Waarom nog tolerant zijn voor extremisten?
Er is sprake van een oorlogstoestand, hoe pathetisch dit ook klinkt
Na de recente terreuraanslagen in Engeland nam premier May geen blad voor de mond: “Genoeg is genoeg (…. ) we zijn veel te tolerant geweest voor het extremisme”; eindelijk benoemde ze het ‘islamitisch extremisme expliciet. Nog opmerkelijker was haar aankondiging dat ze bereid is om de bewegingsvrijheid van verdachten in te perken van wie voldoende bewijs is dat ze een bedreiging vormen voor de samenleving. “Als de mensenrechten ons verhinderen om dit aan te pakken, dan zullen we de wetten veranderen”.
Titelfoto: Screenshot door redactie OpinieZ van video Blighty TV
Onmacht
Het linkse haatblog Joop haalde er meteen een verwijzing naar Guantánamo Bay bij
Het is so wie so opmerkelijk dat de commentaren in de media zich meer richten op de onmacht en het optreden van May en haar beleid in het verleden dan op de religieus geïnspireerde drijfveren van de moslimterroristen.
'De keuzes die Theresa May eerder maakte komen nu als een boemerang bij haar terug en ze heeft daar geen verweer op' https://t.co/FFMq5Ej8Gp pic.twitter.com/hpuzGvzAHZ
— Trouw (@trouw) June 7, 2017
Weer trekken ze alle registers open om de oorzaak/schuld toch vooral bij het Westen zelf te leggen. Het radioprogramma Met het oog op morgen gaf Arabist prof. Maurits Berger uit Leiden alle ruimte om de verantwoordelijkheid van de islam weer eens weg te redeneren.
Poortwachters van de rechtsstaat
Kort geleden was ik in Den Haag op een bijzondere bijeenkomst: daar was een eerbiedwaardig gezelschap bijeen, een keur aan excellente juristen, (hoge) ambtenaren en wetenschappers. De vierde macht samengebald in een stijlvolle Haagse entourage. Knap geconstrueerde inleidingen over universele mensenrechten, over rechtsbescherming van de burger, het recht van vreemdelingen op nationaliteit, op volwaardig (staats-)burgerschap en integratie. Kortom een soort eredienst voor juridische fijnproevers.
Kern van het betoog van één van de inleiders, Prof. Ernst Hirsch Ballin zei – zoals hij dat al eerder had verwoord – ‘Als iemand kan laten zien dat hij of zij hier thuis is, dan hoort daarbij dat hem of haar het staatsburgerschap op den duur niet wordt onthouden. Het staatsburgerschap is niet iets wat je nog kunt beschouwen als een gunst die door de hoge overheid wordt gegeven aan haar onderdanen. Het is een mensenrecht.’
Onbehagen
Ik was onder de indruk van de heldere betogen met hun juridisch logische en consistente opbouw. Toch bekroop me gaandeweg een ongemakkelijk gevoel, een onbehagen dat ik niet onmiddellijk kon verwoorden. En dat werd me pas echt duidelijker na – alweer – de recente aanslagen, in Engeland en in andere landen. Want hebben we met al die mooie, verheven en aansprekende juridische beginselen wel een antwoord op de gruwelijke werkelijkheid? Die raken – of eigenlijk schuren – immers aan diezelfde juridische principes. Wanneer en in welke omstandigheden kan een staat die burgerrechten ontnemen om de rechten van andere burgers te beschermen? Die (potentiële) terroristen horen hier, om in de woorden van Hirsch Ballin te blijven, toch niet meer thuis?
Natuurlijk: ik weet dat dreigen met geweld of daadwerkelijke geweldsuitoefening een reden tot ingrijpen kan zijn en dat ook groepsbelediging en (het aanzetten tot) discriminatie een strafbaar feit oplevert (Wilders).
Haat
Maar nog nergens in de westerse landen hebben overheden een antwoord gevonden op de steeds openlijker, ook in de publieke ruimte, uitgedragen haat van extreme moslims tegen onze levenswijze. Op internet zag ik ooit beelden van betoging van extreme moslims, die in Londen luidkeels met kreten van haat om invoering van de sharia riepen, onder begeleiding van de politie. Haatimams konden er jarenlang onder de bescherming van de vrijheid van meningsuiting (met instemming van de moslimgemeenschap?) de meest extreme uitspraken doen.
Hoe tolerant kunnen we nog zijn voor intolerantie, vroeg de bekende Engelse moslimleider Sara Khan zich af.
Oorlogstoestand?
We kunnen er al lang niet meer omheen: de terreur door moslim-extremisten drukt ons met de neus op de feiten. Er is sprake van een oorlogstoestand, hoe pathetisch dit ook klinkt. Ook al zijn we er al aan gewend geraakt: straten waarin zwaarbewapende militairen patrouilleren, gebouwen die permanent worden bewaakt en politici dag en nacht moeten worden beveiligd, je moet lang in de geschiedenis terug om dergelijke situaties als een normaal straatbeeld terug te vinden.
Vraagt zo’n uitzonderlijke toestand niet om passende juridische antwoorden? Kunnen we echt niet met rechtsmiddelen zeggen: jullie horen hier niet thuis, de burgerrechten gelden niet voor jullie? Ik vrees dat politici die ultieme stappen niet zullen zetten en niet bereid zullen zijn om personen van wie bekend is dat ze betrokken waren bij terreur en die geen staatsburger/paspoorthouder van het land zijn, terug te sturen naar van waar ze zijn gekomen. Net zomin als ze ISIS-strijders die terugkeren zullen tegenhouden.
Tekortschietend
Over mensenrechten en burgerschap zijn bibliotheken volgeschreven, terecht, de burger verdient bescherming tegen almachtige en onderdrukkende overheden. Maar diezelfde overheid schiet nog steeds tekort bij het beschermen van machteloze, goedwillende burgers tegenover nietsontziende haat en terreur door mensen die de samenleving waarin zij gastvrij zijn opgenomen, willen vernietigen.
Ik vond het een treffend beeld dat de bijeenkomst die ik boven schetste, met al die geleerde, eerbiedwaardige juristen, plaats moest vinden onder bewaking van zwaarbewapende marechaussee.
© OpinieZ.com 2017
Over de auteur

- Freek van Beetz, studeerde Planologie en Politicologie, was van 2001-2010 adviseur van de MP van de Ned.Antillen. Auteur van Uitzicht op Zee (roman, 2015) en van Het laatste Kabinet (2010) en Het einde van de Antillen (2013).