Het ware verhaal van het Trump-Rusland complot (4)

De dubieuze rol van CIA en FBI in het samenzweringsverhaal

Titelfoto: Oud-CIA-directeur John O. Brennan (2016) – CC0

Door de beslissing de kiezers te overtuigen dat Trump op de een of andere manier medeplichtig was aan de DNC-hack, had de Clinton-campagne zichzelf voor een moeilijke uitdaging gesteld: men moest de rol van Poetin’s Amerikaanse partners in crime uiteenzetten. De hack had tenslotte geen hulp gehad van een Tom Cruise-personage.

Er was niemand die had ingebroken in het hoofdkantoor van DNC, door een ventilatorkanaal was gekropen, met een touw was afgedaald of een schijf in een pc had geschoven. De hackers hadden de operatie op eigen houtje, elektronisch en waarschijnlijk vanuit het buitenland uitgevoerd. Ze hadden geen medeplichtigen op Amerikaanse bodem nodig.

Bernie Sanders

Steele loste dit probleem op door “bronnen” te vinden die onthulden dat de cruciale bijdragen van het team van Trump in de planningsfase plaatsvonden. Zoals was gebleken, meldde Steele, kwam het idee om de DNC te hacken eigenlijk van Amerikaanse kant. Het team van Trump had het doel van de operatie bepaald: “het lekken van de DNC-e-mails naar Wikileaks tijdens de Democratische Conventie” om “supporters van Bernie Sanders weg te houden bij Hillary Clinton te houden en over te hevelen naar Trump”.

Paul Manafort

Foto: Paul Manafort, oud-campagnemanager Trump – screenshot MSNBC

Dit rapport loste de helft van het probleem van de Clinton-campagne op: het stelde de schuld van Trump vast. Maar een samenzwering kan niet tot de verbeelding van de bevolking spreken als die verstoken blijft van feitelijke samenzweerders. Ook hier kwamen de “bronnen” van de superspion te hulp. Op dagelijks niveau viel de taak van het managen van de geheime verstandhouding tussen Trump en Poetin toe aan Paul Manafort, die op dat moment nog campagnemanager van Trump was. Maar Manafort was niet de architect van de DNC-hack. Gelukkig had de superspion een mol die in staat was om dat misdadige genie te identificeren. De plot, zo meldde Steele, “werd bedacht en gepromoot door Trump’s adviseur voor buitenlandse politiek Carter Page.”

Duivels meesterbrein

Hier lijkt de veelgeprezen vaardigheid van de superspion om Russische desinformatie uit te filteren hem in de steek te gelaten te hebben. Carter Page (geen familie van Lisa Page van McCabe’s team) speelde een verwaarloosbare rol in de campagne. De Trump-mensen hadden hem weliswaar in een team van adviseurs voor buitenlandse politiek geplaatst, maar ze hadden de groep in allerijl samengesteld om het verwijt te weerleggen dat het de campagne aan een deskundigenpanel ontbrak. Page kende Donald Trump niet persoonlijk. Hij werkte in de financiële wereld op het gebied van investeringen in de Russische energiesector, maar hij had geen opmerkelijke prestaties op zijn naam staan. Een voormalige baas beschreef hem, erg onvriendelijk, als ‘een grijze muis’, een man ‘zonder speciale talenten of prestaties’.

Steele’s aantijgingen tegen Page zijn alleen logisch in een universum van Marvel Comics. Carter Page: overdag een zachtaardige zakenman; ’s nachts een duivels meesterbrein.

Russische connectie

Foto: Carter Page, oud-adviseur Trump-campagne – screenshot CNN

De rol die de superspion toeschreef aan Page was misschien absurd, maar welke keuze had hij? De samenzwering had een gezicht nodig. Die persoon moest plausibele connecties hebben met Rusland plus een zekere mate van bekendheid. In de entourage van Trump waren er maar twee kandidaten: Manafort en Page. De banden van Manafort waren echter met Oekraïne en niet met Rusland – en hij was te bekend. Hij werkte sinds het Reagan-tijdperk in Washington.

Page daarentegen had directe connecties met Rusland, na ongeveer drie jaar in Moskou te hebben gewoond. De bescheidenheid van zijn carrière was eigenlijk een plus, omdat Clintons propagandisten die als duister konden afschilderen, in plaats van onsuccesvol. Voor een onbekend iemand was Page verrassend zichtbaar. Zijn reis naar Moskou in juli 2016 had veel aandacht van de pers gekregen, niet het minst omdat hij zich had uitgesproken voor toenadering tot Rusland en kritisch was over het Amerikaanse buitenlandse beleid.

Uitvergroting

Met behulp van Fusion GPS bracht de campagne van Clinton hun meesterlijke verhaal over de heimelijke verstandhouding tussen Trump en Poetin naar buiten. Een nieuwe orthodoxie nam meteen bezit van de gevestigde pers, die de overspannen propaganda uitvergrootte, compleet met de suggestie van smerige deals, duistere complotten en chantage. Het was Jeffrey Goldberg, de nationale correspondent (nu redacteur) van The Atlantic, die als eerste de nieuwe lijn verkondigde. In zijn toepasselijk getitelde artikel It’s Official: Hillary Clinton Is Running Against Vladimir Putin beweerde Goldberg dat Trump “er voor heeft gekozen. . . zichzelf te ontmaskeren als een feitelijke agent van de Russische president Vladimir Poetin”.

In Putin’s Puppet onderzocht Franklin Foer van Slate de zaak van Russische zijde: “Vladimir Poetin heeft een plan om het Westen te vernietigen – en dat plan lijkt veel op Donald Trump,” schreef hij. Het artikel van David Remnick over Poetin’s affiniteit voor korrelige seksvideo’s maakte identieke punten. Alle drie de auteurs namen met grote bezorgdheid kennis van de Russische banden van Paul Manafort en…Carter Page.

CNN

Foto: Jim Sciutto, CNN-journalist – screenshot CNN

Met uitzondering van Fox News sloegen de televisiezenders op dezelfde trom. CNN mag dan Page niet hebben beschuldigd van de hack van de DNC, maar men herkende wel direct een gevaarlijk persoon. Op 8 augustus wijdde CNN bijvoorbeeld een lang programma volledig aan Page. “Wat hier echt opmerkelijk is,” vertelde Jim Sciutto, de belangrijkste correspondent nationale veiligheid van CNN aan anchorman Wolf Blitzer, “dat de opvattingen van Page vrijwel woord voor woord overeenkomen met die van het Kremlin, bijvoorbeeld wat betreft de vermeende Amerikaanse pro-democratische inmenging in en rond Rusland. En dat baart zorgen bij Ruslanddeskundigen en voormalige beleidsmakers, zelfs binnen de GOP. ”

Dus Page gaf zelfs de Never-Trump Republikeinen reden tot bezorgdheid? Hoe onheilspellend! Maar stel je eens voor hoe onheilspellend het zou klinken als journalisten konden melden dat die Page ook bezorgdheid wekte bij de FBI! Op dat moment deed John Brennan, de directeur van de CIA, zijn uiterste best om journalisten nou juist dat verhaal te geven.

Kakafonie

Terwijl de establishmentpers in harmonie met de Clinton-campagne meezong, brak er een kakofonie uit bij de overheid. Eind juli zei James Clapper, de directeur van National Intelligence, op een openbaar forum dat de inlichtingengemeenschap nog niet zover was om de DNC-hack toe te schrijven aan Poetin. Clapper was ook niet zo ver dat hij kon beweren dat het de bedoeling van de hackers was om Trump verkozen te laten worden. Het doel, zei hij, kan eenvoudig zijn geweest om ‘voor problemen te zorgen’. In combinatie met soortgelijke opmerkingen van andere inlichtingenfunctionarissen, vormden de verklaringen van Clapper een tegenwicht tegen de inspanningen van Hillary Clinton om Trump te brandmerken als actieve medeplichtige van Poetin.

Brennan

Foto: oud-CIA-directeur John Brennan – screenshot Frontline PBS

Dan verschijnt John Brennan op het toneel. Begin augustus lanceerde Brennan een persoonlijke campagne om overeenstemming te bereiken met de propaganda van Clinton. Het duurde niet lang voordat Clapper bij deze poging zijn partner werd. Ze zouden daar pas na de verkiezingen in slagen – en dan alleen doordat ze een ad hoc en zeer onorthodox veiligheidsteam instelden. Om het team te bemensen selecteerden Brennan en Clapper een klein aantal analisten, die de taak kregen om vóór de inauguratie van Donald Trump consensus te bereiken. Het was niet verbazingwekkend dat het team het niet liet afweten. In januari 2017 produceerde het de “consensus” die Brennan de afgelopen vijf maanden probeerde te orkestreren. Tegen die tijd was het nog steeds nuttig als propaganda-instrument tegen president Donald Trump, hoewel het veel te laat was gekomen om Hillary Clinton te helpen de verkiezingen te winnen.

Politieke motieven

Natuurlijk heeft Brennan zijn politieke motieven nooit willen toegeven. Integendeel, volgens een diepgaand Washington Post-onderzoek (gebaseerd op interviews met Brennan zelf of mensen die hem zeer na staan) beweerde de CIA-directeur dat hij in het bezit was van verbijsterende veiligheidsrapporten over de DNC-hack. Deze rapporten zouden “de specifieke instructies van Poetin bevatten over de gewaagde doelstellingen van de operatie – het verslaan van, dan wel op zijn minst beschadigen van de Democratische kandidaat, Hillary Clinton en het helpen winnen van haar tegenstander, Donald Trump”. Maar zelfs als deze geheime inlichtingenbron echt bestond en de CIA-directeur had overtuigd, had zij niet dezelfde overtuigingskracht op zijn collega’s, zoals bleek uit het feit dat Brennan er niet in slaagde om een gezamenlijke beoordeling over de motieven van Poetin te geven.

Comey

In zijn missie om de inlichtingengemeenschap om te vormen tot een officieel koor van de Clinton-campagne, liep Brennan tegen een muur van 2 meter op in de vorm van James Comey. Volgens de New York Times in augustus 2016, “ontstond er een kritieke breuk” in augustus 2016 tussen “de CIA en tegenhangers bij de FBI, waar een aantal hoge ambtenaren bleef geloven…dat de cyberaanvallen van Rusland vooral gericht waren op het verstoren van het Amerikaanse politieke systeem en niet op de verkiezing van Trump”. Als onderdeel van dit meningsverschil heeft Brennan mogelijk ook Comey onder druk gezet om mogelijke samenspanning met Rusland door assistenten en medewerkers van Trump te onderzoeken.

Volgens de wet kan de CIA Amerikanen niet bespioneren; alleen de FBI heeft de bevoegdheid om burgers te onderzoeken. Maar de CIA kan rapporten met de FBI delen over pogingen van buitenlandse agenten om individuele Amerikanen om te kopen en de CIA kan het Bureau krachtig aansporen actie te ondernemen op basis van dergelijke aanwijzingen. Precies dat deed Brennan in juli 2016, zo lijkt het.

George Papadopoulos

Dat was het moment waarop de FBI een contraspionagedienst opzette naar de Russische inspanningen om de Trump-campagne te beïnvloeden. Zoals we al zeiden had Peter Strzok, die de leiding had over het Midyear Exam, ook de leiding over dit onderzoek. Het ontstaan en de omvang ervan is echter gehuld in een mist van opzettelijke misinformatie. Uit het weinige dat we ervan weten, lijkt de aandacht zich te hebben geconcentreerd op George Papadopoulos, een jonge buitenland-adviseur voor de Trump-campagne. Papadopoulos, die grotendeels op eigen initiatief handelde, richtte zich tot de Russen in de hoop een ontmoeting te regelen tussen Donald Trump en Vladimir Poetin. Daarbij is hij mogelijk tegen Russische inlichtingenagenten opgelopen.

De activiteiten van Papadopoulos vonden voornamelijk plaats in Londen – een deel van de wereld waar de CIA meer bereik heeft dan de FBI. Hoe heeft Comey die activiteiten leren kennen? Het antwoord is onduidelijk, maar bepaalde aanwijzingen leiden naar Brennan.

Foto: Zitting House Intelligence Committee – screenshot FedNet

Een van deze aanwijzingen is Brennan’s eigen getuigenis voor het House Intelligence Committee in maart 2017. De CIA, zo legde hij uit, had bepaalde informatie met de FBI gedeeld – een duidelijke verwijzing naar de activiteiten van Papadopoulos. Dit was informatie, zei hij, “die verder onderzoek door het Bureau vereiste om vast te stellen of Amerikaanse personen actief samenzwoeren, samenspanden met Russische functionarissen.”

Was Brennan verantwoordelijk voor het opstarten van het onderzoek naar de Trump-campagne? Hij leek te zeggen dat hij het dossier van Papadopoulos op Comey’s bureau had gegooid en gezegd had: “Onderzoek Trump!”

Deel 5 van deze artikelserie is vanaf woensdag 4 april 20.30 u te lezen op OpinieZ. De inleiding tot de serie vindt u hier. Lees ook Deel 1, Deel 2 en Deel 3.

Oorspronkelijk verschenen op 13 maart 2018 als The Real Collusion Story op de National Review. Met toestemming van de auteur Michael Doran vertaald door Asher.

 

 

Over de auteur

Michael Doran
Michael Doran
Senior Fellow at Hudson Institute, Washington DC.
Michael Doran diende onder president George W. Bush in het Witte Huis als senior director in the National Security Council. Hij was onder Bush ook werkzaam als adviseur op het State Departement en het Pentagon. Naast een academische carrière heeft hij tal van invloedrijke publicaties op zijn naam staan zoals het beroemde 9/11 essay “Somebody Else’s Civil War”. Doran verschijnt regelmatig op Amerikaanse televisie-stations en publiceert in bladen als Foreign Affairs, The American Interest, Commentary, Mosaic Magazine, The Wall Street Journal, The Washington Post en The New York Times.

Reacties worden gemodereerd. Let op uw taalgebruik. Schelden en tieren is niet toegestaan.                                                 >>> Lees hier onze spelregels <<<

Reacties die onze regels schenden worden verwijderd. Herhaalde overtredingen, oproepen tot geweld, beledigingen, Holocaust-vergelijkingen en antisemitisme leiden tot een permanente ban. De redactie treedt niet in discussie over de reden voor verwijdering van een reactie, noch over een ban. Ongeldige e-mail-accounts worden geblokkeerd.

Abonneren op reactie(s)
Abonneren op
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
Bekijk alle reacties
0
We zijn benieuwd naar uw reactiex
()
x