Venezuela’s gespannen relatie met Curaçao

Chavistische agitatie leidde in 2005 tot crisis

Men keek er wel een beetje van op toen SP-kamerlid Sadet Karabulut weigerde afstand te nemen van de autoritaire (want ‘socialistische’), Venezolaanse president Nicolas Maduro.
Het is niet zo verwonderlijk. Linkse partijen en politici (Labour-leider Corbyn, Podemos in Spanje, het Griekse Syriza) lijden aan een hardnekkige oogkwaal, een blinde vlek, als het gaat om een beoordeling van regimes die zich gretig als ‘socialistisch’ afficheren, maar het niet zo nauw nemen met mensenrechten en vaak een desastreus economisch beleid voeren.

Titelfoto: Screenshot door redactie OpinieZ van YouTube-video, kanaal Winston

Miserabel
Voor Venezuela en voor de gepassioneerde retoriek met een socialistisch sausje uit Caracas, schijnen ze een bijzonder zwak te hebben. De miserabele werkelijkheid van het ‘socialisme van de 21e eeuw’ in Venezuela mag kennelijk het zicht op een geromantiseerd perspectief niet vertroebelen. Ook journalisten hadden daar moeite mee; zie mijn column van vorig jaar.

Chavez
Veel commentatoren doen het voorkomen alsof de ellende pas begon na het aantreden van Maduro. Met hem zou de glorieuze erfenis van diens voorganger Chavez teloor zijn gegaan. Niets is minder waar. Chavez kon zijn beginjaren nog profiteren van de stijgende olieprijzen. Met die inkomsten kocht hij onvrede af. De toenemende corruptie, de vriendjespolitiek en het economisch wanbeheer en incompetentie werden daardoor gemaskeerd.

Buitenlandse krachten
Het leger bond hij aan zich met gigantische wapeninkopen in Rusland. Toen de olieprijzen na de crisis van 2007 tot ver beneden de 100 dollar daalden, zeeg ook de economie van Venezuela ineen. De broodnodige import van dagelijkse levensbehoeften kon steeds moeilijker worden gefinancierd. De schappen in de winkels werden leger, de rijen ervoor langer en fabrieken draaien nauwelijks door gebrek aan grondstoffen. ‘Buitenlandse krachten’ kregen de schuld.

Dat is een bekend verschijnsel: autocratische heersers proberen bij ‘binnenlandse tegenslag’ de bevolking te mobiliseren tegen een gemeenschappelijke buitenlandse vijand.

Ik maakte dat in de jaren dat ik op Curaçao werkte, van nabij mee.

Curaçao
Van oudsher zijn de banden tussen Curaçao en het nabij gelegen grote buurland hecht. De bevrijder van Venezuela en omringende Zuid-Amerikaanse landen, Simon Bolivar bracht een tijdje in ballingschap door bij zijn op het eiland wonende zusters. Enkele van zijn naaste bevelhebbers, Brion en Piar, kwamen van Curaçao. Na die revolutie (begin 19e eeuw) bleven de banden hecht. Curaçao’s economie hangt van oudsher samen met de Venezolaanse olie die op Curaçao wordt verwerkt. Maar de verhouding is ook delicaat.

Machtsvertoon
In 2005 kwam de relatie met Venezuela onder spanning te staan. Het bezoek van het Amerikaanse vliegdekschip USS Saipan aan Curaçao (op 75 km. afstand van Venezuela), was volgens de Venezolaanse consul-generaal Lorenzo Angiolillo Fernandez ”pure intimidatie”. Chavez noemde de aanwezigheid van de Saipan op Curaçao “een nieuwe provocatie door de regering Bush”. De toenmalige Antilliaanse minister-president Ys verklaarde sussend dat het vliegdekschip “hier voor rust en recreatie” was en “een bezoek bracht aan een bevriende natie.”

Maar volgens de Venezolaanse consul-generaal was de Saipan van haar route afgeweken om een signaal af te geven aan Venezuela: ”het is puur machtsvertoon van de Amerikanen”. Hij bleef zich mengen in de binnenlandse aangelegenheden van Curaçao en zou tenslotte een ernstige politieke crisis veroorzaken. Een crisis die in de Nederlandse media nauwelijks aandacht kreeg.

PLKP
In die periode (2005) maakte een linkse politieke partij, de PLKP, deel uit van zowel de regering van de Nederlandse Antillen als van het Bestuurscollege van Curaçao. Die partij werd geleid door oud-vakbondsleider Errol Cova.

Kolonisator
Cova was toen vicepremier en minister van Economische Zaken. Begin mei bracht Cova, (wiens ouders uit Venezuela afkomstig waren), samen met een delegatie van linkse Curaçaose partijen, op uitnodiging van de eerder genoemde Venezolaanse consul-generaal een bezoek aan Venezuela. Die linkse partijen waren volgens hem verbonden met het ‘Bolivariaanse proces in Venezuela’. Toen Cova daar in felle bewoordingen “het kolonialistisch complex dat door de Nederlandse kolonisator aan de eilanden is opgedrongen” hekelde en betoogde dat “aan dit systeem zo snel mogelijk een einde dient te komen”, waren de rapen in Willemstad gaar.

Politieke crisis
Premier Ys was verbolgen: Cova had niet namens de Antilliaanse regering gesproken. Al snel ontwikkelde zich een politieke crisis, die door het provocatieve gedrag van de consul nog werd verergerd. Premier Ys had hem op Fort Amsterdam ontboden, maar de consul had laten weten ‘tot begin juni’ door ziekte verhinderd te zijn. Hij werd echter nog dezelfde middag gesignaleerd (en gefotografeerd) in een Curaçaos restaurant, het glas heffend met o.a. vice-premier Cova. Daarmee bereikte de crisis een kookpunt.

Pathos
Cova weigerde te vertrekken. Er was veel staatkundig vernuft nodig om hem uit de coalitie te zetten. In een betoog vol pathetiek verdedigde Cova zich in de Staten als ‘patriot’, als ‘antikolonialist’, ‘anti-Nederlands’ en vurig verdediger van de belangen van Curaçao en van de ‘Bolivariaanse revolutie’. Premier Ys moest achterover leunen om het vocht dat tijdens Cova’s gepassioneerd betoog uit diens mond ontsnapte, te ontwijken. “Ook een kleine man kan een grote geest zijn”, zo citeerde Cova, inderdaad klein van stuk, Simon Bolivar, onder gejuich van zijn aanhangers op de publieke- en ambtenarentribune.

De PLKP, Cova’s partij, verdween uit beide coalities en zou niet lang daarna het politieke toneel verlaten.

Kort daarna, in 2006, werd voor de kust van Curaçao met imponerende grootschalige gecombineerde vloot-, land- en luchtoefeningen, de Venezolaanse buurman duidelijk gemaakt dat er met de grenzen van het Koninkrijk niet viel te spotten.

Retoriek
Ook later bleef de retoriek van de Bolivariaanse revolutie voor linkse Curaçaose politici tot de politieke verbeelding spreken. Zo verklaarden politici van de linkse oppositie, gestoken in de rode hemden van Chavez’ beweging, gepassioneerd tegen de toenmalige Nederlandse Minister Atzio Nicolai: “wat heb ik aan een Nederlands paspoort, ik heb die niet nodig”, waarop de bewindsman gevat antwoordde: “nou dan lever je die toch in?” Dat deden deze revolutionairen toch maar niet.

De meeste van hen zijn uit het beeld verdwenen, over de zegeningen van de Bolivariaanse revolutie hoor je ze niet meer.

© OpinieZ.com 2017. U kunt dit artikel delen via de knoppen onder de advertenties 👇🏽.

Over de auteur

Freek van Beetz
Freek van Beetz
Freek van Beetz, studeerde Planologie en Politicologie, was van 2001-2010 adviseur van de MP van de Ned.Antillen. Auteur van Uitzicht op Zee (roman, 2015) en van Het laatste Kabinet (2010) en Het einde van de Antillen (2013).

Reacties worden gemodereerd. Let op uw taalgebruik. Schelden en tieren is niet toegestaan. > Lees hier onze spelregels < Reacties die onze regels schenden worden verwijderd. Herhaalde overtredingen, oproepen tot geweld, beledigingen, Holocaust-vergelijkingen en antisemitisme leiden tot een permanente ban. De redactie treedt niet in discussie over de reden voor verwijdering van een reactie, noch over een ban. Ongeldige e-mail-accounts worden geblokkeerd.