We blazen nog altijd bellen in de onderwijsbubble
Geschiedenisles moet weer eens ‘relevanter’ en ‘leuker’ worden
Titelfoto: Scholengemeenschap Amsterdam. Screenshot YouTube-video, kanaal RTL Nieuws
Het is mooi dat er onderwijskundigen zijn die het onderwijs in Nederland willen verbeteren. Helaas hebben de meeste ‘onderwijskundigen’ nooit voor de klas gestaan en zijn ze vergeten hoe chaotisch hun eigen geest nog was toen ze zelf nog op school zaten. Het liefst komen ze om de beurt het Nederlandse onderwijs grondig door elkaar schudden met hun malle ideologische theorietjes, uitgedokterde systeemwijzigingen en loze aannames.
Spoor van vernielingen
De afgelopen decennia is het leger onderwijskundigen erin geslaagd een spoor van vernielingen te trekken door het Nederlands onderwijs, zowel basis- als voortgezet onderwijs. Geen wonder dat leraren en masse het onderwijs hebben verlaten.
De werkdruk steeg, de resultaten daalden. De taalbeheersing bij jonge Nederlanders is inmiddels onvoldoende, rekenen kunnen velen al lang niet meer en het kost menig student ook al moeite om iets te leren wat hij niet zo interessant vindt. Gelukkig zijn zulke negatieve onderzoeksresultaten altijd weer aanleiding om met nog weer nieuwere vernieuwingen aan te komen zetten. Het is een indrukwekkende bedrijfstak waar heel wat miljarden in omgaan.
Maakbare samenleving
Het moet anders, het moet nieuwer. Van elke voorgestelde vernieuwing gaan ministers en staatssecretarissen meteen kwijlen. Onderwijs is voor hen immers dé methode om de maakbare samenleving handen en voeten te geven. Het geeft ze het idee dat ze problemen aanpakken. Daarom roepen ze vaak al ‘ja’ voordat ze naar het werkveld hebben geluisterd. Met alle gevolgen van dien.
Dat gerommel gaf tien jaar geleden al aanleiding tot een Parlementair onderzoek Onderwijsvernieuwingen, beter bekend als de commissie Dijsselbloem.
Deze commissie onderzocht de rampen die zich in de jaren negentig in het klaslokaal voltrokken: de basisvorming, de tweede fase (met het Studiehuis) en het vmbo. Het eindrapport was niet mals. De overheid had haar kerntaak, het zeker stellen van de kwaliteit van het onderwijs, ernstig verwaarloosd. Ze bemoeide zich wel met didactiek in de klas en niet met de examendoelen. Ze vond politiek draagvlak belangrijker dan het werkveld. Het nieuwe leren was zelfs helemaal nergens op gebaseerd, behalve dan op een ideologisch (utopisch) mensbeeld .
Flauwekulplannen
En hield het op? Nee hoor. Niet vanzelf. Nog steeds komen er nieuwe malle voorstellen, zoals de ideetjes in het omstreden plan Ons Onderwijs 2032, dat gemakshalve alle vakdisciplines omver trok en met modieuze ‘kennisdomeinen’ aan kwam zetten.
Dit ‘plan’ werd vorig jaar in de Tweede Kamer kritisch besproken en gekortwiekt. De kennisdomeinen zijn van de baan, schreef de Volkskrant in 2017.
Maar dat was iets te optimistisch gesteld, want de onderwijskundigen en nu zelfs ook de onderwijsvakbonden schrijven tot op de dag van vandaag gewoon verder aan die flauwekulplannen.
‘Relevanter’ en ‘leuker’
Deze week doken er twee lerarenopleiders/historici van de Hogeschool van Amsterdam op, met een idee. ‘Leerlingen zien het nut van geschiedenisles niet’, stellen ze. En als een leerling het nut niet ziet, tja, dan werkt het niet, hè. Dus ze willen geschiedenislessen ‘relevanter’ maken door in lessen elke keer een link te leggen tussen verleden, heden en toekomst.
Relevanter? Lees: leuker. Lees: dichter bij huis. De rillingen lopen mij over de rug als ik dit lees.
Ten eerste vanwege de opvatting dat lessen altijd ‘leuk’ moeten zijn, omdat de kinderen anders niets leren. Ten tweede vanwege het idee dat je vanuit het heden naar het verleden gaat kijken, met je eigen hedendaagse opvattingen kijken naar een andere wereld: we weten allemaal waar dat toe kan leiden.
Onwelkome verhalen
Voor je het weet ben je bezig met het neerhalen van standbeelden, het bekladden van straatnaambordjes, het schrappen van onwelkome verhalen en het projecteren van 21e eeuwse denkbeelden op alles wat zich in een andere dimensie en een andere tijd heeft afgespeeld. Ik ben geen geschiedenisleraar en het promotie-onderzoek van deze heren is ongetwijfeld heel gedegen verlopen.
Rillingen
Toch gaan mijn rillingen niet weg als ik ook nog eens lees welk concreet onderwerp is onderzocht. Een project Vluchtelingen Vroeger en Nu, waarin onder andere “Joodse vluchtelingen in Nederland in de 17e eeuw, Belgische vluchtelingen in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog (een miljoen vluchtelingen binnen een maand in een land van destijds 6 miljoen inwoners!) en Cubaanse vluchtelingen in de Verenigde Staten” met elkaar werden vergeleken.
Let in het citaat ook even op de tekst tussen haakjes. Proberen de heren hier iets te verkopen misschien? Nee toch? Ze maken de les toch gewoon ‘relevanter’?
In elk geval waren de leerlingen en leraren positief over deze aanpak. Jammer alleen dat deze ‘vernieuwing’ niets met de huidige exameneisen van doen heeft. Het examen en de boekjes zouden ‘op de schop moeten’, schrijven de heren.
Tja. Het zou ook eens niet. Laten we maar hopen dat minister van Onderwijs mevrouw Van Engelshoven het deze week te druk had met gekwetste homo’s en overgaan tot de orde van de dag.
Over de auteur
Recent gepubliceerd
Economie6 januari 2022Nederlandse landbouw wordt opgeofferd aan groene dromen
Economie25 juli 2021Politici en bestuurders zien liever dashboards dan mensen
Economie18 november 2020VN-Agenda 2030: basisinkomen als collectivistisch ideaal
Gezondheidszorg7 oktober 2020Control en dwang is in de mode bij bestuurders
Een paar jaar geleden bleek dat de helft van de Pabo-studenten en de jongere leraren onvoldoende kon schrijven en hoofdrekenen. Als zulke basale kennis al ontbreekt bij de leraren, hoe kunnen de leerlingen daar dan wat van leren?
En dan geschiedenis. Zonder basiskennis heeft het geen enkele zin allerlei verbanden te leggen. Men kan geen appels met peren vergelijken, en zeker niet als men niet eens weet wat een appel is en wat een peer is.
Bijvoorbeeld over vluchtelingen toen en nu;
– 6 of 17 miljoen inwoners scheelt nogal qua ruimte;
– destijds kreeg een immigrant niks, hij moest zichzelf onderhouden;
– Belgen en joden veroorzaakten geen overlast;
– zij werden ook niet opgestookt tegen de autochtonen.
Vooral dat laatste is een groot probleem, dat bijna alle Westerse samenlevingen ernstig splijt. Het is levensgevaarlijk om door te gaan met de grootschalige import van vele tientallen problemen en conflicten. Los eerst de reeds ontstane immigratieproblemen op, voor we ze onomkeerbaar verveelvoudigen. Denk aan gettovorming, criminaliteit, (seksueel) geweld, terrorisme, afschaffing religieuze vrijheden, failliet van de verzorgingsstaat, etc.
Geschiedenis is HET vak van de toekomst. Dat is logisch: naarmate de tijd verstrijkt wordt het verleden langer en de toekomst korter. Daarbij komt dat in de toekomst geschiedenis steeds actueler moet worden. Om de actualiteit te begrijpen moeten we soms ver terug in het verleden. Een nuttig voorbeeld is de islam. Dat is een nogal bijzondere godsdienst met een nogal bijzondere geschiedenis. Sinds kort is die geschiedenis geboekstaafd in een boek van ene Robert Spencer. Er komt een tijd, en dat zal niet lang meer duren, dat iedereen de ernst van het probleem zal erkennen. De geschiedenis van Nederland in relatie tot de wereld is ook heel interessant. Geschiedenis is de kunst van het herkennen en erkennen van bredere verbanden op alle terreinen, of zo men wil, in alle kennisdomeinen: sociaal, cultureel, economisch, technologisch, politiek, administratief, wetenschappelijk. Op al die terreinen toetert Nederland een deuntje mee, zie bijvoorbeeld de nieuwe tentoonstelling over Herman Boerhaave, rond 1700 het prototype van een moderne onderzoeker. Ook iets als de Koude Oorlog heeft zijn sporen nagelaten voor Nederland, denk bijvoorbeeld aan het proces van dekolonisatie dat jaarlijks steeds meer in een stroomversnelling kwam vanaf eind 1946. En wat is de relatie tussen het einde van de Koude Oorlog (onder Bush Sr.) en de golf van globalisering en massamigratie. Daar kunnen heel wat kritische kanttekeningen bij geplaatst worden. Het echte probleem van geschiedenis is dat het te groot is, waardoor het mogelijk is er dingen uit te pikken die ideologisch interessant zijn of toevallig net actueel. Ook dat is natuurlijk een mooi onderwerp. Ik zou daarom willen pleiten voor een geschiedenis van de grote lijnen en het leren zien van de grote verbanden.
Het onderwijs lijkt steeds meer op een modieuze rage dan een middel om kennis te vergaren. Voor scholen lijkt de kwantiteit belangrijker dan de kwaliteit. Zie hoe de aantal promovendi gestegen is sinds de jaren zestig. De meeste promoveren op statiestieken terwijl het vroeger om grotere dingen ging. Maar je moet presteren als universiteit en van de ministerie mag het ook nog niets kosten ook. Zo gebeurd op lagere niveau ook wel dat mensen achter de kassa geen verschil weten tussen een komkommer en courgette.
Onderwijs moet steeds leuker worden in plaats van beter. Het is afgezakt tot een activiteit om de dag door te komen zeker op de lagere scholen. Ook de bureaucratie in het onderwijs eist haar tol zoals ook elders gebeurt. Het is niet dat je tegenwoordig niets meer leert maar het kan vele malen beter. De ouderwetse klassikale onderwijs was misschien niet zo leuk om te beleven maar het was een feit die je veel all rounder maakte dan de latere vrijwillige keuzepakketten konden bieden. Wat ben ik achteraf blij met de klassikale schoolopleiding al vond ik het toen heel zwaar.
Helemaal mee eens Yorien. Rekenvoorbeeld Jesse Klaver (“7 miljoen warmtepompen a 20.000 Euro = 14 miljard; leer eens rekenen man”) geeft het rekenkundig niveau aan van zijn en Dekker’s generatie. Ook het beheersen van de Nederlandse taal wordt gebagatelliseerd. Zonder goede kennis van het Nederlands is het kansloos om een vreemde taal te leren. In de EU met 24 talen niet onbelangrijk. We koersen af op een onnozele samenleving.
Precies. Nog los van het feit dat warmtepompen veel meer gaan kosten dan 20.000 euro per huis. Warmtepompen leveren namelijk nauwelijks warmte op, daarom moeten huizen luchtdicht afgesloten worden en voorzien van luchtverversingsinstallaties. Gangbaar is nu 60.000 tot 70.000 per huis, maar als de vraag toeneemt zal de grootste kostenpost (arbeid) ook stijgen.
Zo levert de “energietransitie” nog enkele tientallen zeer hoge kostenplaatjes op waar we niemand over horen. De sloop van een goedwerkend gasnet bijvoorbeeld is pure kapitaalvernietiging. Bovendien moet (ook vanwege de elektrische auto’s) de capaciteit van het huidige stroomnet pakweg vertienduizendvoudigd worden.
Op de NPO hoor je daar niemand over, en tijdens prinsjesdag waren deze cijfers “nog niet bekend”. Tja. Bekend of niet, ze zullen wel moeten worden opgebracht.
Haha, heel herkenbaar, heb die modegrillen van zeer dichtbij mee mogen maken!
Well done Lubach!
Bij dat noemen van die 1 miljoen Belgische vluchtelingen ging bij mij ook een alarmbel af. Niet te vergelijke met die Afrikaanse hordes nu. De Belgen spraken veelal Nederlands, waren katholiek, dankbaar en gingen hier aan de slag op hun vakgebied of op het land en in de fabriek. Kregen geen uitkeringen en waren in 1918 allemaal weer terug naar hun Vlaamse dorpen.
Op mij komen al die onderwijs-“deskundigen” veelal nogal komisch over ! Vaak niet eens in staat om hun eigen voor- én achternaam foutloos te schrijven; rekenen is óók al niet hun sterkste punt.
Met het aannemen van de z.g. Mammoetwet, is ons onderwijs de vernieling in geholpen door lieden die van toeten noch blazen wisten, maar zich voordeden als “deskundig”.
Geschiedenis, ja, wat moet je d’r mee als er mensen voor de klas staan die tot hun 20-ste nog in een onderontwikkeld gebied woonden, maar aangekomen in NL als zij-instromer “onderwijzer” worden ?
Tweede Kamerleden, geïmporteerd uit het Rifgebergte, zijn niet in staat om beschaafd en fatsoenlijk Nederlands te spreken.
Zoals bijna gehéél Nederland, is óók het onderwijs door “deskundigen” naar de knoppen geholpen.
Mijn vriendin was er één van de oude stempel: een degelijke leerkracht in de ‘onderbouw’ (bwaah!!!) van een dorpsschool met iets van 300 leerlingen. Bijna 30 jaar lang. Op handen gedragen in dat dorp. We kunnen geen evenement bezoeken zonder aangesproken te worden door enthousiaste ouders én leerlingen. We kunnen geen café, restaurant of winkel binnen gaan of er werkt een oud-leerling die haar breed lachend onthaald op een ‘Hallo juf, hoe is het!!!”.
Die lieve, leuke, betrokken, hogelijk gewaardeerde juf is inmiddels afgebrand. Doolt al drie jaar rond in een burn-out. Kapot gedraaid in een waanzinnig systeem van afrekening, verantwoording, controle en andere bureaucratische rimram. Opgevreten door ‘vernieuwers’.
En ze is niet de enige, weet ik van zeer nabij. De een na de andere ervaren collega valt langdurig uit of besluit het onderwijs definitief vaarwel te zeggen. ‘Braindrain’, heet dat.
De vervanging daarvoor bestaat in doorsnee uit – excusez le mot – huppelkutjes, amper droog achter de oren, vers van de Pabo (of zo), die van toeten noch blazen weten. Maar die stijf staan van door links geïnjecteerd idealisme en die de wereld vanuit die dorpsschool wel eens even stevig zullen verbeteren.
Om na een jaar of wat – en na wat droogprocessen achter de oren – toch maar te concluderen dat ‘een andere, wat chillere uitdaging’ meer perspectief biedt. Ook geslachtofferd op het blok van vernieuwing-op-vernieuwing-op-vernieuwing.
Dit systeem is nagenoeg dood. En het stervensproces kan alleen maar worden gekeerd als er radicaal gekozen wordt voor terug-naar-de-basis-onderwijs, waarin de leerkracht vooral leerkracht kan zijn en de rol van *kuch* managers tot hoegenaamd niks wordt beperkt.
Die Dekker wacht nogal een taakje…
Oh, en Lubach? Spijker op de kop!
Het eerste punt op het programma van het cultureel Marxisme was de opmars door de instituten, te beginnen bij het onderwijs, en dat hebben ze inmiddels al heel lang aardig voor elkaar.
En sindsdien wordt het onderwijs dus, middels allerhande smoezen, steeds verder omgebouwd, van onderwijs instituut naar het ideale linkse indoctrinatie apparaat.
En welk vak leent zich ook beter dan geschiedenis, op de juiste wijze verdraait en toegelicht, om de jonge gelovigen van het juiste linkse perspectief te voorzien.
Hoe lang gaan we nog toestaan dat als onderwijzers vermomde linkse activisten op grote schaal de hersenen van onze kinderen met het smerige Marxistische virus besmetten?
[…] Source: OpinieZ We blazen nog altijd bellen in de onderwijsbubble […]