Geluk, Oscar Wilde en Alexander Pechtold
Nergens komt het idee van de maakbaarheid van de samenleving zo sterk naar voren als bij het fenomeen ‘geluksonderzoek’. Geluk is een emotie, een gevoel, dat moeilijk te vatten is. Je gelukkig voelen is positief, geeft energie en heeft dikwijls relatief weinig van doen met de buitenwereld.
Het is inmiddels een zeer serieus veld van onderzoek geworden. Ik kan er niets aan doen, maar als ik aan geluksonderzoek denk, dan hoor ik Pim, die het lachend had over ’schetenwappelijk onderzoek.’ Maar wel ‘schetenwap’, die dat menselijke geluk dressuurgericht in hokjes plaatst voor politieke vermarketing.
Geluk is iets heel persoonlijks. Veel mensen omschrijven het als momenten van blijheid, liefde en zorgeloosheid. Ook uit wetenschappelijk onderzoek is bekend dat het hebben van bijvoorbeeld een goede gezondheid of een goed inkomen niet doorslaggevend zijn voor dat geluksgevoel. Zoals kinderen temidden van chaos en armoede schaterend kunnen spelen in een modderplas. Of soldaten die zonder kogels trainen voor oorlogssituaties in meedogenloze gebieden lachend ‘pang, pang’ roepen. Aristoteles zei het al: “Geluk is geheel afhankelijk van onszelf.”
Filosofen uit de oudheid waren overtuigd van het feit dat ‘geluk’ het belangrijkste doel was om naar te streven. Met name omdat het gezien werd als iets dat veerkracht gaf en stand hield temidden van de slagen die het leven je kan toebrengen. Dat wens je ieder mens toe.
Het SCP omschrijft geluk als ‘betrekking hebbend op hoe mensen het leven ervaren, en in plaats van geluk kan dan gesproken worden over levenstevredenheid’. Dus waar gewoon menselijk geluk afhankelijk is van fijne momenten, wordt dat gevoel ineens van staatswege tot ‘levenstevredenheid’ gebombardeerd… en tot managementtool.
Want wie gelukkig is, wordt bang om dat niet meer te zijn. Of, zoals W.F. Hermans het zei: “De enige vorm van geluk die ik ken, is me ongelukken bedenken die me nog niet overkomen zijn.” En bange mensen zijn goed te regeren.
En zie: we worden door regenten en media regelmatig om de oren geslagen met onderzoeken die onderstrepen hoe gelukkig we zijn. Kritisch zijn op de maatschappij wordt via de gehanteerde cijfertjes, waar u en ik nooit voor zijn ondervraagd, gelijkgesteld aan zeuren.
Zoals Alexander Pechtold die (na zijn belachelijke opmerking over hoe humorvol ‘pang, pang’ roepende soldaten wel niet zijn) de D66-zorgeloosheid ten aanzien van Nederland onlangs nogmaals onderstreepte door via Twitter te melden: “We zijn een gelukkig volk, dus geen narigheid meer twitteren.” Wat mij herinnert aan een uitspraak van Godfried Bomans “Geluk wordt pas zichtbaar als het voorbij is.” Dat zou sommige mensen toch aan het denken moeten zetten.
Ach, de wijsheid van vrije denkers. We zien het te weinig en ik mis dat tot op het bot. Dat kernachtig kunnen zeggen waar het op staat, zonder dat denigrerende gelijkhebberige toontje. Oscar Wilde kende Pechtold niet. Toch zei hij “Er zijn mensen die voor geluk zorgen waar ze komen, anderen zorgen daarvoor wanneer ze weggaan.”
Over de auteur
-
Jester, former 'Master of the Revels', Fool on the Hill, vrije ziel.... en wil dat graag zo houden.
Faulks @Revelsoffice