Het ware verhaal van het Trump-Rusland complot (7)

Het bij elkaar geframede kaartenhuis stort in

Donald Trump

Titelfoto: Donald Trump – CC0

Michael Doran

De New York Times bracht het verhaal over de veronderstelde samenspanning tussen Trump en Poetin aan het wankelen. Het artikel bevatte aanvullende feiten die even destructief waren: het uitgebreide onderzoek van de FBI naar Trump had geen samenspanning met Poetin aan het licht gebracht, er was geen geheime communicatieverbinding en de FBI geloofde ook niet dat Poetin probeerde Hillary Clinton verkozen te krijgen.

James Comey komt terug

De ineenstorting van het verhaal van de “geheime hotline” was onderdeel van een groter probleem tussen de FBI en het superduo – en zeker niet het belangrijkste onderdeel. De gebeurtenis die echt hun betrekkingen verbrak, was de aankondiging op 28 oktober dat de FBI het onderzoek naar de emails van Clinton heropende. En de hoofdfiguur bij die beslissing was FBI-dirrecteur James Comey.

Foto: Huma Abedin – CC0

Het Bureau was erachter gekomen dat Huma Abedin, Hillary Clinton’s vertrouwde rechterhand, duizenden e-mails had doorgestuurd naar een computer in haar huis, die Anthony Weiner voor privégebruik in bezit had. Weiner was voormalig Congreslid en de echtgenoot van Abedin. Maar hij was ook een crimineel die onderzocht werd door de FBI. In haar “goedbedoelde maar achteloze” gebruik van correspondentie van de overheid, had Abedin duizenden officiële e-mails gestuurd naar de laptop van een pedofiel.

Clinton e-mail-zaak heropend

De verklaring van James Comey in juli waarin de Clinton-e-mailzaak werd gesloten, viel samen met de vrijgave van de DNC-e-mails door hacker Guccifer 2.0. Het bevestigde het beeld van Hillary Clinton als de werkelijke opperbaas van de Clinton BV. De heropening van de zaak – nauwelijks een week voor de dag van de presidentsverkiezing – was ook bedoeld om maximaal zichtbaar te zijn en was van dienovereenkomstig politiek belang. Het was de derde in een reeks tegenslagen voor Clinton in de laatste fase van de verkiezingen. De eerste kwam op een 9/11 herdenkingsbijeenkomst in New York, waar ze vreselijk was gestruikeld en leek te flauwvallen, waardoor er twijfels rezen over haar lichamelijke gesteldheid en gezondheid. Op 7 oktober publiceerde WikiLeaks de eerste schat aan  e-mails die vermoedelijk door de Russische inlichtingendienst was gestolen van haar campagneleider John Podesta. De e-mails waren verder koren op de molen van degenen die beweerden dat Bill en Hillary Clinton met een Democratische dictatuur voor de 21ste eeuw bezig waren. Met een struikelende Clinton, zowel letterlijk als figuurlijk, leek de directeur van de FBI vastbesloten om haar ten val te brengen.

Schijnwerpers

Wat dacht hij eigenlijk? Comey beweert nu dat hij er van uitging dat Hillary Clinton zou winnen. Hij vreesde dat na de verkiezingen mensen er achter zouden komen dat hij de kwestie van de laptop van Abedin voor het publiek had verborgen en dat ze hem ervan zouden beschuldigen dat hij Clinton onterecht uit de wind had gehouden. Die calculatie kan inderdaad een deel van zijn gedachtengang zijn geweest.

James Comey

Foto: James Comey, FBI-directeur. By Tua Ulamac, CC BY-NC-SA 2.0

Maar hij heeft zich mogelijk ook willen afdekken tegen een overwinning van Trump. De mededeling over de laptop was een troefkaart waarmee hij zelf de dankbaarheid kon verwerven van Trump – als compensatie voor de schade van de lekken over het Rusland-onderzoek. Bovenop die machinaties was er het oude verhaal: Comey’s liefde voor de schijnwerpers. Hier speelde hij opnieuw in een nationaal drama de rol van de volledig principiële en apolitieke man van de wet. Hij was in de hemel van Joe Friday (onkreukbaar personage in Amerikaanse politieserie – vert.)

Verraad

Clinton en haar kamp beschouwden de zet van de FBI-directeur als laaghartig verraad. In een schreeuw van woede die zich voordeed als een brief aan Comey, sprak Harry Reid namens het team. Comey, schreef hij, overtrad de wet door deel te nemen aan partijdige politieke activiteiten ter ondersteuning van Trump. Waar Comey nooit had geaarzeld om schadelijke “insinuaties”over Clinton bekend te maken, zou hij Trump beschermen tegen publieke vernedering. “Het is duidelijk geworden dat je beschikt over explosieve informatie over nauwe banden en coördinatie tussen Donald Trump, zijn topadviseurs en de Russische regering – een buitenlands belang dat zich openlijk vijandig toont tegenover de Verenigde Staten en dat door Trump bij elke gelegenheid wordt geprezen,” stoomde Reid. “Het publiek heeft het recht om deze informatie te kennen.” Om zijn punt te onderstrepen, publiceerde hij de brief onmiddellijk.

Getuigenis

Glenn Simpson en Christopher Steele deelden het gevoel verraden te zijn. Simpson getuigde later voor de House intelligence Committee: “Op dat moment voelde ik alsof de regels net waren afgeschaft en dat Comey een van de meest verheven beleidsprincipes had geschonden – geen wetshandhavingsactiviteiten aankondigen in de laatste dagen van een verkiezing. . . . We vonden dat als James Comey het publiek niet over dit onderzoek zou vertellen dat hij de regels zou overtreden en het zou alleen maar eerlijk zijn als de wereld wist dat beide kandidaten door de FBI werden onderzocht”. Dus Simpson en Steele “begonnen met de pers te praten”.

En daarmee zorgde het superduo voor het einde van hun geheime samenwerking met het team van McCabe. Het Bureau verwacht dat zijn tussenpersonen zich gedragen als tussenpersonen: dat wil zeggen dat ze geheimen moeten witwassen. Gevoelige en geclassificeerde informatie mag nooit in de pers verschijnen in een vorm die verraadt dat de FBI er achter zit.

Shock and horror
David Corn

Foto: David Corn, screenshot The Fifth Estate – YouTube

Comey kondigde vrijdag 28 oktober de heropening van het Clinton-e-mailonderzoek aan. Simpson handelde snel. Hij arrangeerde een Skype-interview tussen Steele, die nu terug was in Londen, en David Corn, een ervaren journalist bij Mother Jones (progressief Amerikaans tijdschrift – vert.). Op 31 oktober meldde Corn dat “een voormalige hoge inlichtingenofficier voor een Westers land die gespecialiseerd was in de Russische contraspionage” hem had verteld “dat hij de afgelopen maanden het Bureau van memo’s had voorzien op basis van. . . Russische bronnen met de bewering dat de Russische regering jarenlang geprobeerd heeft om Trump binnen te halen en bij te staan” ​​- en dat de FBI meer informatie van hem vroeg. “De reactie van de FBI”,  zo vertelde Steele aan Corn, was “shock and horror”. In augustus vroeg de FBI om meer memo’s van Steele. “Het is vrij duidelijk dat er een behoorlijk uitgebreid onderzoek gaande was of is”. Om ervoor te zorgen dat Corn de aard van het onderzoek begreep, deelde Steele met hem de tekst van de rapporten die hij aan het Bureau had gegeven.

FBI dumpt Steele

Steele’s beslissing om zijn partnerschap met de FBI bekend te maken, gaf McCabe’s team geen andere keuze dan de relatie te beëindigen. Het afscheid was smerig, maar die smerigheid zou later van pas komen. In het najaar van 2017 begonnen onderzoekers van het Congres hogere leidinggevenden van de FBI te ondervragen over de rol die Steele als tussenpersoon had gespeeld. De leidinggevenden zouden het verbreken van de relatie duiden als bewijs van de integriteit van de FBI. Steele, zeiden ze, had de hele tijd gelogen tegen het Bureau over zijn werk met journalisten. Het team van McCabe zou er geen idee van hebben gehad dat hij de geheimen van de FBI naar de media had doorgesluisd. Het was het Mother Jones-interview dat hen op de dubbelhartigheid van Steele attent had gemaakt. Op het moment dat die duidelijk werd, beëindigden ze onmiddellijk de relatie.

Alibi

Dit alibi is niet houdbaar. Het team van McCabe was zich er in september volledig van bewust dat Steele achter het Isikoff-artikel zat. In feite wordt het team van McCabe door het verschijnen van “een hogere Amerikaanse wetshandhavingsfunctionaris” in het artikel min of meer direct bij de zaak betrokken. Kortom, Steele’s FBI-regelaars waren zich toen bewust van zijn rol bij het lekken van informatie en waren er niet van ondersteboven. Integendeel, na het Isikoff-artikel trok de FBI Steele nog meer naar zich toe, zette hem op het vliegtuig naar Rome en bood hem $ 50.000 aan. Zijn werk als tussenpersoon kreeg verder stilzwijgende bevestiging toen McCabe’s team het Isikoff-artikel gebruikte om de FISA-rechters te voor de gek te houden.

Smeercampagne

De problemen die uiteindelijk Steele en McCabe’s team troffen, doen niets af aan de simpele feiten: ze werkten als partners bij het opzetten van een smeercampagne tegen Carter Page in september en opnieuw door hem in oktober onder toezicht te laten stellen. Bovendien ging de opdracht tot ondertoezichtstelling verder dan het team van McCabe, nl. naar de hoogste niveaus in de FBI en de Department of Justice. James Comey moest die beslissing goedkeuren – en dat feit komt neer op ernstig machtsmisbruik.

Steele’s beschrijving van de activiteiten van Carter Page in Moskou is komisch. Er is een woord voor het gebruik van verzonnen bewijzen om een ​​onschuldige man schuldig te laten lijken: de regering Obama heeft Carter Page geframed.

Geframed

Maar niet alleen Carter Page. Volgens het dossier van Steele was Page in Moskou om een ​​deal te sluiten namens een ander: hij was een afgezant – de vertrouwde agent van Donald Trump. Zonder Steele’s aantijgingen tegen Carter Page – zonder, dat wil zeggen, het verhaal van Page’s onderhandelingen met Sechin om van de sancties af te komen – was er geen geloofwaardig bewijs van een Trump-Putin-samenzwering. De FBI voerde daarom in september een geruchtencampagne uit tegen Donald Trump. En de regering-Obama stelde in oktober een onderzoek tegen hem in, zo niet eerder.

De regering-Obama heeft Donald Trump geframed.

Het slotdeel van deze artikelserie is vanaf maandag 16 april 21.00 u te lezen op OpinieZ. De inleiding tot de serie vindt u hier. Lees ook Deel 1, Deel 2, Deel 3, Deel 4Deel 5 en Deel 6.

Oorspronkelijk verschenen op 13 maart 2018 als The Real Collusion Story op de National Review. Met toestemming van de auteur Michael Doran vertaald door Asher.

 

 

Over de auteur

Michael Doran
Michael Doran
Senior Fellow at Hudson Institute, Washington DC.
Michael Doran diende onder president George W. Bush in het Witte Huis als senior director in the National Security Council. Hij was onder Bush ook werkzaam als adviseur op het State Departement en het Pentagon. Naast een academische carrière heeft hij tal van invloedrijke publicaties op zijn naam staan zoals het beroemde 9/11 essay “Somebody Else’s Civil War”. Doran verschijnt regelmatig op Amerikaanse televisie-stations en publiceert in bladen als Foreign Affairs, The American Interest, Commentary, Mosaic Magazine, The Wall Street Journal, The Washington Post en The New York Times.

Reacties worden gemodereerd. Let op uw taalgebruik. Schelden en tieren is niet toegestaan.                                                 >>> Lees hier onze spelregels <<<

Reacties die onze regels schenden worden verwijderd. Herhaalde overtredingen, oproepen tot geweld, beledigingen, Holocaust-vergelijkingen en antisemitisme leiden tot een permanente ban. De redactie treedt niet in discussie over de reden voor verwijdering van een reactie, noch over een ban. Ongeldige e-mail-accounts worden geblokkeerd.

Abonneren op reactie(s)
Abonneren op
guest
1 Reactie
Meeste stemmen
Nieuwste Oudste
Inline Feedbacks
Bekijk alle reacties
Jan de Wit (@JanWit99)
6 jaren geleden

het blijft een moeizaam leesbaar verhaal, zeker als je de interne politieke verhoudingen in de VS niet kent

1
0
We zijn benieuwd naar uw reactiex
()
x