Booming Tsjechië floreert zonder de euro
Net een weekje in Tsjechië doorgebracht. En behoorlijk onder de indruk van de economische ontwikkeling daar: rond florerende steden als Praag schieten wijken met vrijstaande eengezinswoningen als spreekwoordelijke paddenstoelen uit de grond.
Een succesvolle jonge middenklasse drukt een onmiskenbaar stempel op het vroeger zo naar binnen gekeerde land. De dynamiek lijkt niet te stuiten. Tsjechië maakt de achterstand op West-Europa met rasse schreden kleiner.
In 1965, 50 jaar geleden, werd het IJzeren Gordijn beetje opzijgeschoven. Als nieuwsgierige jonge student wilde ik wel eens een kijkje nemen in het reëel bestaande socialisme, zoals dat heette. In die tijd was de opvatting populair dat de systemen van Oost en West geleidelijk naar elkaar zouden toegroeien. Die convergentietheorie bleek geen hout te snijden, maar stond wel model voor een zeker optimisme.
In het Westen maakten de Tsjechische regisseurs en schrijvers indruk: met films van Jiri Menzel en Milos Forman en auteurs als Milan Kundera , Hrabal en de net overleden Ludwik Vaculik.
Het elan van de naoorlogse generatie ontbotte in het voorjaar van 1968, maar in Parijs kwam de Verbeelding toch niet aan de macht. In Praag werd de Praagse lente, een poging om het verkalkende communistische systeem te democratiseren en te vernieuwen, met militair geweld gesmoord.
Onder de leuze Normalisatie traden jaren van stagnatie en stilstand in. In het voorjaar van 1988 maakte ik een tocht over het Tsjechische platteland: deprimerende beelden van verval en stagnatie, van moedeloosheid en lethargie. Kort daarna concludeerde de BBC in een documentaire: ‘No spring in Prague’, dat binnen afzienbare tijd niet op veranderingen moest worden gerekend. De heersende communistische elite zat vast in het zadel, de bevolking, murw en gelaten, liet hen hun gang gaan.
Een jaar later zeeg het communistisch blok snel ineen. In Praag stuurde de Fluwelen Revolutie het zelfgenoegzame regime naar huis. In 1993 kwam er een eind aan Tsjechoslowakije: zonder dat er een schot werd gelost gingen Tsjechië en Slowakije uiteen.
Tsjechië ging de weg op van een vrije kapitalistische samenleving, met horten en stoten, maar al snel met een indrukwekkende inhaalslag. Verouderde en onrendabele, vaak zwaar vervuilende industrie werd opgedoekt. Perspectiefvolle bedrijven werden overgenomen door Westerse, vaak Duitse concerns. Zo werd Skoda een succesvolle dochter van Volkswagen, met een jaarlijkse productie van meer dan 1 mln auto’s. Op de routes in Midden – en Zuideuropa domineert het Tsjechische wegtransport.
Duitsland werd de belangrijkste handelspartner. In de dienstensector kwamen succesvolle jonge ondernemingen op. In 2004 sloot Tsjechië zich aan bij de EU, maar stelde de introductie van de euro uit. Dat bleek een wijs besluit: de Tsjechische economie bloeit, heeft de terugslag van de Eurocrisis goed doorstaan en de export lijkt helemaal geen hinder te ondervinden van het feit dat het land niet tot de Eurozone is toegetreden.
Waarmee maar weer blijkt dat een kleine exportgedreven economie, met Duitsland als voornaamste handelspartner, de euro kennelijk helemaal niet zo nodig heeft als euro-adepten ons willen doen geloven. Dit terwijl je steeds hoort dat bijvoorbeeld Nederland met haar eveneens exportgerichte economie en nauwe relaties met Duitsland terugtreden uit de Eurozone economisch niet zou overleven.
Tijd voor wat kritische vragen in Den Haag en Brussel zou je zeggen.
Over de auteur

- Freek van Beetz, studeerde Planologie en Politicologie, was van 2001-2010 adviseur van de MP van de Ned.Antillen. Auteur van Uitzicht op Zee (roman, 2015) en van Het laatste Kabinet (2010) en Het einde van de Antillen (2013).
Recent gepubliceerd
Antisemitisme6 november 2023Huiveringwekkend: antisemitisme is weer volop aanwezig
Islam/Moslims13 oktober 2023Moreel kompas is afwezig bij verslaggeving over Israël
Media9 september 2023Media meer dan ooit doorgeefluik van activisten en belangengroepen
Politiek Nederland8 augustus 2023Verkiezingen 2023: een haast onvoorspelbare omwenteling
interessante benadering maar ik veroorloof me bij de correlatie een vraagteken te zetten: De Tsjechische economie bloeide altijd – alleen de maat van de vergelijk is belangrijk – al voor de revolutie van 90 was de Tsjechische economie sterker, consumptie gerecht in vergelijking met de economie van de andere socialistische volksrepublieken zo als Polen, DDR of Hongarije – het is niet een vraag van de munt, het is een vraag van een functionerende handel. Wat de € zwak maakt en tot een probleem voor landen als Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Finland is dat onze economie sterker is, wij zijn de exporteurs en in verhouding is de koopgracht van de euro in onze lande te zwak, minst om 20% gedaald. Met de € is het net zo als met een klim team – “In einer Seilmannschaft bestimmt das schwächste Mitglied das Tempo!”
N.b. De Duitse economie is altijd bepaald door de handel met zijn buren en omgekeerd, niet voor niets zijn de overgangen tussen de landen geleidelijk. De economie in Europa is in de periferie, met name in het zuiden zwak en dat zal altijd zo blijven, behalve er verandert iets in de bilaterale structuur van de landen in het zuiden – middellandse zee unie!