Het jaar waarin democratische vernieuwing alweer uitbleef
Kabinet schuift herziening kiesstelsel op lange baan
Als er iets toch wel overduidelijk is geworden in dit jaar dat nu op zijn eind loopt dan is het wel dat we in Nederland niet gezegend zijn met volks-vertegenwoordigers, maar met partij-vertegenwoordigers. Dat blijkt uit de reeks schandalige situaties waarin de Tweede Kamerleden van de coalitie braaf het kabinet steunden, ook in gevallen waarbij zelfs de trouwste partijtijger het schaamrood op de wangen stond.
Kadaverdiscipline
Boegbeeld is Pieter Omtzigt die – terecht en waarvoor veel lof – de wantoestanden in de Belastingdienst van D66-staatssecretaris Menno Snel aankaartte, maar bij de stemmingen netjes de lijn van coalitiepartner CDA volgde. Maar er waren ook andere schaamteloze incidenten, zoals het voorkomen van een tijdig debat over de inmenging door Justitie in het proces-Wilders en het afschermen van het leugenachtige optreden van onze geheugengehandicapte premier Rutte. Dat waren toonbeelden van de kadaverdiscipline die coalitiepartijen hanteren in onze “volksvertegenwoordiging”.
Kloof
Nu is er al veel gezegd en geschreven over ‘De Kloof’ tussen kiezer en gekozene. Het is zonder twijfel het meest fundamentele probleem van ons huidig politiek bestuur. Een veelgehoord voorstel is dat er juist méér gebruik gemaakt zou moeten worden van referenda. Maar ja, het raadgevend referendum is nou net de nek omgedraaid door D66-minister Ollongren, met, u raadt het al, unanieme steun van de coalitie-Kamerleden.
Het aantal voorkeursstemmen om rechtstreeks in de Kamer te worden gekozen is wat verlaagd. Dat lijkt op zichzelf sympathiek, maar raakt niet de kern van het probleem, zoals het geval Pieter Omtzigt laat zien. Hij werd door het CDA op een onverkiesbaar geachte lage plaats gezet, maar kwam op voorkeursstemmen toch in de Kamer. De relatieve onafhankelijkheid die hij uitstraalt vertaalt zich echter niet in onafhankelijk stemgedrag.
Burgerforum Kiesstelsel
In 2006 stelde het Burgerforum Kiesstelsel naar aanleiding van de Fortuyn-revolte voor ons kiesstelsel te wijzigen, waarbij voorkeursstemmen meer invloed zouden krijgen. De regering-Balkenende heeft het destijds afgewezen, met als onuitgesproken reden dat het de macht van de (top van de) politieke partijen zou verkleinen. Het geval-Omtzigt bewijst dat dat voorstel – indien aangenomen – ook niets wezenlijks zou hebben veranderd.
De kern is namelijk dat partijen nog steeds dé toegang van burgers tot de macht vormen. Zij hebben een poort gebouwd waarvan zij alleen de sleutel hebben. Alleen degene die door een partij goedgekeurd wordt, komt in aanmerking voor een (verkiesbare) plek op de lijst voor het parlement. Daarvoor is meestal een lange loopbaan binnen de partij nodig, gekenmerkt door kritiekloze loyaliteit aan de partij(-leider).
Ons Soort Mensen
Of een kandidaat-Kamerlid moet eerst een grondige ballotage ondergaan die garandeert dat hij/zij Ons Soort Mensen is (zoals ambtenaar of semi-publieke sector, onderwijs of academia, MSM-journalistiek, subsidie-NGO). Hoewel de vergelijking niet helemaal past, zou je je kunnen afvragen wat in de praktijk het verschil is met landen waarin een zelfbenoemde elite de kandidaten van de eenheidspartij aanwijst waaruit het volk vervolgens mag kiezen.
Ondanks systeembrede tegenwerking (met dank aan de NPO en de sterk geconcentreerde globalistisch-linkse pers in Nederland), slaagt zo af en toe een nieuwe partij erin zich een weg naar binnen te vechten. De laatste jaren hebben we gezien dat die partijen zich niet langer automatisch door het partijkartel laten inpalmen, maar juist vasthouden aan alternatieve oplossingen voor de problemen waar Nederland voor staat.
Helaas voor het partijkartel heeft ‘het volk’ de onhebbelijke neiging steeds maar op die ongewenste nieuwkomers te stemmen, zoals op Pim Fortuyn (RIP), daarna op Geert Wilders en tegenwoordig ook op Thierry Baudet. Zelfs een cordon sanitaire kan de Nederlandse deplorables er maar niet van overtuigen weer braaf de juiste keuze te maken. PVV en FvD staan in de laatste peilingen samen op bijna een kwart van de zetels, toch geen te negeren minderheid zou je denken.
Commissie-Remkes
In de beste Hollandse poldertraditie werd in 2017 voor de zoveelste keer een commissie ingesteld om te studeren op democratische vernieuwing. De Staatscommissie Parlementair Stelsel onder leiding van VVD-oudgediende (in zowat alles, staatssecretaris, minister, burgemeester, commissaris van de koning, Kamerlid, enz) Johan Remkes leek een voorbeeld van een bekend Amerikaans gezegde: Turkeys don’t vote for Christmas. Het rapport van de Commissie verscheen in december 2018 en werd in juni dit jaar van een matte reactie van het kabinet voorzien met de toezegging: “Vóór het eind van het jaar zal het kabinet op basis van deze uitwerking, met een definitief voorstel komen voor het kiesstelsel.”
Op het eerste gezicht leek Remkes met een verrassing te komen toen hij adviseerde een correctief referendum in te voeren en de eerdere voorstellen van het Burgerforum Kiesstelsel af te stoffen. Dat past in de Nederlandse traditie dat de revolutie hier nooit uitbreekt, omdat de elite op tijd water bij de wijn doet en zo de onvrede van de bevolking wegneemt. Maar de voorstellen van Remkes zijn verre van voldoende.
Opkomstdrempel
Voor het referendum stelt hij een opkomstdrempel voor van 33,3 % van het electoraat. Als we die voorwaarde aan Europese verkiezingen hadden verbonden, zouden die sinds 1994 maar ternauwernood geldig zijn geweest! Stel je voor dat je het aan de kiezer zelf overlaat of hij/zij iets belangrijk genoeg vindt om ervoor naar de stembus te gaan….
Dat we met een demofobe elite te maken hebben werd helemaal duidelijk toen de regering zelfs dit toch wel erg bescheiden voorstel al meteen afwees. Het oude advies van het Burgerforum (de burgers stemt op een persoon of op een partij) vond de regering wel interessant en het wachten is nu op een concreet voorstel.
Minister @KajsaOllongren komt met maatregelen voor vernieuwing van de democratie. O.a. nieuw #kiesstelsel, #jongerenparlement, voorstellen voor de @Eerstekamer en een Wet op de Politieke Partijen. Lees meer: https://t.co/f2ogEAlcbQ pic.twitter.com/JcgpEOYRdr
— Ministerie van BZK (@MinBZK) June 26, 2019
Deense systeem
De regering noemt het Deense systeem (“een meervoudig districtenstelsel met compensatiezetels om de evenredigheid op nationaal niveau te borgen”) als mogelijk voorbeeld. Invoering van een dergelijk gemengd systeem zou een doorbraak kunnen betekenen. Iedereen kan dan op een kandidaat in het eigen district stemmen en het totaal aantal zetels wordt met partijkandidaten van de traditionele lijsten aangevuld. Deze mengvorm garandeert dat de Tweede Kamer nog steeds een evenredige afspiegeling vormt van de landelijke kiezersgunst.
De Tweede Kamer wordt zo gevormd uit Kamerleden die een eigen rechtstreeks mandaat hebben van de kiezers in hun district. Een Kamerlid kan dus partij-ongebonden zijn of niet op een verkiesbare plaats op de lijst van de partij zijn geplaatst. Het voorkomt grijze muizen die als klapvee de coalitie met hun partij in het zadel houden. Mocht zo’n Kamerlid met de partij breken, dan is er ook geen ‘zetelroof’ en is dat probleem ook meteen opgelost.
Senaat kan weg
Bij een sterkere regionale binding van Tweede Kamerleden vraag ik me af waarom we dan nog een Senaat nodig hebben. De getrapte verkiezing door de Provinciale Staten doet nogal negentiende-eeuws aan. En door het verdwijnen van grote partijen, de toename van zwevende kiezers en de daardoor sterk wisselende meerderheden in de Kamer zijn er tegenwoordig in feite elke twee jaar verkiezingen. De Eerste Kamer is inmiddels als quasi-Tweede Kamer wetsvoorstellen politiek-inhoudelijk gaan toetsen, in plaats van op wetgevingskwaliteit en grondwettigheid.
Dat pleit er dus wat mij betreft voor de Eerste Kamer maar op te heffen.
De Eerste Kamer hoort louter de wetsvoorstellen op (o.a. juridisch) vlak te controleren zonder politiek oordeel, leerde ik ooit. Nu vindt daar ook steeds handjeklap plaats en worden er slechte wetten doorgevoerd. Weg ermee! #stikstofcrisis https://t.co/aF0ZkOiHOP
— Henk de Vries (@hnkdvrs) December 19, 2019
Twee rondes
Maar zolang de Senaat blijft bestaan zouden de Eerste Kamerverkiezingen, zoals de Senaatsverkiezingen in Frankrijk, in twee rondes moeten plaatsvinden en in dezelfde periode als de Tweede Kamerverkiezingen moeten plaatsvinden om de eerder geschetste nadelen te voorkomen. In de tweede ronde zouden alleen de twee kandidaten mogen meedoen die in hun district in de eerste ronde het hoogste aantal stemmen hebben gekregen. Kiezers, die in de eerste ronde op afgevallen kandidaten hebben gestemd, zien zich dan gedwongen “de minst kwade’ te kiezen. Zo versterken ze ‘hun’ kant van het politieke spectrum en oefenen daardoor extra invloed uit op de kabinetsformatie en de kleur van de uiteindelijke coalitie.
Verkiezing formateur
Remkes doet een ander voorstel dat wel degelijk de moeite waard lijkt.
Hij stelt voor kiezers rechtstreeks de formateur te laten kiezen om de invloed van de kiezer op de samenstelling van de coalitie te vergroten. Dit is ook weer een halve stap richting echte kiezersinvloed, omdat het de partijen nog als filter handhaaft. Maar het kan een opzetje zijn naar de rechtstreekse verkiezing van een premier, aangezien vaak de aanstaande premier formateur wordt voor hij een kabinet samenstelt.
Ook dit voorstel heeft het kabinet al meteen afgewezen, met de cirkelredenering dat het niet zou passen in de logica van onze staatsinrichting. Is er nog iemand verrast?
Moed
De regering had naar aanleiding van het rapport-Remkes voor het einde van dit jaar voorstellen voor wijziging van het kiesstelsel aan de Kamer toegezegd, maar heeft op 6 december jl. bij monde van CDA-minister Knops laten laten weten dat dat niet lukt.
Ik moet nog maar zien of het kabinet van plan is om in 2020 een begin te maken met de zo noodzakelijke staatkundige vernieuwing. In 2019 hebben ze dat in ieder geval niet aangedurfd. Ik wens ze het komende jaar dan ook veel wijsheid en vooral politieke moed toe.
Nederland heeft immers weer een echte volksvertegenwoordiging nodig.
Over de auteur

Recent gepubliceerd
EU30 juli 2023Waarom Spanje geen rechtse regering krijgt
Media10 juli 2021Aanslag op Peter R. de Vries wordt gespind als aanval op persvrijheid
EU4 juli 2021Wat betreft de EU en immigratie zijn de verkeerde afslagen genomen
Politiek Nederland13 maart 2021Kritiek Omtzigt op de “Haagse Kliek”: hoe nu verder?
De ja-knikkende Tweede Kamerleden maken de verkiezingen in wezen overbodig. Er is geen oppositie op de partijen achter het cordon sanitaire na. Wat je ook stemt, het polderen na de verkiezingen doet coalities ontstaan die de kiezer helemaal niet wou hebben. De winnende partijen worden weggewerkt en de oude koek gaat door weliswaar met iets veranderde opstelling. Democratische verkiezingen zijn een klucht geworden en de dag daarna mag de kiezer oprotten en zich na vier jaar weer melden want zijn wil is leidend zoals de politici willen doen geloven. Of was het lijdend? Klinkt hetzelfde, is hetzelfde. Democratie is een clash van meningen en die is bij de Tweede Kamer ver zoek. De Eerste Kamer is een verlengde van de Tweede kamer geworden dus nutteloos. Het is een soort democratie die de heersers niet in de weg mag staan. Het heet dan ook schijndemocratie. Zolang de kiesstelsel niet veranderd samen met het invoeren van referenda blijft alles bij het oude en de verkiezingen blijven nutteloos.
Zodra een partij deel is van een coalitie schijnt er maar één stem gedrag te gelden. ALTIJD stemmen op wat goed is voor vak K.
Het enige waar deze tweede kamerleden zich op Vrijdagmiddag druk om maken, is de ruim 2307 Euro die zij die week, weer op hun bankrekening krijgen bijgestort.
En voor de rest is het een paljassen club.
Ze zitten daar voor zich zelf en de rest is hun een rotzorg.
Elk parlementair stelsel heeft voor- en na- delen.
Het grote probleem van onze democratie is niet een paar kleine nadelen, maar een vastgeroeste elite die het volk dwars wil zitten. Een aantal grote partijen die doen alsof ze tegengestelde ideeën hebben, maar steevast dezelfde agenda uitvoeren.
Daarom is dit systeem verrot, en een likje verf neemt de rot niet weg. Of een VVD-er nou landelijk of regionaal in het nepparlement gekozen wordt; uiteindelijk stemt hij zoals hij van Rutte moet stemmen.
De enige manier om de democratie te herstellen is het invoeren van referenda. En niet eens omdat het volk dan mee kan stemmen.
Maar omdat er dan eindelijk weer eens gedebatteerd wordt.
Nu komen politici weg met nietszeggendheid en partijdiscipline. Neem afschaffing van de dividendbelasting;
– alle kartelpartijen waren tegen;
– zelfs de bedenker, Rutte, noemde de maatregel “belachelijk”;
– maar alle kartelpartijen stemden keurig vóór;
– zelfs het gelieg eromheen (wel/geen rapport, wel/niet gelezen, kwijt) werd door alle kartelpartijen veroordeeld, en vervolgens geaccepteerd.
Stel dat dit onderwerp in een referendum was behandeld. Dan had Rutte de kiezers moeten overtuigen van de voordelen van afschaffing van dividendbelasting. Met liegen dat ie het zelf ook belachelijk vindt had hij niemand overtuigd. Partijen die niet uit kunnenleggen waarom ze iets willen, verliezen het debat. En worden daar bij de volgende verkiezingen op afgerekend.
In Zwitserland is het vertrouwen in de politiek veel groter dan hier.
Politici moeten daar wel naar het volk luisteren.
Eerlijk gezegd weet ik niet wat ik van dit artikel moet vinden. Johan Remkes moed om tot een rapport te komen, is precies ook zover gekomen, en niet verder. Logisch, hij heeft tussentijds met principieel beroeps leugenaar rutte gesproken, en wist dus dat het ‘kabinet’ niets met het rapport zou doen. In dat opzicht is george van bergen veeeel te mild. rutte heeft slechts 1 doel, netzolang op het Nederlands pluche blijven zitten, totdat macron een Brussel-baantje voor hem heeft. En dat zal Macron niet gauw doen omdat hij weet dat rutte een teflon-pop is. Rutte zou zijn eigen moeder verkopen als hij daarmee een maand extra mp zou kunnen blijven. Hij is al 95 % GL en D66, dus geen enkel probleem daar 100 % van te maken en met een rechtse bralpraat (nu ‘schengen in gevaar door immigratie’ waarmee hij de aandacht afleid van het FEIT dat EN immigratie EN klimaat de projecten zijn waarmee hij Nederland verkoopt voor 0) en na de TK 2021 doodleuk het links-tegenovergstelde uitvoeren…..
Naar mijn overtuiging komt er voor ons WELdenkenden een oplossing binnen 10 jaar, ik denk binnen 6 jaar (na volgende EP). Ik denk NIET dat het huidige restant VVD in 2021 al wakker is, dus na 2021 zitten PVV en FvD naar verwachting nog in de oppositie. Maar wel met meer PVV PLUS FvD zetels dan nu.
Het kabinet heeft selectief gewinkeld in het rapport van Remkes. De referendum en democratisering verzwegen maar de klimaatmaatregelen extra uitvergroot.
De klimaat hype en alles
daar omheen, is één grote afleidingsmanoeuvre voor de échte problematiek. De islamiseringsinvasie in Nl en Europa, met daar aan gekoppeld de enorme voortplantingsdrift van de nieuwkomers.
Zou men serieus bezig zijn, dan zou dit namelijk in de gehele klimaat problematiek een belangrijke rol moeten spelen.
Echter de toestroom van economische migranten, die meestal ook moslim zijn, met hun volkomen gebrek aan geboorte beperking, en de samenhang daarvan met de klimaat problematiek, wordt door de machtshebbers zowel hier als binnen de EU, volledig genegeerd.
De enige echte probleem is de overbevolking van de aarde en die mag niet besproken worden omdat deze treft vooral de moslims voor wie de hele Westers politiek op de knieën valt. Drieënhalf miljard mensen was niet zo lang geleden een enorm probleem maar de zeven miljard van nu vindt men kennelijk te weinig. De nu genomen maatregelen zijn waardeloos en zullen alleen het leven nog duurder maken.
Johan Remkes, wat moet je van deze man zeggen? heb hem nog nooit als een vent gezien, loopt en kijkt net alsof hij voor een begrafenis uitloopt.
Herinnert u zich de heer F Bolkestein nog? als hij ergens binnenkwam dan kwam er iemand binnen, hem moest je geen fake vragen stellen wand dan kreeg je een echt antwoord, pracht man.
Een handvol van zulke mensen zou het al lukken om Nederland weer bij te sturen, ene mevr R. Verdonk, Teeuwen,Smidkroes enz.
De bubbel moet doorbroken worden om ons vaderland te redden, er zou bv net als in de UK zo’n hele grote tegen demonstratie georganiseerd moeten worden, maar dan precies andersom dus met ons weldenkende deel van het land.
Ik ben niet politiek correct, dus wie is degene met een stel sterke ballen die goed kan organiseren en zegt ik herken mij.
U noemt we een aantal afgrijselijke mensen. Bolkestein gaf zijn echte mening ook pas toen hij met pensioen was.
Bolkenstein helemaal met u eens. Serieuze, erudite persoonlijkheid.
De rest van uw lijstje mag, wegens verregaande onbetrouwbaarheid, wat mij betreft van uw VVD lijstje afgevoerd worden.
Fred als buschauffeur beviel mij prima.
Ja Netty u heeft gelijk, als je er weer induikt vind je ook weer mis dingen.
Bolkestein was goed, en die CDA man van nu kan zo niet op zijn naam komen, maar vind hem ook een oprechte man.
Vertrouw geen CDA er, maar hem wel.
Enige is denk hopen dat met nieuwe verkiezingen er een wonder gebeurt. Boris Johnson is al bezig
De titel van dit stuk is niet geheel conform de werkelijkheid.
We hebben wel degelijk te maken met politieke vernieuwing.
M.i. is het eerste keer dat een partij die in de oppositie “zit” volledig deelneemt aan de regering. Enig minpuntje is dat die partij (nog) geen minister(s) en/of staatssecretaris(en) heeft geleverd.
Het gaat hier natuurlijk over GroenLinks.
Sinds Thorbecke sleutelen we aan politieke vernieuwing van democratische snit. Veel is het nooit geworden, NL bleef een regenten-republiek met – hoe kan dat nou? – een Koning aan het hoofd. Dat vloekt, maar er was steeds voldoende vrede en de zaken liepen niet te slecht; en democratie – vinden veel mensen – is ook niet alles. Wat ornamenten volstaan dan.
Wat er democratisch gezien na de Napoleontisch restauratie hier meteen spaak liep, was de jury-echtspraak. Geïnstalleerd door de Franse ‘bezetter’ werd die meteen door onze eerste vrije Koning bij Souverein Besluit nr. 1 afgeschaft (om zeep geholpen). En Jury-rechtspraak is een hoeksteen van de Democratie, leert de Tocqueville.
Tegen deze abolitie is bij mijn weten nooit massaal geprotesteerd, en is deze houding of apathie bij de NL-bevolking tot op heden blijven bestaan. Men volstaat met mopperen en gaat door met te prijzen van wat de Heren prijzen. Kortom, het Nederlandse Volk is fundamenteel niet democratisch. Wat dan wel, is onduidelijk. Lijphart schrijft daarover in zijn ‘Politics of Accomodation’, 1975, maar weet het ook niet. We zijn een vreemd Volk.
Laten Remkes c.s. met bovenstaande rekening houden. Nederlands democratisch-bestuurlijke vernieuwing begint met het verlangen van het Nederlandse Volk om in rechts-juries zitting te nemen.