Nieuwe voorstelling van het Pensioentheater

Behoud machtspositie vakbonden en werkgevers staat voorop

Titelfoto OpinieZ-artikel Kees de Lange “Nieuwe voorstelling van het Pensioentheater”

Titelfoto: Minister Koolmees – Beeld Tweede Kamer

Vandaag heropent minister Koolmees de onderhandelingen tussen het kabinet, werkgevers en werknemers over de hervorming van het pensioenstelsel. OpinieZ-columnist prof. Kees de Lange gaat in op de dieper liggende problemen en de hete hangijzers van ons complexe pensioenstelsel. Hij heeft zich als voormalig lid van de Eerste Kamer uitvoerig met dit onderwerp beziggehouden.

Pensioenen zijn weer eens een bron van feitenvrije emotie. Regering, werkgevers, vakbonden en politieke partijen vinden er van alles van, en mengen zich in wat ze zelf een ‘pensioendebat’ noemen. We mogen getuige zijn van pensioendemonstraties door vakbonden die zelf verantwoordelijk zijn voor veel van de huidige problematiek. Helaas draagt het allemaal slechts bij aan de verwarring, maar niets aan enige oplossing. Wat vooral opvalt is dat de verplichte deelnemers in de pensioenfondsen nooit iets gevraagd wordt. Waar gaat het allemaal om? Laten we proberen wat feiten op een rij te krijgen.

Pensioenpijlers

Als over pensioen gesproken wordt, moeten we allereerst AOW, aanvullende pensioenen en zelfstandig sparen onderscheiden. De filosofie achter deze drie vormen van pensioen is totaal verschillend, evenals de wijze van financiering. Voor de zuiverheid van de discussie is het van groot belang te weten waar we over praten. In Nederland spreken we over drie pensioenpijlers, waarbij de eerste pijler, de AOW een sociaal omslagstelsel is, de tweede pijler, het aanvullend pensioen, in feite een individueel spaarsysteem is of zou moeten zijn, en de derde pijler, het zelfstandig sparen voor de oude dag, op vrijwillig geld opzij zetten berust.

In het vervolg ga ik nader in op eerste en tweede pijler.

AOW

De AOW is een sociaal vangnet dat moet voorkomen dat ouderen in een uitzichtloze armoedeval terechtkomen. Iedere Nederlander die 50 jaar in Nederland gewoond heeft, heeft recht op AOW. Mensen die werken, betalen wat de AOW-premie heet, maar in feite is dat een vorm van belastingheffing. Er is op overheidsniveau geen AOW-spaarpot en de opbrengsten van de AOW-premies zijn bij lange na niet voldoende om de AOW-uitgaven te dekken. Het gaat in feite om een omslagstelsel dat door de belastingbetaler bekostigd wordt. Ongeacht de AOW-premie die iemand gedurende zijn werkende leven betaald heeft, krijgt iedereen uiteindelijk precies dezelfde uitkering. Er zijn heel wat mensen die uitsluitend van hun AOW moeten rondkomen en dat is geen vetpot. Deze regeling is dus gebaseerd op een breed gedragen solidariteit met aanzienlijke overdracht van financiële middelen. Er is geen relatie tussen persoonlijke inleg en opbrengst.

Aanvullende pensioenen

De zogenaamde tweede pijler van ons Nederlandse pensioenstelsel wordt gevormd door de aanvullende pensioenen. Hieraan kunnen mensen die in loondienst werken meedoen. Sterker, 80% van de mensen die werken of gepensioneerd zijn, is verplicht betrokken bij een of ander groot bedrijfstakpensioenfonds (bpf). De werkenden dragen hun pensioenpremie aan het fonds af, de gepensioneerden ontvangen hun pensioen. De overige 20% doet mee aan een veelheid van pensioenregelingen, die ofwel via de eigen beroepsgroep ofwel via een aantal grote ondernemingen tot stand zijn gekomen. Deze fondsen zijn meestal relatief klein, maar doen het soms verrassend goed.

Spaarsysteem

In principe vertegenwoordigt deze tweede pijler een individueel spaarsysteem. De hoogte van het uiteindelijke individuele pensioen hangt direct af van het via de premie individueel ingelegde geld en het daarop gemaakte rendement. Naarmate de inleg eerder plaatsvindt en langer de tijd heeft om via beleggingen te groeien, neemt het rendement toe. Iedere generatie wordt geacht voor zichzelf te sparen, en er vindt geen overdracht van middelen tussen generaties plaats. Althans, dat is de theorie. De praktijk is helaas een andere. Daarover straks meer.

Pensioenfonds

Een pensioenfonds kenmerkt zich door twee soorten activiteiten, namelijk (i) een levensverzekeringscomponent en (ii) een beleggingscomponent. In feite gaat het hier om risicodeling en risicospreiding, niet om het soort ‘solidariteit’ dat inkomensoverdrachten tot doel heeft. Er is geen principiële reden om deze beide componenten binnen een enkele organisatie onder te brengen. Er bestaan immers legio levensverzekeringsmaatschappijen en aparte beleggingsfondsen.

Bemoeienis sociale partners

Hoe zit het met de premie die de verplichte deelnemer inlegt? Vaak wordt gesproken van ‘uitgesteld loon’, waarmee gesuggereerd wordt dat het recht om over de gelden te beschikken bij de deelnemer berust. Niets is minder waar. De deelnemer heeft zelfs het eigendomsrecht op zijn ingelegde gelden niet. Dat berust bij het bestuur van het pensioenfonds, dat dan ook vrijelijk over een eigen beleggingsstrategie kan beslissen. Bovendien wordt het bestuur van een bpf door de zogenaamde ‘sociale partners’ gevormd, voor de helft bestaand uit werkgevers, voor de andere helft uit vakbondsvertegenwoordigers.

Bestaat er eigenlijk nog wel rechtvaardiging voor die constructie?

Arbeidsvoorwaarden

Pensioen is onderdeel van een arbeidsvoorwaardenpakket dat bij cao-onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden wordt overeengekomen. Behalve pensioen maken daar ook zaken als loon, vakantiegeld, dertiende maand, spaarloon en wat dies meer zij deel van uit. Bij pensioen wordt doorgaans de premie deels door de werkgever, deels door de werknemer opgebracht. Het vaak gehoorde verhaal dat we blij moeten zijn met die werkgevers die toch maar een flink deel van onze premie betalen is dan ook onzin.

Die afspraak is gemaakt in de cao, vrijwillig door de werkgever ondertekend, en dus gewoon rechtsgeldig en afdwingbaar. Het maakt onderdeel uit van de beschikbare loonruimte. Het is eigenlijk erg merkwaardig dat na de premiebetaling de werkgever toch nog bemoeienis houdt met de pensioengelden. We zouden het erg vreemd vinden als ons vakantiegeld in een nationale pot gestort zou worden die door de sociale partners beheerd zou worden.

Sleutelrol vakbonden

Wat de vakbonden betreft, is de situatie op een andere manier curieus. Alle bonden samen vertegenwoordigen slechts ongeveer 16% van de mensen die werken, en een nog veel kleiner percentage van de 3 miljoen gepensioneerden die Nederland momenteel telt. Niettemin spelen allerhande vakbondsvertegenwoordigers een sleutelrol in de besturen van de pensioenfondsen. Hun representativiteit is echter zeer gering. Zij vertegenwoordigen in feite overwegend oudere blanke mannen met hun bijbehorende belangen. Jongeren zijn tegenwoordig binnen vakbonden nauwelijks meer te vinden.

Politieke inmenging

Hoewel pensioenfondsen op papier onafhankelijk zijn van de overheid, klinkt dat mooier dan het is. Om te beginnen geldt voor de betaling van de pensioenpremie dat daarover pas belasting betaald hoeft te worden op het moment dat het pensioen daadwerkelijk tot uitkering komt. Dat maakt dat de overheid wel degelijk een zwaarwegende stem in de pensioenfondsen heeft via fiscale regelgeving. Helaas leidt dat ook tot politieke inmenging als het gaat om het benoemen van kandidaten in pensioenfondsbesturen. We zijn het ABP-voorzitterschap van Ed Nijpels nog niet vergeten. Gelukkig werd zijn positie onhoudbaar toen hij serieus meende te moeten stellen dat je best voorzitter van het ABP kon zijn zonder iets van pensioenen te begrijpen.

Omdat pensioenfondsbesturen de vrije hand hebben bij het beleggingsbeleid van het fonds, spelen hun politieke voorkeuren in de praktijk een belangrijke rol. Als men op politiek-ideologische gronden beleggingen in bepaalde onderdelen van de economie ofwel wil begunstigen ofwel juist tot ongewenst wil bestempelen, leert elementaire wiskunde dat het beleggingsresultaat in dat geval op zijn best gelijk kan blijven maar waarschijnlijk zal dalen. De groene gekte waarmee helaas veel vakbondsleden besmet zijn, is dan ook een slecht uitgangspunt voor een optimaal beleggingsresultaat.

Afroming

De bemoeienis van de politiek met de aanvullende pensioenen loopt niet alleen via fiscale regelgeving en het stimuleren van politieke benoemingen. Die bemoeienis gaat veel verder. We zijn nog niet vergeten hoe de toenmalige regering Kok-Lubbers de mening was toegedaan dat de pensioenfondsen een zogenaamd overrendement maakten dat afgeroomd diende te worden. In ruil voor de meer dan dertig miljard gulden die uit het ABP geroofd is, kreeg het fonds een grotere mate van zelfstandigheid.

Bevoogding

Ook de Pensioenwet geeft de pensioenfondsbesturen veel meer macht dan zij verdienen. Impliciet in die wet zit een enorme mate van bevoogding. De verplichte deelnemers in de pensioenfondsen zijn zelfs geen economisch eigenaar van hun geld (zij bezitten alleen een trekkingsrecht) en hebben niets over het beleggingsbeleid te zeggen. Een deelnemer kan niet uit een fonds stappen om zijn eigen zaakjes te regelen of om die door andere en wellicht beter gekwalificeerde deskundigen te laten regelen. Als deze zelfde betutteling zou gelden ten aanzien van bijvoorbeeld ons vakantiegeld, zouden we het niet accepteren. Bij de aanvullende pensioenen zijn we deze overheidsbemoeienis helaas normaal gaan vinden.

Ook heeft de overheid in het verleden de verleiding niet kunnen weerstaan om de kosten behorend bij het oplossen van problemen op de arbeidsmarkt af te wentelen op het ABP. Zo zijn de kosten van de VUT-problematiek bij de overheid voor een belangrijk deel bij het ABP gedumpt. Tot op de huidige dag betalen jongeren een opslag op hun ABP-premie voor een VUT die ze zelf nooit zullen ontvangen. Dat juist onder jongeren het draagvlak voor het huidige pensioenstelsel enorm is afgenomen, mag dan ook niet verbazen.

Rol ECB

Ook de rol van de monetaire politiek van het ECB mag niet onvermeld blijven. Dat Nederland vrijwillig de zeggenschap over de eigen monetaire politiek uit handen heeft gegeven, heeft geleid tot een lage rentebeleid door de ECB dat in belangrijke mate de economische ontwikkeling in de EU geremd heeft. Voorts is een langdurig lage lange-termijnrente een ramp voor de financiële positie van onze pensioenfondsen. Ook de ingezette koers in de richting van een financiële transferunie op EU-schaal zal voor een land als Nederland desastreus uitpakken.

Het is dan ook niet te geloven dat waar de economische lange-termijnrente al jaren ongekend laag is, met zelfs het risico van een negatieve rente, waardoor de verplichtingen veel sterker gestegen zijn dan de inkomsten, sommige politieke partijen nog steeds geloven dat het geld tegen de plinten klotst en dat slechts het verhogen van de rekenrente nodig is om het pensioensprookje weer rooskleurig als voorheen te maken. Het doorschuiven van de verplichtingen naar jongere generaties getuigt van een combinatie van onwetendheid en onverantwoordelijk opportunisme die slechts stuitend te noemen is.

Verslechteringen

Na tientallen jaren stagnatie is de situatie rond de aanvullende pensioenen steeds verder verslechterd. Als gevolg van premievakanties, niet-kostendekkende premies en slecht beleid, in combinatie met de economische problemen waar de EU in grossiert, zijn er allerlei verslechteringen doorgevoerd. Pensioenen zijn niet langer gegarandeerd en de kans op pensioenkorting is aanzienlijk geworden, het nabestaandenpensioen is uitgekleed en van indexering heeft alleen een gepensioneerde met een goed geheugen nog enige weet. Sinds 2008 is de koopkracht van het aanvullend pensioen met zo’n 15% gedaald. Het enige dat gebleven is, is de gênante bevoogding.

Het is treurig te moeten constateren dat het huidige pensioendebat, ondanks prachtige woorden over solidariteit, zware beroepen en het beste pensioenstelsel van de wereld dat gered moet worden, geen eurocent extra in de pensioenkassen brengt en slechts gaat over hoe de kosten over te hevelen van de ene generatie naar de andere, of hoe de belastingbetaler voor je ideologische hobby’s te laten opdraaien. Dat jongeren niet te hoop lopen tegen zaken als de doorsneepremie die zij gedwongen betalen is dan ook onbegrijpelijk.

Stoere taal Koolmees

Momenteel doet minister Koolmees, de nogal tamme vogel op Sociale Zaken, na vele maanden van stilzwijgen, van zich horen met stoere politieke taal. Zijn gesprekspartners? De sociale partners. Zijn inzet? Lippendienst bewijzen aan de noodzaak tot verandering, maar slechts kleine wijzigingen doorvoeren die de machtspositie van die sociale partners onaangetast laten, niets fundamenteels oplossen en de verplichte deelnemer voor de zoveelste keer in de kou laten staan. Het is om dol van te worden.

Rationele oplossing

Zoals elk probleem, kent ook het pensioenprobleem een rationele oplossing. Het wordt hoog tijd om een stelsel waarvoor onder jongeren nauwelijks meer draagvlak bestaat, uit zijn lijden te verlossen. Individualisering en vrije keuze zijn hierbij sleutelwoorden. Geef iedere deelnemer in een bpf volledige zeggenschap over zijn eigen ingelegde gelden en het tot dusver verkregen rendement. Hij/zij kan dan naar eigen keuze al dan niet een levensverzekering afsluiten en al dan niet voor een of meer beleggingsfondsen kiezen. Iedereen die dat zou willen, kan zelfs beslissen in het pensioenfonds te blijven, maar dan moet je als jongere niet zeuren als je een slechte deal krijgt.

Door individualisering wordt het onmogelijk je problemen op het bord van volgende generaties te dumpen. De discussie over rekenrente verdwijnt als sneeuw voor de zon. En mocht er nog iets over zijn van uw pensioenpotje op het moment dat u overlijdt? Dan kan dat aan uw erfenis worden toegevoegd. Over een mooie vorm van generationele overdracht gesproken.

Over de auteur

Kees de Lange
Kees de Lange
Prof. Dr. C.A. (Kees) de Lange studeerde wis-, natuur- en sterrenkunde aan de UvA en promoveerde in de Theoretische Chemie in Bristol, UK. Hij is emeritus hoogleraar fysische chemie en chemische fysica aan zowel de UvA als de VU. Zijn research betreft atmosferische chemie en fysica, en magnetische resonantie, alsmede het ontwikkelen van complexe fysische modellen. Zijn onderzoek is vastgelegd in enige honderden publicaties. Hij is tot op de huidige dag actief in wetenschappelijk onderzoek. In de periode 2011-2015 was hij als een van de zeer weinige bèta’s lid van de Eerste Kamer.

Reacties worden gemodereerd. Let op uw taalgebruik. Schelden en tieren is niet toegestaan.                                                 >>> Lees hier onze spelregels <<<

Reacties die onze regels schenden worden verwijderd. Herhaalde overtredingen, oproepen tot geweld, beledigingen, Holocaust-vergelijkingen en antisemitisme leiden tot een permanente ban. De redactie treedt niet in discussie over de reden voor verwijdering van een reactie, noch over een ban. Ongeldige e-mail-accounts worden geblokkeerd.

Abonneren op reactie(s)
Abonneren op
guest
15 Reacties
Meeste stemmen
Nieuwste Oudste
Inline Feedbacks
Bekijk alle reacties
Fluitje
4 jaren geleden
Artikelwaardering :
     

Inderdaad, de Lange Kees.

Het is mijn (bedrijfs) pensioen en al die gasten die menen uit mijn ruif mee te mogen ..eten, moeten worden gekielhaald.

Nederland is de weg kwijt.

Maar stel je gerust, de gelukszoekers weten Nederland blindelings te vinden, de geur van onze honingpotten is zelfs tot in Afrika te ruiken

karton
karton
4 jaren geleden
Antwoord op reactie van  Fluitje

@ Fluitje.
Nederland is al hééééél lang volledig de weg kwijt.
Eigenlijk bestaat hét Nederland waarvoor onze voorouders hebben gestreden en soms zelfs hun leven gaven, niet meer !
Verkwanseld door een stelletje nietsnutten die niks anders kunnen als dagen lang kletsen zónder iets te zeggen.
Dat is dus de z.g. “elite”.

Ed Philipse sr.
Ed Philipse sr.
4 jaren geleden
Antwoord op reactie van  karton

Die zgn.elite is dus niets anders dan het schuim der natie.

Marien
Marien
4 jaren geleden
Antwoord op reactie van  Ed Philipse sr.

Zeker !

Marien
Marien
4 jaren geleden
Antwoord op reactie van  karton

DAT is absoluut waar.

Rob
Rob
4 jaren geleden
Artikelwaardering :
     

De overheid traineert het pensioen overleg al jaren, de pot moet vol blijven,kunnen ze de komende jaren graaien, let op: over een aantal jaren bedenken ze een stelsel, met hoeveel je kunt “leven” alles daar boven wordt extra belast

Marien
Marien
4 jaren geleden
Antwoord op reactie van  Rob

ja, of je krijgt geen AOW meer als je eigen pensioen hebt. Dus dan krijgt iemand die geen pensioen opbouwde iets meer en degene met pensioen heeft net zo veel maar betaalt het zelf.

ni28
ni28
4 jaren geleden
Artikelwaardering :
     

Het is duidelijk. Ooit heeft president Reagan gezegd:
Wij zijn van de overheid en wij willen u helpen. Hetzelfde toon komt nu uit Brussel die de hulp wil overnemen via de transferunie. De hulpbehoevende burger is de klos, de oude nu en de jonge later. Alleen de klaar-met-leven-spuitje van D66 zal vast succesvol blijken.

ni28
ni28
4 jaren geleden
Antwoord op reactie van  ni28

Het gesprek gisteren over pensioenen was een goed gesprek. Het klinkt net zoals operatie is gelukt, patiënt is overleden.

Theo Prinse
Theo Prinse
4 jaren geleden
Artikelwaardering :
     

Mooi artikel. De pensioenfondsen zijn aasgieren want zij bedreigen de banen van hun premiebetalers via de hedgefunds op de aandelenbeurzen waar zij de pensioenuitkering voor hen mee verdienen. Idem op de woningmarkt waar de pensioenfondsen met 30 % in beleggen. De pensioenfondsen hebben belang bij een hoge huurprijs. Het beste is om 2-300 van de 700 miljard hypotheekschuld met extreem goedkope en hoge appartements bouw te liquideren … maar die 2-300 miljard met een ingrijpend mechanisme in radicale robotisering en massale VOC stijl ruimte exploratie te herbeleggen.

Marien
Marien
4 jaren geleden
Artikelwaardering :
     

Duidelijk uitgelegd. Ik zou ook wel mijn tot nu toe opgebouwde pensioen van ABP in handen willen hebben. Dan kan ik het zelf een beetje regelen en besluiten wanneer ik ga stoppen met werken (best wel zwaar beroep in de zorg en ik ben 61) Ik vind mijn werk leuk, maar het is zwaar door de heel andere manier van werken die jongeren toepassen, dus als men mij met rust laat en mijn eigen tempo laat doen, lukt het best. Men zou ouderen meer hun levenservaring en empathie moeten laten gebruiken bij patienten en het ‘loop en sjouw werk’ van hen afnemen of verminderen, maar jongeren voelen niet in dat het voor ouderen fysiek en mentaal zwaarder wordt en willen de lasten van het werk gelijk blijven verdelen en DAT nekt ouderen.
Jongeren verbruiken veel energie door te klagen over ‘druk’ en zijn vaak heel druk met het wegregelen van werk naar anderen, terwijl ouderen geneigd zijn als een dieseltje maar door te buffelen. Als je nou je ingelegde pensioen zou kunnen opnemen zonder dat je flink gekort wordt fiscaal, zou dat een fijne oplossing zijn om lekker iets eerder te stoppen.

AzijnseikerT
AzijnseikerT
4 jaren geleden
Antwoord op reactie van  Marien

Inderdaad. Jongeren zouden dan meer moeten doen en ouderen een stapje terug. Dit zou echter ook terug moeten komen op het salarisstrookje. Maar dan zal de solidariteit ineens als sneeuw voor de zon verdwijnen. Eenrichtingsverkeer.

J. de Ruiter
J. de Ruiter
4 jaren geleden
Artikelwaardering :
     

Het spijt me, een warrig artikel vol tegenstrijdigheden en vage suggesties. Enerzijds klaagt de Lange over de huidige (al jaren niet geïndexeerde) pensioenuitkeringen, anderzijds suggereert hij dat er te weinig voor jongeren zal overblijven (wat een onnodige vrees is).
Het verhogen van de rekenrente tot een meer realistisch en maar toch prudent niveau van 2,5 à 3% is geen ‘pensioensprookje’ en betekent ook niet ‘het doorschuiven van verplichtingen naar jongeren’ (een ook verder onbegrijpelijke zin).
Zo staan er meer niet-onderbouwde en/of irrelevante beweringen in het stuk. Het enige waar de auteur gelijk in heeft is de onvoldoende medezeggenschap van de deelnemers (zowel de actieve als de niet meer actieve), en de bevoogding door de overheid middels het FTK en de detail-oekazes van DNB. Maar voor de rest is gewoon een oude mopperaar aan het woord.
Zijn pleidooi voor het (vanaf nu?) volledig beschikken door een deelnemer over zijn eigen ingelegde gelden etc. is veel te kort door de bocht. Het is makkelijk gezegd, maar hoe stelt de Lange zich de praktische uitvoering voor? En hoe dekt zo’n ex-deelnemer zich in tegen het dan ineens ontstane langlevenrisico? Bij een levensverzekeringsmaatschappij? Van de regen in de drup …

Henk Albarda
Henk Albarda
4 jaren geleden
Antwoord op reactie van  J. de Ruiter

Nu net wat u de enige 2 gelijken noemt van de auteur, vind ik de enige 2 belangrijke punten.
Interessant dat u uw mening geeft, ik heb toch meer aan wat de Lange zou willen veranderen.

J. de Ruiter
J. de Ruiter
4 jaren geleden
Antwoord op reactie van  Henk Albarda

Wat mede-fysicus (jawel) de Lange zou willen ‘veranderen’ zijn niet-uitgewerkte losse flodders.

15
0
We zijn benieuwd naar uw reactiex
()
x