Nederland volgeplempt met bedrijvenparken en windmolens
Meer dan 30 jaar geleden boog een deftige commissie in Den Haag zich over een inspectierapport. Een nijvere beambte had, in het Groene Hart van Nederland, ergens in het rustieke, nog eindeloos lijkende Zuid-Hollandse weidegebied, een opstal aangetroffen, een illegaal bouwwerk, dat daar volgens het bestemmingsplan helemaal niet mocht staan want: HORIZONVERVUILING!!!
Verweer
Tot zijn verweer had de boer betoogd dat die houten keet, niet hoger dan 1,50 meter, bedoeld was als schuilplaats, een veilig en droog onderkomen bij regen en ontij, als hij zijn koeien daar bezocht. De hoge heren waren onverbiddelijk: regels zijn regels, en bovendien had de inspecteur daar “apparatuur aangetroffen voor het zetten van thee of koffie” en een stoel met tafeltje. Een onmiskenbaar bewijs dat het opstal meer beoogde dan een schuilplek. Het moest dan ook terstond worden afgebroken. Het weidse Hollandse landschap diende gevrijwaard te blijven van uitzicht bedervende objecten en bouwwerken.
Ik moest daar aan denken toen ik deze week drie berichten las die alle te maken hebben met de aantasting van ons landschap nu.
Boorinstallatie
De NRC sprak zijn afkeuring uit over de horizonvervuilende werking van één boorinstallatie, voor de exploitatie van een gasveld in de Waddenzee. Terwijl het woud aan windmolens in de Noordzee, aan de horizon zichtbaar vanaf de kust, toch algemeen worden gezien als een heilzaam teken van vooruitgang en zorgvuldige omgang met schaarse en schone energiebronnen. Nog verontrustender vond ik de boodschap van energiemaatschappijen dat we in de toekomst in Nederland moeten rekenen op windmolens met een hoogte van wel 300 meter, “ongeveer die van de Eiffeltoren”, meldde de boodschapper niet zonder trots.
Verloedering
Ik krijg daar geen goed gevoel bij. Er is de laatste tijd wel erg slordig omgesprongen met de karakteristieke waarden van het Nederlandse landschap. Marsman’s ‘oneindig laagland’ kenmerkt zich steeds meer door blikverstorende bouwwerken en objecten. Maar ook aan de stadsranden en langs de snelwegen is sprake van een toenemend en onomkeerbaar lijkende verloedering en verslonzing van het landschap.
Contrast
Ik was dan ook bijzonder verheugd met het recente vraaggesprek in de Volkskrant met de befaamde landschapsarchitect Adriaan Geuze. Ook hij stelt vast dat het Nederland zo kenmerkende contrast tussen het stedelijk gebied en de landelijke zones daaromheen verdwijnt. Karakteristieke landschappen nabij onze steden worden volgebouwd met quasi-rustieke bouwsels. Een fiets- of wandeltocht naar rustgevend buitengebied wordt een ergerniswekkende opgave langs uitdijende woongebieden, bedrijventerreinen met loodsen, lompe vierkante dozen en kassen.
Bedrijfslocaties
Een rommelig soort niemandsland, dat spontaan lijkt te zijn voortgewoekerd. Langs snelwegen is op plekken sprake van een ongebreidelde uitwas van bedrijfslocaties. Een soort van lintbebouwing waar we onze Zuiderburen ooit meewarig om bespotten. Dank zij een zorgvuldige ruimtelijke ordening waren we daarvan in Nederland gevrijwaard gebleven. Dat lijkt op plekken langs de snelwegen, nu verleden tijd.
Schaarste
Bij horizonvervuiling gaat het allang niet meer om een simpele houten keet in het weiland. Geuze heeft gelijk: meer dan ooit gaat het in ons volle land om zorgvuldige keuzes. De Ruimtelijke ordening was toonaangevend in een tijd toen we ons ervan bewust werden dat ruimte een schaars goed is. Schaarste vraagt om een zorgvuldige afweging van vaak strijdige belangen. Die afweging en die zorgvuldigheid lijkt zoek te zijn geraakt.
Terecht stelt Geuze: “we moeten niet inschikken, maar kiezen.” Dat kan ook een keuze tegen windmolens zijn, zoals Geuze terecht betoogt: ”Nederland is te klein en te vol voor windmolens.”
Over de auteur

- Freek van Beetz, studeerde Planologie en Politicologie, was van 2001-2010 adviseur van de MP van de Ned.Antillen. Auteur van Uitzicht op Zee (roman, 2015) en van Het laatste Kabinet (2010) en Het einde van de Antillen (2013).
Laten we Geuze veranderen in Wilders en windmolens door Islamisten in deze laatste zin:
Terecht stelt Geuze: “we moeten niet inschikken, maar kiezen
” Dat kan ook een keuze tegen windmolens zijn, zoals Geuze terecht betoogt:
”Nederland is te klein en te vol voor windmolens.”
Alles wat doorlopende subsidie behoeft is geen project maar een zwart gat.
[…] https://opiniez.com2016/06/21/de-verrommeling-van-nederland […]
Dit is op Kattukse Vrienden voor Israël herblogd.
Kan iemand mij uitleggen dat het energie-neutraal maken van de woning gestimulieerd en gesubsidieerd moet worden?
Op het moment dat je middels zonne-energie en aardwarmte etc. in je eigen energiebehoefte kunt voorzien maakt maakt het verder niet meer uit, of wil men over zélf geproduceerde energie straks ook zware heffingen op gaan leggen?