#Elections2016: Joe Biden where art thou?
De mens heeft de soms vervelende gewoonte bij gebeurtenissen in het heden terug te grijpen op analogieën uit het verleden. Zo ook de politieke journalist. Het fenomeen duikt ook in de verslaggeving van de Amerikaanse verkiezingen van aankomend jaar weer op.
Naast enigszins serieuze studies als deze werden eerder al de bijzondere vergelijkingen tussen Jeb Bush en Mitt Romney en tussen Jeb Bush en Michael Dukakis (of all people) gemaakt en zochten maar liefst dertien historici voor Politico uit welke historische kandidaat het best bij de zonderlinge verschijning van Donald Trump past.
De vergelijkingen met het verleden hoeven zich niet te beperken tot individuele kandidaten. Wat bijvoorbeeld te denken van de overeenkomsten tussen de verkiezingen van 1988 en die van nu? Beide races kennen geen titelverdediger, een grote verscheidenheid aan kandidaten en – niet onbelangrijk – de nodige schandalen. Uit die potpourri kwam uiteindelijk George H.W. Bush als overwinnaar, om vier jaar later prompt verslagen te worden door ene William F. Clinton.
In diezelfde race deed aan Democratische zijde een inmiddels wereldberoemd figuur mee: Joseph Robinette “Joe” Biden Jr, senator uit Delaware. Toentertijd moest Biden vroegtijdig afbuigen vanwege vermeend plagiaat en overdrijvingen van zijn academische prestaties.
Daarna kwam het alsnog goed met Uncle Joe. In 2008 trad hij na een korte periode als zelfstandige kandidaat in het huwelijk met Barack Obama, rijzende ster aan het Democratisch firmament. De keuze voor Biden was begrijpelijk: hij had de nodige ervaring en statuur binnen en buiten de Democratische partij, was ouder en wijzer en zeer gemakkelijk in de omgang. Zo complementeerde hij op belangrijke punten Obama, die als jong, onervaren en koel gezien werd.
Als het moet is Biden een straatvechter die zich
met verve zou kunnen meten met Donald Trump
Voor 2016 leek Hillary Clinton lang de gedoodverfde Democratische kandidaat, met Bernie Sanders als vreemde outsider. Clinton maakte evenwel van haar campagne ronduit een puinhoop, terwijl Sanders garen spint bij het enthousiasme voor extremere kandidaten.
En nu zijn er aanwijzingen dat Biden mee gaat doen: hijzelf stelde dat hij het overwoog vanwege aandringen van zijn inmiddels overleden zoon Beau, volgens The New York Times is Biden effectief al bezig met zijn campagne.
In 1968 riepen leden van de Democratische partij Adlai Stevenson op om voor het presidentschap te gaan uit onvrede over het aanbod aan kandidaten. De roep om Biden wordt inmiddels ook steeds groter. Er zijn mensen, zoals Democratisch topstrateeg James Carville, die niet zo veel in Biden zien: tweemaal eerder een poging gewaagd, geen succes.
Toch is deze keer anders. De joviale verschijning van Biden past goed naast de als kil geziene Clinton en de veelal boze Sanders. Dat wil echter niet zeggen dat Biden een zachtgekookt ei is. Als het moet is hij een straatvechter die zich met verve zou kunnen meten met Donald Trump of welke andere Republikeinse kandidaat dan ook.
Of Biden dat gaat doen blijft vooralsnog ongewis. Over zijn beslissing mee te doen in 1988 schreef Richard Cramer in het onvolprezen What it takes dat Biden eerst voor zichzelf een mentaal vergezicht moet hebben van hoe, waar en wanneer hij gaat winnen. Pas als hij daadwerkelijk ziet hoe hij in het Witte Huis gaat geraken, zal hij meedoen.
Dat zoon Beau net is overleden, helpt niet bij het maken van die afweging. Het levert wel een zeer bijzonder inkijkje in de ziel van Joe Biden op in dit tweedelige interview met Stephen Colbert. De vraag van Colbert zelf was al even veelzeggend: “Joe, waar blijf je?”
Over de auteur
Recent gepubliceerd
Politiek Internationaal25 oktober 2016#Elections2016: Wat moet de boze burger nu?
Politiek Internationaal10 oktober 2016#Elections2016: het Jankende Donald-debat
Politiek Internationaal14 september 2016#Elections2016: het probleem van Hillary
Politiek Internationaal3 augustus 2016Misvattingen in het debat over #Elections2016