Waarom Pim Fortuyn niet de Hollandse Haider was
Onlangs publiceerde ik hier een column, waarin ik Pim Fortuyn noemde. Dat leverde me onder andere een reactie op van iemand die Fortuyn had moeten opzoeken en hem als de Nederlandse Haider zag gekwalificeerd… Echt, was dat een vriend van mij?
Dat beeld van een slecht mens, neergezet door de media, haatpredikers en manipulatoren is wat kennelijk beklijft en het snijdt mij door de ziel. De man die ik gekend heb, was namelijk iemand die van mensen hield. Geen makkelijke man, maar betrokken, oprecht geïnteresseerd en met een scherpe geest. Herinneringen flitsten door mijn hoofd: hoe omschrijf je iemand die ‘Nederland’ voor altijd heeft veranderd?
‘Zou hij mij hebben gemogen?’ was de subtiele vraag, omdat een gekleurde huid kennelijk een zonde moest zijn in de ogen van de Nederlandse Haider. Hoe leg je uit dat Pim geen onderscheid maakte tussen kleur of afkomst, maar vond dat het land waarin wij wonen, door eeuwen heen opgebouwd, de leidende cultuur moest zijn en blijven? Met burgers die -als het kon- zo zelfstandig mogelijk waren en wilden meebouwen aan dat land, bijdragen aan de welvarendheid er van.
Pim had er beslist een hekel aan om aardig gevonden te worden
‘Dus hij was wel aardig?’
Nee, hij was niet ‘aardig’… Pim had er beslist een hekel aan om ‘aardig’ te worden gevonden. “Dat is zo niks, bijna beledigend,” zei hij eens. Hij was wel iemand die je niet onverschillig liet. Voeg daarbij een strijdvaardige, goedgebekte, opvallende persoonlijkheid en het conflict is daar.
Toen de beruchte professor/columnist de politiek in ging en opvallend goed werd ontvangen door de burgers, zag de gevestigde orde zich bedreigd. Geheel volgens Ghandi First they ignore you, then they laugh at you, then they fight you, then you win werd het beeld van ‘de kale relnicht’ tot over de grenzen vermarkt.
Hoe leg je uit, dat je idee over je eigen land totaal veranderde door wat er gebeurde? Dat je ontdekte dat de pers één grote lobbyclub bleek van politieke partijen, dat journalisten zichzelf ‘de waakhonden van de democratie’ vonden, maar zelf bepaalden wat die moest inhouden? Hoe vertel je over de golf van onbeperkte haat die over alles heensloeg?
het plan om een minderjarig jongetje van Marokkaanse afkomst bij Pim op de stoep te zetten
Voor de geest komt een persbijeenkomst van het Havenbedrijf Rotterdam, met zijn eigen persjuichclub. Zonder blikken of blozen deed de voorzitter van die vakbroeders verslag van het plan om een minderjarig jongetje van Marokkaanse afkomst bij Pim op de stoep te zetten. Zodra die ‘kale homo’ opendeed, zouden zij – de helden van de pers – klaar staan. Fotootje, tekstje, en hop: over met die extreemrechtse oproerkraaier. Ik geloofde mijn oren niet.
Hoe hoger de peilingen, hoe minder persoonlijke levensvrijheid Pim had. Hij werd bedreigd, sliep slecht en werd voortgestuwd door een golf gekte, waarvan Volkert van der Graaf de loopjongen van de manipulatoren, het eindpunt betekende.
Ik heb altijd geloofd in Nederland, in onze democratie, in onze vrije pers, maar ik heb in de tijd van Pim geleerd dat het een farce is. En gezien de reacties van mensen die bang zijn voor meer transparantie en de ridiculiserende opmerkingen over het Geenpeil-referendum is die geleerde les tot op heden helaas een juiste.
Over de auteur
-
Jester, former 'Master of the Revels', Fool on the Hill, vrije ziel.... en wil dat graag zo houden.
Faulks @Revelsoffice