Site pictogram OpinieZ

Wie leidt ons land straks uit de crisis?

Over minder dan 150 dagen mag Nederland weer eens naar de stembus. De beurt is deze keer aan de politieke hoofdattractie: de Tweede Kamerverkiezingen. Op 17 maart 2021 bevinden we ons hopelijk in de laatste fase van de coronapandemie en kunnen we ons opmaken voor economisch herstel. Maar wie moet ons land straks door die aanvankelijk ongetwijfeld stormachtige tijd loodsen? Wie heeft een visie voor Nederland die verder reikt dan één regeerperiode?

Aan kandidaten in ons versplinterde politieke landschap geen gebrek, maar wie van hen is in staat dit land te leiden en heeft draagvlak buiten de eigen achterban? Wie houdt Nederland bij elkaar in een tijd waarin groepen op zoek zijn naar verdeling, wie neemt voldoende soevereiniteit mee naar de Europese onderhandelingstafels en wie heeft het staatsmanschap om ons in onverwachte situaties of crises gerust te stellen en de juiste beslissingen te nemen?

 

Weglachpremier

Pinocchio, Teflon Mark of weglachpremier. Weinig vleiende typeringen van de man die vorige week zijn tienjarig jubileum als minister-president vierde. Hoewel vieren voor Mark Rutte in deze tijden nou niet bepaald aan de orde is. Zijn ‘feestweek’, waarin de tweede lockdown van het land werd afgekondigd, werd helemaal compleet met de ophef rondom de koning die doodleuk met zijn gezin dacht te kunnen genieten van een buitenlandse vakantie. Met medeweten (en toestemming?) van de premier vertrokken Willem-Alexander, Maxima en de drie A’s naar de Griekse zon. Het koninklijk paar keerde al snel weer met hangende pootjes terug naar het thuisland. De zoveelste keer dat we daarna een premier Rutte voor de camera’s zagen verschijnen die excuses moest maken.

 

Sorry

In zijn inmiddels drie regeerperiodes zou ‘sorry-premier’ aan het rijtje bijnamen toegevoegd kunnen worden. Misschien wel het grootste verwijt aan het adres van Rutte is de hoeveelheid onwaarheden waarop hij de afgelopen tien jaar is betrapt. De talrijke voorbeelden kunnen een eigen artikel vullen, maar de meest in de herinnering springende voorbeelden zijn de beloofde duizend euro voor iedere Nederlander, geen cent naar de Grieken en de verzwegen burgerdoden in Irak. De eerste politicus die zonder leugens door het leven gaat moet nog geboren worden en de lijn tussen iets niet zeggen of niet de waarheid spreken is dun. Maar keer op keer de burger voorliegen is niet alleen premier-onwaardig, maar ondermijnt ook het algehele, en sowieso al broze, vertrouwen in de politiek en onze democratie.

 

Ruk naar links

Mark Rutte mag dan wel een ervaren crisismanager zijn die het land na de kredietcrisis door de eurocrisis leidde, maar zijn ruk naar links is onmiskenbaar. Ongebreidelde immigratie via het Marrakesh-pact, het voor de burger peperdure klimaatakkoord en de tientallen miljarden voor Zuid-Europa, terwijl het geld in eigen land harder nodig is dan ooit: het zijn enkele in het oog springende voorbeelden. Te vaak liet Rutte zich meeslepen door de PvdA in het verstandshuwelijk dat Rutte II heette, door D66 in het kabinet en vanwege de steun voor wetsvoorstellen die hij soms zocht bij GroenLinks in Tweede en Eerste Kamer. Met deze laatste partij ging hij serieus in gesprek aan de formatietafel die leidde tot de vorming van het huidige kabinet.

Voor Rutte en zijn partij lijken het leveren van de minister-president en het leiden van een coalitie belangrijker dan hun principes. Oud-VVD-spindoctor Kruithof verwoordde het treffend: “Voor hem staat alles in het teken van oplossingen, niet in het teken van idealen”. Rutte heeft nog niet aangegeven of hij voor een vierde termijn als premier wil gaan. Hoewel volgens recent EenVandaag-onderzoek 53% van de kiezers hem als volgende premier acceptabel vindt, moet zijn tijd er zo langzamerhand op zitten. De leugen mag niet langer regeren en de VVD moet zich bezinnen op haar centrumrechtse wortels.

 

Holland’s Got Talent

Als het aan de ego’s van alle deelnemers ligt dan belooft het een spetterende show te worden. De werkelijkheid echter lijkt meer op een talentenwedstrijd op de lokale braderie. Waar lijsttrekkersverkiezingen echt over de inhoud zouden moeten gaan en het kiezen van de beste leider voor je partij, ontaarden ze nu in open-deuren-festivals met uitwisselingen van ontelbare clichés en gespeelde vriendelijkheden (hallo CDA) of in pure satire met een Noord-Koreaanse overwinning (hoi D66). Laat ik op basis van de chronologische volgorde van de laatste peiling de belangrijkste kandidaten eens de revue passeren.

 

PVV

De PVV, de tweede partij van Nederland volgens de huidige peilingen, doet niet aan lijsttrekkersverkiezingen. Zo’n 13% van de kiezers ziet in Geert Wilders de meeste geschikte premier voor het land. Het is echter een illusie dat het ooit zover zal komen, en na het opblazen van het kabinet Rutte I zal Wilders dat feit ook geaccepteerd hebben. Maar zijn rol en die van de PVV zijn groter dan dat. Zijn enorm belangrijke en onverstoorbare inbreng over het gevaar van de islamisering is niet alleen zonder twijfel het meest gevoelige politieke onderwerp van de afgelopen twintig jaar, maar ook een broodnodig geluid waarvoor hij al zestien jaar een bizar hoge prijs betaalt. Onderdelen van de PVV aan de sociale kant en aangaande klimaat zouden waardevolle toevoegingen kunnen zijn in een coalitie. Ware het niet dat de partij ondemocratisch geïsoleerd is in het parlement.

 

CDA

Na een chaotische lijsttrekkersverkiezing in het CDA met een nog steeds vreemde bijsmaak over de uitslag, dicht Hugo de Jonge zich verbazingwekkend kansen toe op het premierschap. De huidige vicepremier en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft niet alleen de nodige krassen opgelopen in eerdergenoemde verkiezing, maar loopt nu heuse deuken op in de coronacrisis. Zijn inschattingsfouten wisselen zich af met ontmaskerde onwaarheden. Het zou haast een klein wonder zijn als hij straks nog aan de start verschijnt. Voor De Jonge is maart nog ver weg. Het is nog maar zeer de vraag of hij straks het campagnevoeren kan combineren met het bestrijden van de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Eens te meer omdat in de coulissen nog ene Wopke Hoekstra staat te loeren.

 

D66

D66 staat in de peilingen op fors verlies ten opzichte van 2017.  Sigrid Kaag boekte een uiterst overtuigende overwinning (met bijna 95,7% van de stemmen) op de in China woonachtige oud-taxichauffeur Ton Visser. Zij presenteerde eind september het verkiezingsprogramma van haar partij. Men had welgeteld 211 pagina’s nodig om te pleiten voor meer windmolens en meer onbetaalbare plannen, gezonde schoollunches en vooral minder Nederland. Kaag werd – na het aangekondigde terugtreden van Rob Jetten – binnen haar partij beschouwd als een troefkaart. De basis hiervoor ontbreekt echter volledig: enerzijds is zij buiten D66 nog altijd redelijk onbekend en anderzijds zal ze door haar arrogante en ver van de gewone maatschappij afstaande houding weinig zwevende kiezers weten te verleiden haar vakje rood in te kleuren.

 

PvdA

Lodewijk Asscher mag zich al op voorhand uitroepen tot een winnaar van de komende verkiezingen. Na het historische dieptepunt met maar negen zetels in 2017 hoeven we dat echter niet als een prestatie van formaat te bestempelen. Asscher heeft de afgelopen jaren het handboek ‘Oppositie voeren voor Dummies’ goed onder de knie gekregen. Standaard afgeven op kabinetsbeleid en onrealistische en onbetaalbare alternatieven aandragen. Zijn knappe vaardigheden als debater en zijn idealistische plaatjes en praatjes blijven voor een deel van de kiezers aantrekkelijk. Oude politiek die bij een deel van het electoraat zeker nog werkt.

 

GroenLinks

Een interne verkiezing was bij GroenLinks niet nodig. Trudeau-fanboy Jesse Klaver heeft de mouwen opgestroopt en iedereen ontmoedigd om zich als tegenkandidaat op te werpen. Zonder mee te regeren heeft GroenLinks helaas via onder andere het klimaatakkoord toch behoorlijk wat invloed kunnen uitoefenen op het kabinetsbeleid. In hun twee weken geleden gepresenteerde programma voor 2021 probeert Klaver de duizend euro van Rutte af te troeven met zeventien miljoen bomen, eentje voor elke Nederlander. Verder leeft de partij vooral in een droomwereld waar heel veel gratis is. Het in eigen kringen knetterlinks genoemde programma staat er vol mee. Van gratis kinderopvang, gratis geld voor minima tot een startkapitaal van 10.000 euro voor achttienjarigen. Er wordt trouwens nog iemand gezocht die de rekening wil betalen. We mogen ons in Nederland gelukkig prijzen dat er een fysieke beperking in het aantal studenten en boomknuffelaars is, anders zouden we ons nog best eens zorgen moeten maken.

 

Forum voor Democratie

We springen even over de voormalige Maoïsten van de SP heen, over DENK – de Divisie Nederland van Erdogan, de dierenliefhebbers en andere partijen om te belanden bij het Forum voor Democratie. Niet lang geleden de grote winnaar van de Provinciale Statenverkiezingen vindt de partij hopelijk snel weer het juiste spoor om nog een rol van betekenis te kunnen spelen. Laat Baudet zich inspireren door de Oostenrijkse Kurz in plaats van de vloggers en complotdenkers die momenteel tegen hem aanschurken. Net als bij de PVV is het geluid van het Forum een welkome afwisseling op het gepapegaai in de Kamer. Waar de VVD gaten heeft laten vallen op rechts en de groep die zich minder tot de PVV voelt aangetrokken geen alternatief kent, ligt een groot potentieel voor deze nog steeds nieuwkomers. Het wordt de verkiezing van de waarheid voor Baudet.  

 

Doodlopende weg

Na bovenstaande casting is de conclusie dat er op dit moment simpelweg geen geschikte nieuwe premierskandidaat is die beschikt over voldoende visie en draagvlak om Nederland uit de door corona veroorzaakte crisis te leiden. De VVD wordt bij de verkiezingen waarschijnlijk de grootste partij, zodat het formatiestokje opnieuw bij oppermanager Mark Rutte terechtkomt. Hij zal opteren voor een centrumlinks kabinet. Op rechts is ook niet direct een meerderheid te behalen; Rutte staat niet te springen om samenwerking met Forum voor Democratie en ziet een nieuw avontuur met de PVV ook niet zitten.

 

Een uiterst zorgelijke situatie in een periode waarin het meer dan ooit na WOII aankomt op leiderschap en daadkracht. Nederland heeft de afgelopen jaren laten zien waartoe het in staat is tijdens een positief economisch klimaat. Een links kabinet Rutte IV zal het schaarse geld verder willen investeren in dure klimaatplannen, in het binnenhalen en onderhouden van gelukszoekers en in maatregelen om bedrijven het ondernemen te bemoeilijken.

Daarmee komen we post-corona niet uit de crisis.

Over de auteur

Robert Raupach
Deutsche Gründlichkeit vermengd met Nederlandse nuchterheid. Kritisch en altijd benieuwd naar de andere kant van de medaille.
Mobiele versie afsluiten