Israël doet te weinig tegen BDS
En plotseling was de Israëlische regering geschrokken, of beter gezegd, wakker geschrokken, door de aankondiging van telecombedrijf Orange om de franchise-overeenkomst met Partner in Israël op te zeggen. De aankondiging werd gedaan tijdens een toespraak van de CEO van Orange in Egypte. De Israëlische regering stond op zijn achterste benen. Sprak meteen van antisemitisme en het bezwijken voor de druk van de BDS-beweging.
De beweging BDS (Boycot, Disinvestment and Sanctions) is op 9 juli 2005 opgericht door een groot aantal Palestijnse organisaties. Aan het hoofd staat Omar Barghouti, oprichter van de Palestinian Campaign for the Academic and Cultural Boycott of Israel (PCACBI). Reden voor oprichting van BDS was dat de Palestijnse regering er zelf niet in was geslaagd om na twee intifada’s, vele terreuraanslagen en terroristische activiteiten haar land terug te krijgen en miljoenen Palestjnse “vluchtelingen” naar Israel te laten terugkeren.
Om welk land gaat het dan, vraagt u. Het gaat om het gebied tussen de rivier de Jordaan en de Middellandse zee, zoals het staat in de statuten van de BDS. De Westbank en Israël dus. Het is BDS gelukt om in de Westerse wereld (vooral in de Verenigde Staten) een fanatieke aanhang te verwerven en tientallen bedrijven wereldwijd te overtuigen van de juistheid van hun standpunt. BDS is ook de bron van de acties voor etikettering van producten van de Westbank. Aan het feit dat tienduizenden Palestijnen werk en inkomen hebben bij Israëlische bedrijven op de Westbank wordt daarbij volledig voorbij gegaan. Werk en inkomen die niet door de regering-Abbas worden verschaft. Simpel omdat er op de Westbank gewoon te weinig werk is voor de Palestijnse bevolking.
Inmiddels hebben bedrijven als Sodastream en Ahava als gevolg van de acties van BDS hun fabrieken op de Westbank gesloten en de productie overgebracht naar het Israël “binnen de groene lijn”. Daardoor hebben veel Palestijnen hun baan verloren.
Maar goed, de Israëlische regering is eindelijk wakker geworden. Maar of ze echt actief willen inspelen op het gevaar van BDS is nog maar de vraag. Goede PR is immers altijd een ondergeschoven kindje geweest van de Israëlische regering. Het gevaar van de BDS-beweging wordt wel onder ogen gezien door de Amerikaanse miljardairs Adelson en Saban. Door de aankondiging van Orange is het onmogelijke gebeurd. Deze twee zakenlieden met tegenstrijdige opvattingen, maar met dezelfde onvoorwaardelijke steun aan Israel, hebben de handen ineen geslagen en de oorlog verklaard aan BDS. Want een oorlog is het: een oorlog om het bestaansrecht van Israël. Een oorlog tegen een beweging wier enige doel is om Israël van de aardbodem te doen verdwijnen.
Wat de Israëlische regering al sinds 2005 heeft nagelaten te doen is nu opgepakt door twee miljardairs. Deze zwaargewichten gaan met hun eigen geld de leugens van de BDS-beweging aan de kaak stellen. Israël moet het dus hebben van een privé-actie van enkele vermogende zakenlieden om de strijd tegen BDS te winnen. Omdat de Israëlische regering die propagandastrijd nog steeds niet wil voeren.
Over de auteur
- Ondernemer te Netanya, Israël
Recent gepubliceerd
Israël2015.07.10Kijken naar de oorlog
Israël2015.07.04Op het strand in Israël
Israël2015.06.20Israël: apartheid of vrijheid?
Israël2015.06.12Israël doet te weinig tegen BDS