Bevolkingsgroei, die andere olifant in de kamer…
Relatie met asiel- en arbeidsmigratie zit in taboesfeer
“De bevolking van Nederland groeide in de eerste drie kwartalen van 2017 met ruim 80 duizend inwoners (naar ruim 17 mln. FvB). Het grootste deel van die groei was het gevolg van buitenlandse migratie. Het migratiesaldo kwam uit op 66 duizend.” (CBS, 26 oktober 2017)
Taboe
Dit bericht kreeg maar weinig aandacht. Het is opmerkelijk dat de voortgaande bevolkingsgroei de politiek zo onberoerd laat. Terwijl juist door die groei allerlei maatschappelijke vraagstukken manifester en indringender worden. Natuurlijk speelt de economische ontwikkeling ook een rol, maar die krijgt door de toenemende bevolkingsomvang als het ware nog een extra zetje mee.
En dan heb ik het niet alleen over de overbelasting van onze infrastructuur en de steeds langer wordende dagelijkse files in het verkeer, ook de toenemende druk op de woningmarkt – in het bijzonder in de grote steden – en de verdergaande versnippering en verrommeling van het landschap, kunnen niet worden losgezien van de voortgaande bevolkingsaanwas.
Er lijkt een taboe op te rusten en dat is wel eens anders geweest.
Terugblik
Toen ik de middelbare school betrad, telde Nederland amper 11 miljoen inwoners. Dat was nog aan de vooravond van de ‘loon- en welvaartsexplosie’, waarmee Nederland, halverwege de jaren zestig, afscheid nam van de naoorlogse benauwende soberheid. Niet zo lang daarvoor hadden we in ons dorp definitief afscheid genomen van families die een nieuwe toekomst zochten in verre, voor hen onbekende oorden als Canada, Nieuw-Zeeland, Zuid Afrika en Australië.
Daartoe aangemoedigd door de overheid, die door het grote naoorlogse geboorteoverschot voor overbevolking en blijvende armoede vreesde. Nederland, met nauwelijks 10 miljoen inwoners, werd toen als ‘vol’ beschouwd! Emigratie als beleidsdoelstelling. Honderdduizenden landgenoten waagden in de jaren vijftig die ongewisse sprong. Begin jaren zestig kwam daar een eind aan: voor de zich aankondigende tekorten op de arbeidsmarkt werden spoedig gastarbeiders geworven.
Ruimtelijke ordening
Het hoge geboortecijfer in die jaren baarde de toenmalige regering grote zorgen. Het vooruitzicht op ‘20 miljoen Nederlanders in 2000’ vroeg om beleidsmaatregelen. Een staatscommissie werd in het leven geroepen, er werden wetenschappelijke conferenties belegd en rapporten vervaardigd. De te verwachten groei vroeg om een zorgvuldige inrichting van het land.
Ruimtelijke ordening werd een overheidstaak waarmee verschillende, vaak hevig concurrerende aanspraken op het gebruik van de schaarse ruimte tegen elkaar werden afgewogen. Met de aanwijzing van groeikernen en –steden is een samenklontering van stedelijke gebieden tegengegaan. Open ruimtes tussen die steden moesten gevoelens van ‘de mens in dichte pakking’ voorkomen. Nederland mocht geen Los Angeles worden, dat was het adagium.
Nederland immigratieland
Door maatschappelijke veranderingen en o.a. de introductie van anticonceptie nam dat geboortecijfer snel af en verdween de politieke urgentie. De bevolkingsgroei zette geleidelijk aan wel door, de laatste decennia steeds meer door immigratie. Het formele standpunt ”Nederland is geen immigratieland’ bleek niet vol te houden.
Ik zei het al eerder: het valt mij op dat de voortgaande bevolkingsgroei (en die is aanzienlijk in vergelijking met landen als België, Denemarken, Oostenrijk en Zwitserland) nauwelijks tot maatschappelijke discussie leidt. Toch neemt de druk op de ruimte hier zichtbaar toe.
Horizonvervuiling
Stilte- en ‘echte’ natuurgebieden worden schaars. Het oude weidse Nederlandse landschap is versnipperd en raakt steeds voller: horizonvervuiling door toenemende hoogbouw in en rond de steden, een woud aan windmolens en bedrijvenparken. Het beeld van verreikende weilanden met aan de horizon hier en daar een kerktoren, dat beeld wordt steeds meer geschiedenis.
Zo herinner ik mij een treinreis van lang geleden: bij Nijkerk kon je in de verte het stadssilhouet van Amersfoort ontwaren. Nu rijgt het bedrijvenpark van datzelfde Nijkerk zich aaneen met de kilometerslange stadsuitbreidingen van Amersfoort in wat voorheen oneindig laagland leek.
Doembeeld
Bij alle pleidooien rond het klimaat, bij al die natuur- en milieuaanspraken, angstvallig wordt discussie over de gevolgen van die voortgaande immigratie gemeden. In dit steeds voller wordende land wordt natuur en ruimte steeds meer bedreigd. Oproepen om dassenburchten te ontzien of het leefgebied van de korenwolf te sparen, klinken pathetisch. Laat staan de wens om de wolf daarin een plek te geven.
Dat aan die toenemende volheid keuzes ten grondslag liggen ( asiel- en arbeidsmigratie) wordt verdonkeremaand, want ideologisch niet gewenst. Alsof asiel- en arbeidsimmigratie een oncontroleerbaar fenomeen zouden moeten zijn en of je de vraag niet zou mogen stellen of er misschien toch ook grenzen zijn aan die groei.
Het doembeeld van Los Angelos is dichterbij dan we ooit konden vermoeden.
In een tijd dat Nederland nog geen 10 miljoen inwoners telde, dichtte J.C. Boem (1887-1966):
Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen
(De Dapperstraat)
Hij had nu moeten leven! Als Bloem ons land met 10 miljoen al vol noemde, met nauwelijks een stukje natuur, wat betekent dat nu met meer dan 17 miljoen!
Freek van Beetz – Twitter: @FvBeetz
© OpinieZ.com 2017. U kunt dit artikel delen via de knoppen onder de advertenties.
Over de auteur

- Freek van Beetz, studeerde Planologie en Politicologie, was van 2001-2010 adviseur van de MP van de Ned.Antillen. Auteur van Uitzicht op Zee (roman, 2015) en van Het laatste Kabinet (2010) en Het einde van de Antillen (2013).
Recent gepubliceerd
Media9 september 2023Media meer dan ooit doorgeefluik van activisten en belangengroepen
Politiek Nederland8 augustus 2023Verkiezingen 2023: een haast onvoorspelbare omwenteling
Migratie9 juli 2023Hoe opgeklopt optimisme veranderde in vruchteloos vooruitschuiven
Politiek Nederland27 mei 2023Worden we met een republiek pas een echte democratie?