De Antillen, Griekenland en het IMF
Bij alle tumult rond Griekenland moet ik terugdenken aan mijn ervaringen in de Nederlandse Antillen in 2001 en 2002. De toenmalige Antilliaanse regering, een brede en daardoor ook wankele coalitie, voerde een groot en ingrijpend financieel-economisch herstelprogramma uit.
Het IMF was verzocht om de regering daarin bij te staan en Nederland zou, bij een goed verloop van dat programma, in tranches financiële steun (begrotingssteun en schuldenverlichting) verlenen. Daarnaast zou Nederland, om de sociaal-economische gevolgen te verzachten van de rigoureuze maatregelen uit het programma (o.a. afslanking van het ambtenarenapparaat met 35%, terugdringing begrotingstekort, belastingmaatregelen), een aantal investeringsprojecten financieren. De stagnerende economie zou daarmee een impuls krijgen.
Als adviseur van de Antilliaanse minister-president, wijlen Miguel Pourier, een buitengewoon beminnelijk en integer politicus (fiscalist, consultant), was ik belast met de wekelijkse rapportage en advisering aan de Antilliaanse ministerraad over de voortgang van het herstelprogramma.
Na verloop van tijd begon die voortgang te kraken: het relatief kleine ambtelijke apparaat raakte overbelast, ook al door aanvullende eisen vanuit het IMF. De toegezegde Nederlandse steun bleef uit of werd op een geblokkeerde rekening bij de Centrale Bank van de Nederlandse Antillen gestald, maar het effect was hetzelfde: het land liep financieel vast, motivatie en draagvak smolten weg.
Het IMF en Nederland wilden niet afwijken van de afgesproken lijn en toonden zich weinig geneigd in te spelen op gewijzigde omstandigheden, vooral na 11 september 2001. Sterker nog: die gebeurtenissen leidden tot nog meer eisen en opdrachten en tot een nog zwaardere belasting van de kleine overheidsorganisatie. Vanuit het bestuur van het IMF was gewaarschuwd voor de beperkte capaciteit van kleine (eiland)economieën, maar de staf van het IMF ging daaraan voorbij en toonde ook weinig begrip voor reguliere politieke procedures.
Ook het toenmalige Nederlandse kabinet hield halsstarrig vast aan de gemaakte afspraken. De partij van Pourier verloor vervolgens de verkiezingen en de verhouding met Nederland was voor jaren verzuurd. Ik heb deze episode uitvoerig beschreven in mijn boek “Het einde van de Antillen”, (Eburon, Delft). Pas in 2005 erkende Den Haag dat Pourier in de steek was gelaten.
Nu Griekenland voor de uitvoering van draconische maatregelen staat (de Griekse situatie is overigens vele malen dramatischer dan die van de Nederlandse Antillen in 2001), herken ik dezelfde mechanismen en valkuilen: rigoureuze ingrepen in de economie, de verwachting dat alle voorgestelde maatregelen getrouw zullen worden uitgevoerd en tot de beoogde resultaten zullen leiden.
Maar ik denk dat bij alle voorgestelde ingrepen te weinig rekening wordt gehouden met diepgewortelde sociale en culturele factoren en met weerstand onder de bevolking en in de bureaucratie. Met dogma’s en rigide modellen krijg je Griekenland niet op de rails. Daarvoor is wijsheid en verbeeldingskracht nodig, geen gestold beleid.
Joseph Stiglitz zei over de behandeling van het IMF van landen in terminale economische omstandigheden: “Het is alsof de patiënt in het ziekenhuis komt voor een chirurgische ingreep, maar dan verplicht wordt een aderlating te ondergaan.” In die geest had Europa voor quarantaine -een tijdelijke(?)Grexit,- kunnen kiezen, ook al om besmettingsgevaar te voorkomen.
Over de auteur

- Freek van Beetz, studeerde Planologie en Politicologie, was van 2001-2010 adviseur van de MP van de Ned.Antillen. Auteur van Uitzicht op Zee (roman, 2015) en van Het laatste Kabinet (2010) en Het einde van de Antillen (2013).
Recent gepubliceerd
Antisemitisme6 november 2023Huiveringwekkend: antisemitisme is weer volop aanwezig
Islam/Moslims13 oktober 2023Moreel kompas is afwezig bij verslaggeving over Israël
Media9 september 2023Media meer dan ooit doorgeefluik van activisten en belangengroepen
Politiek Nederland8 augustus 2023Verkiezingen 2023: een haast onvoorspelbare omwenteling
Natuurlijk is het altijd verstandig om niet alleen met louter economische aspecten bij een sanering rekening te houden. Echter, met sociaal-culturele en politieke aspecten krijg je de economie helaas niet weer ‘op de rails’. Juist deze aspecten zorgen met name voor een ‘decline’ van de economie, zoals nu in Griekenland is gebeurd. Ja en dan is het voor de bevolking nu erg hard als je parlement en regering de zaken zo jarenlang op hun beloop hebben gelaten en tot harde maatregelen van buitenaf moet worden overgegaan. Opvallend is wel dat IMF en ‘Europa’ nu zo in de oplossingsrichting voor deze crisis verschillen. Zachte heelmeesters maken……. stinkende wonden, ook ingeval van onze mede- Zuid-Europeanen. En als de adviezen nu eens opgevolgd gaan worden én begonnen wordt met de concrete uitvoering ervan weten we allemaal dat aan de giga-schuld best wel wat gedaan zal worden.
De instrumenteel-expressief-positief mens…..verwacht dat het werk bevredigend zal zijn en gelegenheid zal bieden tot nieuwe contacten met mensen in gezagsposities
Hier op Curacao maken we als economen onderling ook vaak vergelijkingen met Griekenland.
Vele jaren (9-10 jaar) later hebben de Nederlandse Antillen en Curacao wel een forse haircut gekregen. Wellicht moeten de Grieken ook 10 jaar wachten. Opvallend is dat het IMF`s visie op staatsschuld en economie gewijzigd lijkt te zijn.
Eens. het gaat mij ook over het gevaar van louter technocratische ‘oplossingen’, zonder rekening te houden met sociaal-culturele en politieke aspecten.
Als Nl in 2001 begrotingssteun had gegeven was de omvangrijke operatie in 2010 wellicht niet nodig geweest ( schulden sanering etc.)