Voor Nadia Ezzeroili
Het touw met de lus was al over de stevige zijtak van de hoogste boom geworpen. Hij werd vastgehouden door jongens uit zijn dorp, uit zijn klas, terwijl ze riepen ”Alleen een dode Duitser is een goede Duitser!”
Als hij zich niet los had kunnen rukken, als hij niet keihard weg had kunnen rennen uit het bos, naar huis, naar huis, naar huis, was ik misschien wel nooit geboren.
Jaren eerder zat hij bij zijn moeder achter op de fiets en zag hoe de smerige, groengele fluim langzaam over de rug van haar jas naar beneden gleed. Hij huilde, hij was bang en hij voelde de vernedering en de woede van zijn moeder in de kracht waarmee ze de pedalen intrapte om zichzelf en haar zoontje in veiligheid te brengen. Naar huis, naar huis, naar huis en weg van de mensen die haar hadden uitgescholden en bespuugd. Omdat ze Duitse was.
Mijn grootouders en hun kinderen hebben de oorlog zo goed en zo kwaad als het ging overleefd. Als in 1938 tot Nederlanders genaturaliseerde Duitsers: op het nippertje. Als felle anti-nazi’s, maar dat geloofde niemand en dat werd hen ook heel duidelijk gemaakt. En ook na de Bevrijding was het niet gemakkelijk. Maar ze hebben geen moment overwogen om terug te gaan naar waar ze vandaan kwamen.
felle anti-nazi’s, maar dat geloofde niemand
Ze wilden vooruit in het leven, niet achteruit. En ze wisten dondersgoed dat de toekomst van hun kinderen in Nederland lag en nergens anders. Mijn grootouders spraken dan ook goed Nederlands, al kon je heus horen dat het hun moedertaal niet was. Ze hadden Nederland omarmd als hun nieuwe vaderland, ook al snapten ze niets van Sinterklaas en het gereformeerde leven in de omgeving waar ze waren neergestreken.
En toen het IJzeren Gordijn viel kònden ze niet eens meer terug en werd het contact met achtergebleven familie gereduceerd tot brieven die òf nooit aankwamen òf gezwart waren met dikke strepen van censuur. Er werd op grote afstand meegeleefd met huwelijken en geboortes in het oude land, maar ongedeelde vreugde smaakt bitter. Er werd op grote afstand gerouwd om degenen die stierven, maar afscheid nemen was onmogelijk. Het verleden was afgesneden, de wond deed elke dag nog pijn. In hun nieuwe land hadden mijn grootouders alleen elkaar en hun kinderen. Het heden en de toekomst, die ze zelf moesten veroveren.
een verhaal zo oud als de wereld
Je een buitenstaander voelen, het idee hebben dat je de codes niet snapt, de angst voor het moment dat je door de mand zult vallen, omdat je een vreemde bent. De vragen: hoe spel je die naam, waar kom je vandaan, waar kom je ècht vandaan, hoe komt het dat je zo donker bent… En dan, na de antwoorden, de hokjes waar je zonder pardon en ongevraagd wordt ingeduwd, compleet met allerlei oordelen en bijbehorende beelden. Je afvragen: waar hoor ik nou echt thuis? Waar vind ik houvast?
Het ongewortelde bestaan. Een verhaal zo oud als de wereld. Zo lang de deur naar het oude land blijft openstaan (al is het maar op een kier), zo lang er dubbelhartig en halfslachtig geleefd wordt in het nieuwe, is de kans op aarding nihil. Leven met een nooduitgang is geen leven. Pas met die deur stevig dicht, voor altijd gesloten, de sleutel weggegooid, krijgt het nieuwe land een kans jou en degenen die uit jou geboren worden te omarmen.
Over de auteur
- 3e generatie, 1 paspoort en nog niet geïntegreerd/ slechte huisvrouw, goede moeder/ leraar en coach in het onderwijs, vmbo/ A'dam/ schrijft/ twittert @MajaMischke
Men kan niet kiezen voor het huwelijk en het vrijgezellenleven aanhouden. Het is het één of het ander dus weggooien die vrijgezellensleutel en van het huwelijk het beste maken met vallen en opstaan.
Nooit van Poly Amorie gehoord blijkbaar.
Jawel maar ieder zijn ding en/of opvatting hieromtrent.
Indrukwekkend artikel; mooi geschreven, diep verwoord.
Dank daarvoor.
Om even stil van te worden. Erg mooi