Wie een ziel redt…..
Over de geboortes in mijn familie

Foto: Simon Soesan
Wie één ziel redt, redt een hele wereld. Dit gezegde uit de Talmoed geldt zeker voor de familie Soesan, waarvan velen nooit zouden hebben geleefd als de dappere familie Snellen niet twee Joodse zielen had gered in de Tweede Wereldoorlog. Deze twee kregen vijf kinderen, dertien kleinkinderen en dertig achterkleinkinderen. Het volk van Israël leeft. Simon Soesan schrijft vanuit Israël over de geboortes in zijn familie.
In de zomer van 1982 was ik reservist bij ons leger dat zich in Libanon bevond, nadat de PLO (padvindersclub volgens Nederland) onophoudelijk Noord-Israël met raketten bestookte. Mijn eenheid, parachutisten, hield zich bezig met gecompliceerde operaties. Op 13 augustus waren we nabij Beiroet aan het oefenen voor een nieuwe opdracht, toen ik de mededeling kreeg dat mijn vrouw in het ziekenhuis in Haifa was, klaar voor de bevalling van onze eerste prinses. Ik werd Libanon uitgeloodst en bevond me in de namiddag al nabij het Carmel-ziekenhuis in Haifa, waar ik de trappen opstormde naar de zevende etage waar mijn vrouw op me lag te wachten.
Prinsesje
Aangekomen op die verdieping zag ik heel kort mijn ouders en schoonouders in een hoekje zitten, maar had geen tijd voor ze. Een zuster wilde me tegenhouden, maar zag een parachutist in vol ornaat en stapte opzij. Een dokter bracht me snel een soort schort en bedekte mijn rode soldatenlaarzen. Even later zat ik bij mijn levenspartner en begon het feest. Om half zeven kwam het prinsesje ter wereld en, nadat alles in orde bij moeder een dochter bleek, nam de dokter me apart. Ik dacht dat hij iets slechts wilde mededelen, maar hij vroeg me of ik nu gerust was, waarop ik ja zei.
“Dan kun je misschien overwegen die handgranaten, die dolk, het pistool, je M-16 en je wapengordel af te doen?”, vroeg hij lachend. Ik was vergeten dat ik Beiroet hals over de kop verlaten had, in volle oorlogsuitrusting. Het gedetailleerde verhaal blijft een onderwerp voor hard lachen in onze familie. Het feit dat mijn vader toen een acht-millimeter cameraatje had, waar een rennende soldaat even in het beeld kwam, helpt bij de hilariteit.
Kleinzoon
Drie kinderen en acht kleinkinderen later ben ik nu weer in Haifa, want dat prinsesje van toen, nu een moeder van drie heerlijke jongetjes, ging bevallen van haar vierde en ja, weer een jochie. Van de week was het zover en werd ik naar het Carmel ziekenhuis geroepen. Samen met de liefste vrouw in de wereld ging ik ernaar toe en, eindelijk binnen, keek mijn vrouw me met opgetrokken wenkbrauwen vragend aan. Ik haalde mijn schouders op, want ik kon niet anders: zij nam de lift en ik rende de trappen op – wat me niet slecht afgaat, trouwens.
Aangekomen op de zevende verdieping dacht ik mijn ouders en schoonouders daar in een hoek te zien zitten. Helaas zijn ze niet meer met ons.
Nadav
Het hoofd van de kraamafdeling is een bekende van ons. Kan ook niet anders, we konden een knipkaart bij de man hebben daar ons negende kleinkind daar geboren zou worden. Onze dochter had hem ‘mijn’ verhaal al vier keer verteld, dus kon hij het niet laten om te vragen of ik deze keer ongewapend op bezoek kwam. Een paar uur later kwam onze schoonzoon naar ons toe met een klein karretje, waarop een plexiglas box was gemonteerd. Met daarin onze kleinzoon, Nadav, die is vernoemd naar de tweede koning van het Bijbelse Israël.
Een ieder die kleinkinderen heeft kent het gevoel en de emoties. Ik dacht aan mijn ouders, die dit wonder helaas niet meer mochten meemaken. En aan hun 337 familieleden, die door Nederland verraden, verkocht, opgepakt en op transport gezet waren (omdat dat zo goed was voor de Nederlandse economie, zoals de luizen rond de gevluchte koningin in Londen het volk mededeelden), om daarna vermoord te worden. Mijn ouders kregen vijf kinderen, dertien kleinkinderen en Nadav is hun dertigste achterkleinkind. Lekker puh voor die vuillakken die onze familie beroofden en vermoorden.
Onderduikers
Onze kleinkinderen hebben namen die in Nederland vreemd klinken. Hebreeuwse namen. Wat hier in Israël heel gewoon is. Elk jaar vertellen we ze het verhaal van de familie Snellen uit Sevenum, die mijn ouders bijna drie jaar verborgen als onderduikers, maar wel onder één conditie: eerst trouwen, want een jongen en meisje in huis hebben die niet getrouwd zijn, dat kon niet.
Een gezegde uit onze Talmoed zegt dat wie één ziel redt, als het ware een hele wereld heeft gered. De familie Snellen redde – onder anderen – twee zielen. En kijk wat er gebeurd is. Mijn ouders, mijn broers en zussen zowel als ikzelf, onze kinderen en kleinkinderen – niets was geweest, niemand had geleefd zonder deze heldhaftige beslissing.
Nadav lag zojuist in mijn armen. En ik hoop dat, op de een of andere manier, mijn ouders en al hun vermoorde familieleden dit hebben kunnen zien.
Want het volk Israëls leeft, Am Jisraël Chai.
Over de auteur

- Simon Soesan woont sinds 1973 in Israël en is directeur Europa van Taglit - Birthright. Soesan is bekend van columns in o.a. NRC Handelsblad, het Reformatorisch Dagblad, Israël Actueel en het Nieuw Israelietisch Weekblad.
Ik wens u geluk met uw nazaten. De burgers van nederland uit die tijd zijn niet anders als de (ingevoerde) burgers uit deze tijd. Mijn familie woont (aangetoond) sinds 1280 op het huidige nederlandse grondgebied. Ik schaam mij voor de huidige degradatie van normen en waarden door de invoer van mohammedanen binnen mijn landsgrenzen.
Prachtig verhaal.
May God bless you all.
Shalom.
Een parel. Dank Simon. Als wij een kleinkind krijgen, ga ik haar/hem dat voorlezen.
Mooi verhaal.
Am JisraËl Chai!