Caribisch Nederland als ‘land of opportunity’

Men zou bijna vergeten dat er plekjes ‘Nederland’ zijn waar de herfst, winter en lente vrijwel geruisloos aan de mensen voorbij trekken. Plekjes waar prachtige stranden, lichtblauwe zee en palmbomen karakteristiek zijn voor het landschap en waar de mensen nét wat minder opgejaagd leven dan in de rest van Nederland. Ik heb het natuurlijk over ‘Caribisch Nederland’. Een ondergeschoven kindje, maar met meer potentie dan ‘Europees Nederland’.

De eilanden waar ik een deel van mijn jeugd doorbracht voelen haast nostalgisch aan. De tropische delen van ons Koninkrijk, voor menigeen synoniem aan criminaliteit en drugshandel, betekenen voor mij een minder opgejaagd leven dan hier in Nederland.

Een leven bepaald door het klimaat, beïnvloed door een voor Europeanen onbegrijpelijk serene rust. Een aan laksheid grenzende (en die dikwijls overschrijdende) mentaliteit, waardoor menig Antilliaan met enige regelmaat botst met de in groten getale op de eilanden aanwezige Europese Nederlanders. Maar toch vormt dit stukje Caribisch Nederland een baken van hoop in tijden waarin Europa overspoeld wordt door crises en problemen.

Ver weg van conflictgebieden als Syrië, economische onrust rond Griekenland en de door vluchtelingen, migranten en gelukszoekers overspoelde grenzen leiden de eilanden in ‘de West’ een welhaast zieltogend bestaan. Waar eilanden als Curaçao en Sint Maarten ten onder lijken te gaan aan criminaliteit, profiteert Aruba voluit van haar tropische ligging en handhaaft het al decennia een relatief gunstig ondernemersklimaat, waardoor het eiland aantrekkelijk was, is en blijft voor de toeristische sector. Hoewel volgens de economische rapporten van de CIA de Arubaanse overheid bij lange na niet voldoet aan westerse maatstaven, bloeit de economie. Grote hotels, winkelcentra en dure auto’s onderstrepen dat.

Het gebrek aan aandacht in de Nederlandse media en politiek lijkt exemplarisch voor de in Nederland heersende tunnelvisie. Enkel in verband met geopolitieke belangen (conflictueuze situatie Venezuela) verschijnen de eilanden af en toe op de Nederlandse radar. Waar een eiland als Aruba, losgesneden van de Nederlandse bemoei- en regelzucht, floreert, stagneren de Nederlandse eilanden Bonaire, Saba en St. Eustatius in hun ontwikkeling. Een spijtige constatering, gezien de vele kansen die deze eilanden met name aan de Nederlandse economie bieden.

Het is dan ook hoog tijd dat de Nederlandse politiek erkent dat de Caribische eilanden volledig deel uitmaken van niet alleen het Koninkrijk der Nederlanden, maar ook ten dele van staatkundig Nederland. Grijp kansen, benut het potentieel en durf risico te nemen. Vrijwaar Caribisch Nederland van de Nederlandse bureaucratie en creëer een aantrekkelijk ondernemersklimaat.

Belastingverlagingen, investeringen in de toeristische sector en een gunstige ligging in de nabijheid van de Verenigde Staten: onze eilanden bieden Nederlandse ondernemers fantastische mogelijkheden binnen de Nederlandse grenzen. Geef de eilanden deze kans en maak van Caribisch Nederland een Nederlands Monaco!

Reacties worden gemodereerd. Let op uw taalgebruik. Schelden en tieren is niet toegestaan.                                                 >>> Lees hier onze spelregels <<<

Reacties die onze regels schenden worden verwijderd. Herhaalde overtredingen, oproepen tot geweld, beledigingen, Holocaust-vergelijkingen en antisemitisme leiden tot een permanente ban. De redactie treedt niet in discussie over de reden voor verwijdering van een reactie, noch over een ban. Ongeldige e-mail-accounts worden geblokkeerd.

Abonneren op reactie(s)
Abonneren op
guest
1 Reactie
Meeste stemmen
Nieuwste Oudste
Inline Feedbacks
Bekijk alle reacties
Petrossa
8 jaren geleden

Maar maar maar… de eilanden zijn toch allang een soort Monaco? Witwas paradijzen, mafia investeringen, corruptie, noem maar op. Of hoe dacht je nou echt dat een stadstaat van paar km2 zo welvarend is? Albert staat onder druk om de door zijn vader ingevoerde open grenzen voor organized crime geld te sluiten, maar ja… Waar moet dat stuk rots dan anders van leven? Bloedverziekend lelijk, geen hond zou normaliter in dat betonnen doolhof willen wonen. Beetje vreemde analogie hoor.

1
0
We zijn benieuwd naar uw reactiex
()
x