaire en juridische expertise gebaseerde analyses en beschrijven acties van de krijgsmacht die ook in het dekolonisatieonderzoek staan. In een aantal gevallen leiden de analyses in dit boek tot keiharde ontkenning van conclusies uit het dekolonisatieonderzoek.
Open brief aan Remco Raben, hoofdonderzoeker Dekolonisatie-onderzoek Ned.-Indië. Door @Bauke_Geersing https://t.co/5Ta09nwBXL
— OpinieZ.com (@OpiniezMagazine) January 30, 2022
Rebellie
Uit de historische context, zoals door ons is onderzocht en beschreven, blijkt dat aanvankelijk in het bijzonder op Java en Sumatra vanaf 17 augustus 1945 sprake is van rebellie en gewelddadige opstand tegen de besluitvorming van de Geallieerden in Potsdam juli/augustus 1945. Op 17 augustus 1945 bestaat er geen soevereine staat Indonesië, wel chaos, geweld, uitbuiting, genocidaal geweld, terreur, diefstal, vernieling van de infrastructuur, honger en ellende, veroorzaakt door radicale revolutionairen en rampokkers. Vanaf maart 1946 begint er een geleidelijke opbouw van de Nederlandse krijgsmacht. Voor het herstellen van rust, orde, vrede en normale economische verhoudingen en het mogelijk maken van een politiek akkoord over de dekolonisatie.
De Haagse politiek weet niet in te spelen op de feitelijke situatie, faalt en benut eerdere kansen op een politiek akkoord niet. In dit boek is dit getypeerd als ‘autistische dekolonisatiepolitiek’ van Den Haag. Het beleid van Soekarno & Hatta was er vanaf het begin op gericht Java de positie van Nederland over te laten nemen, dat wil zeggen een rekolonisatie van de Indische Archipel onder leiding van Java. Die duurt tot op de dag van vandaag.
Optreden krijgsmacht
Het optreden van de Nederlandse krijgsmacht, de inzet van zware wapens als veldartillerie en het luchtwapen wordt beschreven. De grote lijn is: reactief, noodzakelijk, proportioneel, evenwichtig geweld, onnodige nevenschade zoveel mogelijk voorkomend, succesvolle militaire acties en veel humanitaire acties waren een structureel onderdeel van dat optreden. Er was ook sprake van geweldsexcessen aan Nederlandse kant. De Excessennota uit 1969 is geanalyseerd, die geeft een goed inzicht en is allesbehalve een doofpot, zoals de activistische historici willen doen geloven.
Drie militaire acties, die in het dekolonisatieonderzoek zijn geframed als iconische beelden van grensoverschrijdend geweld, worden in het boek uitvoerig onder de loep genomen. Het gaat over de actie bij Pesing (15 april 1946). De tweede actie is het optreden van kapitein Raymond Westerling op Zuid-Celebes (5 december 1946 – 3 maart 1947). De derde actie betreft die bij Rawahgedeh (7 december 1947). Het zijn als monument gecreëerde mythes, gebaseerd op onjuiste informatie en propaganda. Die moeten het beeld oproepen van een heldhaftige onafhankelijkheidsstrijd en de wandaden van de Nederlandse militairen.
“De karaktermoord op kapitein Raymond Westerling (1)”. Eerste deel van een tweeluik van @Bauke_Geersing. #bersiaphttps://t.co/umEP3ouaYs
— OpinieZ.com (@OpiniezMagazine) June 24, 2021
Falen Haagse politiek
De Nederlandse overheid werkt zo mee aan deze propaganda, zij biedt zelfs excuses aan. Dit boek weerspreekt, wetenschappelijk gefundeerd op controleerbare bronnen, de hoofdconclusie van het dekolonisatieonderzoek. Onze conclusie is: de Haagse politiek heeft gefaald, niet onze krijgsmacht. Op basis van de historische gebeurtenissen in de context verdient de Nederlandse krijgsmacht eerherstel.
Jarenlang is geprobeerd een afrekening van het koloniale verleden van Nederland op te schrijven, ons te confronteren met de ‘zwarte bladzijden’ van die tijd. Historici met een antikoloniale agenda zijn opgetreden als de flagellanten, boetepredikers van onze tijd, die ons willen doordringen van onze zonden uit het verleden, ons dwingen dat we boete moeten doen, excuses moeten aanbieden en pas dan weer mee kunnen doen met het werken voor ons land. De beschrijving van de geschiedenis van de dekolonisatie is aan die doelstelling aangepast en ondergeschikt gemaakt.
Kamerdebat
Het is wat ons betreft duidelijk dat dit boek bij het komende Kamerdebat (juni 2023) over het dekolonisatieonderzoek niet onbesproken kan blijven. Dat is in het belang van respect voor onze geschiedenis, ook in het belang van degenen die bereid waren in Nederlands-Indië hun leven te geven voor het landsbelang, om opdrachten uit te voeren van het hoogste gezag van het eigen land, de regering en het parlement. Zij, de Indië-veteranen, verdienen respect en waardering.
Trauma
Het proces van dekolonisatie betekende een trauma voor de Nederlanders die daar leefden, de militairen die daar in opdracht van de overheid hun leven in de waagschaal stelden, de KNIL-militairen die met valse beloftes werden geconfronteerd en gedwongen werden naar Nederland te gaan, onze Molukse medelanders die hun identiteit als trouwe KNIL-militairen werd ontnomen, de duizenden Nederlanders die daar waren geboren en door Soekarno het land werden uitgezet. Hun opvang in Nederland was soms dramatisch. De Nederlandse regering faalde.
Elke Nederlander heeft recht zijn eigen geschiedenis te kennen. Die geschiedenis mag niet worden gewist en verdraaid onder invloed van een moralistische ideologie.
Dit artikel is een verkorte, enigszins bewerkte versie van de speech van Bauke Geersing op 17 april 2023 bij de presentatie van Het pijnlijke afscheid van de Indische Archipel in Nieuwspoort, Den Haag.
Over de auteur

En het is niet anders nu de overheid steelt nu van eigen volk
En onderdrukt het volk ook.
En worden nu rijk over de rug van het volk
Samen met Brussel .
Niks veranderd alleen verplaats
Hetzelfde gebeurt nu in de Oekraïne/Rusland oorlog. Met de onvermijdelijke excessen, zoals in iedere oorlog.
Alles uit de kast, vooral veel jonge mensen opofferen en hypocriet blaten over de heilige dekmantel doelstellingen zoals vrijheid en democratie.
Terwijl het voor iedereen die zelf na kan denken duidelijk is dat het gewoon om de zeggenschap over de high tech grondstoffen onder de Oekraïense aarde gaat.
Zijn we Srebrenica en die naweeën vergeten? De schuld en boete die we ook over die jongens hebben uitgestort?
Geschiedenis is een lezing over het verleden geschreven naar ideologie van regerende machthebbers.
Oftewel
De ideologie van het moment bepaald hoe geschiedenis weergegeven wordt.
Raak.
Ik heb vaak de verhalen van de jongens van destijds, die naar NI werden gestuurd, van hen zelf gehoord. En die komen meer overeen met dit artikel dan met de gekleurde bagger die achter schijftafels geproduceerd werd en wordt.
Ik ben blij dat zij niet meer leven om te moeten lezen hoe slecht zij waren in de ogen van eenzijdig gepoolde vertellers.
De verhalen die ik heb meegekregen waren van jonge jongens die vaak niet eens wisten waar NI lag, die enkele weken ’training’ kregen en massaal op een schip werden getransporteerd naar ‘ergens’. De uitrusting/kleding was slecht, de onderkomens waren slecht, het eten was zeer slecht en men was niet gewend aan het klimaat dat moordend kon zijn. Zij gingen echter ‘voor volk en vaderland en het welzijn van de Indonesiërs’. Wisten zij veel van de politieke spelletjes achter de schermen.
Wat ze aan den lijve ondervonden was een overwegend vriendelijk volk, blij met het beetje vooruitgang dat de Nl’ers brachten, maar ook extreme vijandigheid en wreedheid van groeperingen. “Als je vanuit elke boom beschoten wordt weet je niet waar je het zoeken moet en ga je ook lukraak schieten…’
Er zullen best misdaden zijn gepleegd, aan alle zijden, net zoals helaas in elke oorlog.
Dat de waarheid in een conflict als eerste sterft, is ook hier juist gebleken. Net zoals nu in het Oekraïne/Rusland conflict.
Dat is zeker zo. De soldaten zijn altijd de gebeten hond terwijl ze het slechts geïnformeerd zijn en blind orders volgen.Toen de Russen in 68 in Praag kwamen wisten ze niet eens waar zij waren en vonden ze raar dat er geen oorlog was. Allemaal uit de meest ver gelegen contraien bij elkaar gejaagd om zo min mogelijk te weten. In Oekraïne gaat het net zo en eigenlijk in elke oorlog. In militaire dienst leerde ik dat informatie geen open goed was anders werkte het niet. Inderdaad de waarheid geeft als eerste de geest.
Mooi stuk als eerste tegenstoot tegen het door activistische historici en would-be dominees opgetuigde verhaal van onze dekolonisatie zonden.
Het zou goed zijn hierbij ook in ogenschouw te nemen dat de maatschappelijke en economische infrastructuur, zowel in Nederland als in Nederlands-Indië, volledig in puin lag na jaren van oorlog en bezetting. Ons leger, onze marine en onze luchtmacht waren na 1940/1942 vrijwel non-existent en moesten opnieuw opgebouwd worden. Iedere anti-kolonialist lijkt dat steeds maar gemakshalve te vergeten: Nederland en Nederlands Indië waren leeg geplunderd, de infrastructuur verwoest. Dat het toch lukte om na mei 1945 in 6 maanden een troepenmacht uit de grond te stampen en die per schip de halve wereld over te sturen naar een onderdeel van het koninkrijk dat in ultieme chaos verkeerde, mag een godswonder genoemd worden. En daar mocht het toenmalige Nederland ook best wel trots op zijn.
Dat de Verenigde Staten van Indonesië nooit echt van de grond gekomen zijn ligt niet aan Nederland maar aan de Soekarno kliek die destijds alle macht aan zich wilden trekken.
De burgeroorlog die daarvan in de jaren 50 het gevolg was werd in Nederland niet gezien. Gevolg was dat men in Den Haag ook verrast werd door de Nieuw-Guinea crisis.
De Soeharto-coup van 1965 was vervolgens een “disaster waiting to happen”; Soeharto sloeg alle mogelijkheden voor een vergelijk tussen Nederland en haar voormalige kolonie voorgoed weg. Het is niet voor niets dat pas na 1965 kritische geluiden zoals die van Joop Hueting naar buiten kwamen, en dat de Excessennota in 1969 verscheen. Djakarta en Den Haag hadden elkaar opgegeven.
Er zijn nu eenmaal altijd twee kanten aan dit soort conflicten, die worden gekenmerkt door een belangentegenstelling.
In theorie zou objectieve geschiedschrijving beide kanten moeten beschrijven.
In werkelijkheid wordt meestal alleen de kant van de voormalige kolonie beschreven als de enige echte waarheid.
Dit schema is het vertrouwde marxistische schema van klasse-tegenstellingen, waarbij de Nederlandse kolonist de rol van uitbuiter vervult en de lokale bevolking de rol van uitgebuite arbeider.
Er worden dus feiten gepresenteerd die meteen gekoppeld worden aan een bepaalde interpretatie. Die interpretatie valt altijd ongunstig uit voor Nederland. Dus dan weet je dat je gemanipuleerd wordt.
We moeten ons heel goed realiseren dat de waarheid in een oorlog het eerste slachtoffer is.
Graag breng ik hier ook onder de aandacht het boek “Mijn Ruiters” van Marien de Jonge, destijds commandant van het 4e eskadron pantserwagens van de Huzaren van Boreel. Hij was diep in de 90 toen hij het schreef en het boek is een feitelijk respectvol relaas over zijn ervaringen tijdens de politionele acties tussen 1947-1950, Het boek heeft nooit de aandacht gekregen die het verdiende, want het stond niet bol van de modieuze mea culpa’s. Het boek zou zeker een aanvulling zijn op alles wat er nu gelukkig naar buiten komt over de werkelijkheid van de situatie waarin onze soldaten terecht waren gekomen.
Inderdaad is dat een voortreffelijk boek, zoals ook prof. Fasseur en commandant der strijdkrachten, generaal Van Uhm schrijven. Het boek is niet gebruikt in het dekolonisatieonderzoek, een ernstige omissie. Ik analyseerde de tweede druk, 2012. De inzichten van mr. M.W.C. de Jonge, kolonel der Cavalerie b.d. worden bevestigd door het onderzoek dat ten grondslag ligt aan het boek, Het pijnlijke afscheid van de Indische Archipel, 2023, waarvan ik de samensteller en een van de auteurs ben. Dank voor uw reactie. Met vriendelijke groet, Bauke Geersing.
Het enige verhaal dat ik hier ooit over gehoord heb van mijn ouders is één jonge soldaat die zelfmoord heeft gepleegd en een andere soldaat is in een inrichting terecht gekomen die was knettergek geworden. Zegt genoeg denk ik. Ik was nooit gegaan dan was ik 100x maal liever gaan zitten.
Op zoek naar de geschiedenis van mijn betovergrootvader die eind 19e eeuw als marineman veel in Ned-Indië zat en gevochten heeft in de Atjeh-oorlogen, kom ik er steeds meer achter wat een vreselijke beesten de Nederlanders zijn geweest. Je gruwelt van wat ze in die tijd hebben uitgevreten. Op Atjeh, 230 dorpen platgebrand en de totale bevolking afgeslacht. Om maar iets te noemen. Maar zo zijn er tientallen expedities geweest om de bevolking onder de duim te houden. Verhalen hoe ze met de koelies omgingen. Beestachtig. Een onderzoek door Rhemrev begin 1900 met vele misstappen van de planters met gruwelijke mishandelingen van de koelies. Na het lezen van het rapport vond de toenmalige minister het verschrikkelijk, maar stopte het rapport weg en deed er niets mee. Pas 85 jaar later kwam het rapport weer boven water. Ik ben zelf op Bali geweest op een begraafplaats vol met zwarte kruizen. Zo ver je kan kijken. Op mijn vraag wie hier de dader van was, was het antwoord: Blanda (Nederland). Er zijn vele honderduizenden bewoners van de Indische Archipel afgeslacht en waarvoor, voor o.a. de waardevolle kruiden zoals de peper op Atjeh. Nederland. Nederland werd in die tijd schat en schat rijk, over de ruggen van de bevolking.
Zwarte kruizen op Bali? Waar de bevolking in overgrote meerderheid de hindoe religie aanhangt met af en toe een paar moslims daartussen? Dat Bali?
Waarom zouden die Balinese mensen een zwart symbool van het christelijke geloof op hun doden plaatsen?
Klopt, het zijn geen kruizen, maar soort piramides. Kan helaas geen foto sturen, maar hier een link die ik heb gevonden https://balistarisland-indonesia.blogspot.com/2014/06/margaranamonument.html. Maar dat doet verder niet af aan het feit dat de veroorzakers hiervan de Nederlanders zijn geweest.
Very true Ton.!
Nederland got very rich, but also don’t forget Wilhelmina (who owned royal shell)
rumour goes that Wilhelmina misused the Marshall money for these actions instead of rebuilding the Dutch economy, and that’s the reason that hundreds of thousands left holland early fifties: they did not see any future
Wilhelmina at one point was the richest woman in the world